Samenvatting: Pp - H1 - Glycolyse En Gluconeogenese

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 74 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van PP - H1 - Glycolyse en gluconeogenese

  • 1 Glycolyse

  • 1.1 Inleiding

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Geef de definitie van de glycolyse. Welke soort pathway is het?

    De glycolyse is de sequentie van reacties dat 1 molecule glucose metaboliseert naar 2 moleculen pyruvaat samen met de productie van 2 moleculen ATP.

    De glycolyse is een katabole pathway.
  • Geef 5 redenen waarom de glycolyse een evolutionair zeer geconserveerde pathway is.

    1. Glucose komt vooral voor als ringstructuur en heeft dus geen vrije reactieve aldehyde groep. (In tegenstelling met andere sacchariden). 

    2. Glycolyse heeft geen zuurstof nodig. Er kan ATP worden geproduceerd in anaërobe omstandigheden. 

    3. Glucose is de enigste brandstofmolecule in de hersenen onder 'non-starvation' condities.

    4. Glucose is de enigste brandstofmolecule in rode bloedcellen. 

    5. Glucose kan gevormd worden onder pre-biotische voorwaarden, zonder levende cel. (Formose reactie vanuit formaldehyde)
  • Geef de verschillende manieren waarop glucose gemetaboliseerd kan worden in verschillende organismen en onder verschillende condities.

    Glucose wordt omgezet naar pyruvaat.

    1. Fermentatie (anaërobe condities)
    Pyruvaat wordt omgezet naar ethanol.
    Bij gisten en micro-organismen. 

    2. Oxidatie (aërobe condities)
    Pyruvaat wordt omgezet naar CO2 en H2O.

    3. Reductie (anaërobe condities)
    Pyruvaat wordt omgezet naar lactaat.
  • Wat is het lot van glucose in de rode bloedcel?

    1. Reductie naar lactaat.
    2. Glucose gebruiken in de pentose fosfaat pathway.

    Er is een gebrek aan mitochondriën dus oxidatieve fosforylatie is niet mogelijk.
  • Wat is het lot van glucose in de lever?

    1. Oxidatie naar CO2 en H2O (citroenzuurcyclus).
    2. Reductie naar lactaat.
        In praktijk wordt lactaat omgezet naar pyruvaat.
    3. Opslag glucose in glycogeen.
    4. Bij overmaat, glucose opslaan als vetzuren.
    5. Gluconeogenese door pyruvaat om te zetten naar glucose.
    6. Glucose vrijstellen in de bloedbaan.
    7. Glucose gebruiken in de pentose fosfaat pathway.
  • 1.2.2 Actief transport van glucose

  • Bespreek het mechanisme van de natrium/glucose symporters (SGLT = sodium glucose transporter).

    - Natrium/glucose symporters mediëren actief transport van glucose zodat er geen glucose verloren gaat in de stoelgang of urine.

    - Natrium/glucose symporters zijn aanwezig in darm en nier epitheel.


    Mechanisme

    1. De natriumconcentratie in het lumen is hoger dan in de cel. Natrium bindt extracellulair op de receptor.

    2. Er is een conformatieverandering waardoor ook glucose kan binden op de receptor.  


    3. Er is een conformatieverandering. De transporter sluit extracellulair. 

    4. Intracellulair wordt natrium en glucose afgegeven.

    5. Natrium wordt uit de cel gepompt via de ATP-afhankelijke natrium/kalium ATPase transporter.
  • 1.3 De reacties van de glycolyse

    Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Hoe werkt hexokinase bij glucose? Waarom is hexokinase efficiënter bij glucose?

    Mechanisme

    1. Binding van glucose induceert een grote conformatie verandering van hexokinase (induced-fit model: enzym vervormt bij binding van ligand).

    2. Er wordt een pocket gevormd zodat H2O, ATP niet kan hydrolyseren.

    3. ATP wordt gebruikt voor transfer van de fosfaatgroep.    


    Efficiëntie

    - Hexokinase kan alle hexosen verwerken maar niet even efficiënt.      

    - Bij andere hexosen is er een grotere kans op gewone ATP hydrolyse omdat water de plaats kan innemen van het ontbrekende CH2OH.
  • Vergelijk hexokinase en glucokinase.

    1. Voorkomen
    - In alle weefsels is hexokinase aanwezig.
    - In de lever is zowel hexokinase als glucokinase aanwezig.  

    2. Functie
    - Hexokinase en glucokinase fosforyleren glucose tot glucose 6-fosfaat

    3. Affiniteit voor glucose
    - Glucokinase heeft een lagere affiniteit voor glucose dan hexokinase > Enkel bij hoge concentraties glucose werkt glucokinase.

    4. Regulatie
    - Glucokinase is niet gevoeligheid voor productinhibitie van glucose 6-fosfaat.

    5. Kinetiek
    - Hexokinase volgt de Michaelis-Menten kinetiek.
    - Glucokinase volgt de sigmoïdale kinetiek.
  • Bespreek het mechanisme van phosphoglucose isomerase.

    Het enzym werkt volgens het zuur base mechanisme, via een cis-enediol intermediair. 
  • Wat is een committed step? Wat is de committed step van de glycolyse? (p1)

    Een committed step is een irreversibele reactie waarbij eens de pathway begonnen, het eindproduct wordt bekomen. Het is een point of no-return.


    ! Bifosfaat (geen difosfaat) want de fosfaatgroep zit op 2 verschillende plaatsen in de moleculen.
LET OP!!! Er zijn slechts 74 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart