Glycolyse en gluconeogenese worden reciprook geregeld

10 belangrijke vragen over Glycolyse en gluconeogenese worden reciprook geregeld

Wat wordt er bedoeld met de reciproke regeling van de glycolyse en de gluconeogenese?

De glycolyse en de gluconeogenese worden zo gereguleerd dat wanneer de ene pathway aangezet wordt, de andere uitstaat en omgekeerd.

Op welk niveau gebeurt de regulatie van biochemische pathways?

De regulatie van biochemische pathways gebeurt altijd op niveau van de enzymes die de irreversibele reacties katalyseren.

Welke enzymen katalyseren de irreversibele reacties van de gluconeogenese?

- Pyruvaat carboxylase
- Phosphoenolpyruvaat carboxykinase (PEPCK)
- Fructose 1,6-biphosphatase
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe gebeurt de regulatie van de glycolyse en de gluconeogenese in de spier? (p11)

P11

Waaraan is de balans tussen de glycolyse en de gluconeogenese in de lever gevoelig?

De balans tussen de glycolyse en de gluconeogenese in de lever is gevoelig aan de bloed glucose concentratie.

Fructose 2,6-biphosphate speelt hierbij een belangrijke rol.

- Fructose 2,6-biphosphate is een positieve allosterische effector van phosphofructokinase.
> Activatie glycolyse.

- Fructose 2,6-biphosphate is een negatieve allosterische effector van fructose 1,6-bifosfatase.
> Inhibitie gluconeogenese.

Hoe wordt fructose 2,6-biphosphate gevormd?

Fructose 2,6-biphosphate wordt gevormd door een bifunctioneel enzyme.

Een bifunctioneel enzyme is een enzyme dat zowel een kinase als een fosfatase domein heeft.
> Het phosphofructokinase 2 en het fructose bifosfatase 2 zijn de domeinen van 1 enzyme. 

1 enzyme bepaalt zo de hoeveelheid fructose 2,6-biphosphate in de cel.

Hoe wordt het bifuctioneel enzyme dat fructose 2,6-biphosphate vormt gereguleerd om één van de domeinen te activeren? Bespreek de regulatie van het bifunctioneel enzyme in de lever onder invloed van glucagon en insuline. (p13)

- Het bifunctioneel enzyme bestaat in 5 verschillende isovormen (oa: L = lever en M = spier).

- De verschillende isovormen worden gevormd door 1 gen maar het gen wordt op verschillende manieren gespliced.

- De 5 isovormen verschillen in grootte, kinetiek, immunologische en regulatorische kenmerken.

- De lever isovorm (p13)

Hoe wordt pyruvaat kinase door covalente fosforylatie gereguleerd onder invloed van glucagon en insuline? (p13)

P13

Hoe wordt de enzymhoeveelheid gereguleerd in de lever? (p14)

P14

Wat is het effect van substraat cyclering?

Kleine effecten van reciproke, allosterische moleculen, hebben een groot effect op het netto gedrag van een cel.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo