Psychologie: persoonlijkheidsstoornissen - Psychologie: angstklachten en angst stoornissen - Psychologie: schizofrenie en stemmingsstoornissen

21 belangrijke vragen over Psychologie: persoonlijkheidsstoornissen - Psychologie: angstklachten en angst stoornissen - Psychologie: schizofrenie en stemmingsstoornissen

Epidemiologische kenmerken psychose

  1. Ca. 8% van de volwassenen heeft een psychotische ervaring (gehad)
  2. bij 4% gaan symptomen met lijden en is hulp nodig
  3. ongeveer 2-3% voldoet aan de criteria voor een psychotische stoornis
  4. 0,6-0,7% krijgt ooit de diagnose schizofrenie
  5. ontstaan: in de adolescentie of vroege volwassenheid, door een combinatie van dergelijke factoren (genetische gevoeligheid) en omgevingsfactoren (bijv. Ondervoeding bij geboorte, infecties, traumatische ervaringen, pesten/buitengesloten worden)

Voortekenen psychose risicogroep (genetische aanleg), vaak in combinatie

  1. Recentelijk terugvallen in sociaal functioneren (dreigende uitval op school, werk en vriendenkring)
  2. geringe sociale steun
  3. cannabisgebruik
  4. traumatisering

Behandeling en begeleiding psychose

Waar mogelijk wordt samengewerkt met naasten en zelfmanagement van de patiënt is belangrijk, maar niet altijd mogelijk in een psychose. Hoe eerder de behandeling start, hoe beter de prognose en preventie van een chronisch verloop. Interventie bestaat uit:
  1. vrijwel altijd uit een combinatie van verschillende interventies
  2. medicatie (antipsychotica)
  3. Psycho-educatie
  4. cognitieve gedragstherapie
  5. cognitieve remediatie training
  6. psychomotorische therapie
  7. welles recovery action plan (WRAP)
  8. Competitive memory training (COMET)
  9. gezinsinterventies
  10. lotgenotengroepen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Medicatie (antipsychotica) bij psychose

  • Belangrijk onderdeel van de behandeling: helpt om psychotische symptomen onder controle te krijgen en helpt bij herstel te voorkomen dat symptomen terugkeren/opleven
  • advies: minimaal 1 jaar antipsychsotische medicatie gebruiken, na meerdere psychoses medicatie gebruiken
  • bijwerkingen kunnen erg vervelend zijn en het dagelijks functioneren belemmeren/sociaal negatieve gevolgen hebben
  • jarenlang gebruik zorgt voor gevoel van afhankelijkheid en bevordert de patiënten rol
  • regelmatige evaluatie over de start, voortzetten en het afbouwen van medicatie!

Herstel, participatie en re-integratie psychose

  1. Werk op basis van gelijkwaardigheid: de patient is deskundig in zijn eigen leven/ervaringen
  2. wees alert op zelfstigma en daarmee samenhangende moralisatie (ontmoediging)
  3. biedt perspectief van hoop en optimisme: benadruk belang veranderbare psychosociale factoren ten opzichte van genetische aanleg
  4. biedt begeleiding bij vinden, zoeken en onderhouden van werk door individuele plaatsing en steun (IPS) interventie
  5. adviseer individuele rehabilitatiebenadering (IRB) aan patiënten die op zoek zijn naar beschutte arbeid of vrijwilligerswerk

Samenwerkingsverbanden behandeling psychose

  • Familie en/of naasten zijn in eerste instantie meestal de belangrijkste samenwerkingspartners die worden betrokken bij kennismaking en hun visie op de situatie
  • wijkgerichte benadering heeft de voorkeur
  • er kunnen ook samenwerkingspartners gezocht worden in de regio

Epidemiologische kenmerken bipolaire stoornis

  1. Naar schatting 1.3%. Van de nederlanders heeft een bipolaire stoornis (211.000)
  2. vrijwel evenveel mannen als vrouwen
  3. na optreden houdt de persoon er een langdurige, soms levenslange kwetsbaarheid aan over

Risicogroepen bipolaire stoornis

  1. Mensen van wie de eerstegraadsverwanten een bipolaire stoornis hebben
  2. mensen met vaak terugkomende depressies
  3. vrouwen die een post partum depressie of psychose hebben doorgemaakt

Voortekenen bij de risicogroep (bipolaire)

  1. Slaapstoornissen
  2. hyperactiviteit en impulsiviteit
  3. emotionele labiliteit
  4. stemmingswisselingen
  5. depressieve klachten
  6. prikkelbaarheid
  7. angst en paniek
  8. psychotische verschijnselen

Aandachtspunten tijdens diagnose bipolaire stoornis

  1. Beschrijvende diagnose bevat meer dan de omschrijving van klachten en classificatie: belangrijk om oorzaken, gevolgen, uitlokkende situaties en gebeurtenissen en samenhang daarvan te onderzoeken
  2. bij een eerste episode dienen lichamelijke oorzaken uitgesloten te worden (bv. Medicatiegebruik, schildklierafwijking of hersenaandoening)
  3. het gebruik van alcohol en drugs kan het beeld vertroebelen
  4. realiseer je de stigmatiserende effecten van het psychiatrisch label

Aandachtspunten herstel, participatie en re-integratie bipolaire stoornis

  1. Help een patiënt om op een zo passend mogelijk niveau te participeren: pas na enige tijd van symptomatisch herstel is een inschatting van het haalbare niveau mogelijk; het kan lang duren voordat iemand weer op het oude niveau functioneert
  2. raad de patiënt af om op zeer onregelmatige tijden en in nachtdiensten te werken
  3. check of patient ondersteuning wil vanuit bedrijfsarts/leidinggevende bij ziekteverzuim
  4. adviseer om werkuren en werkhervatting geleidelijk op te bouwen: belastbaarheid is wisselend

Vaststelling diagnose depressieve stoornis

Wanneer er minstens een kernsymptoom en in totaal minimaal vijf gezamenlijk gedurende minstens twee weken aanwezig zijn, en wanneer deze leiden tot duidelijk disfunctioneren of lijden, is er sprake van depressieve episode. De episode kan daarbij niet worden verklaard door bijwerkingen van een geneesmiddel of somatische aandoeningen

Ernst depressieve stoornis

Variërend van licht, matig of ernstig, waarbij ernstig wordt gezien als:
  • beperkt het algemeen functioneren
  • veroorzaakt meer subjectief lijden
  • gaat met meer ernstige symptomen gepaard
  • duurt lang en recidiveert
  • tussen de episoden geen volledig herstel
  • suïcidale uitingen/suïcidepogingen
  • er zijn verschillende vormen van depressie wat de ernst ook bepaald

Epidemiologische kenmerken depressieve stoornis

  • Komt vaak voor, vooral onder adolescenten en (jong)volwassenen
  • schatting jaarlijks 797.000 mensen
  • schatting bij ruim 20% bestaat de depressieve stoornis langer dan twee jaar
  • oorzaak: een combinatie van biologische, sociale en psychologische factoren. Dit is per persoon verschillend. Er kunnen ook lichamelijke oorzaken zijn
  • beloop: bij 50% van de mensen met een depressieve stoornis gaat deze binnen drie maanden spontaan over. Bij de overige mensen is er verbetering na gemiddeld 6 maanden. Bij 50% komt de depressieve episode terug nadat de patiënt is hersteld

Vroege onderkenning en preventie (depressieve stoornis)

  • Vaak moeilijk te herkennen: sombere gevoelens kunnen ook normale emotionele reacties zijn bij een negatieve levensgebeurtenis
  • dysthymie is vaak minder zichtbaar, zorgt minder vaak voor uitval
  • bij kinderen staat een geprikkelde stemming vaak meer op de voorgrond dan somberheid; lijkt soms meer op een gedragsprobleem
  • bij ouderen met beperkt cognitief functioneren of andere psychische problemen kan depressie lastig herkent worden
  • preventie:
    • richt zich op beperken van risico- en in stand houdende factoren (stress en kwetsbaarheid) en verstreken van de beschermende factoren (kracht en sociale steun)
    • zelfhulp en zelfmanagement zijn belangrijke elementen. Interventies preventie:
      1. psycho-educatie
      2. leefstijladvisering
      3. gestandaardiseerde (groeps)cursussen/eHealth-interventies

Signalen depressie/dysthymie kunnen zijn

  1. Aanhoudende moeheid of klachten zonder lichamelijke oorzaak
  2. aanhoudende of terugkerende zorgen, somberheid, verdriet
  3. chronische pijn, nervositeit of slapeloosheid
  4. vermindering zelfzorg
  5. gewicht vermeerdering of vermindering
  6. verandering van (de beleving van) activiteitenpatroon en sociale contacten
  7. suïcidaliteit

Basisinterventies depressieve klachten/depressie/dysthymie

  1. Psycho-educatie
  2. activering en dag structurering
  3. actief volgen (beloop, symptomen, klachten)

Wanneer basisinterventies niet werken, dan inzet vervolgtherapie

  • Eerste stap interventies
    1. bibliotherapie
    2. zelfmanagement strategieën met begeleiding
    3. steunend-structurerende begeleiding
    4. activerende begeleiding
    5. fysieke inspanning
    6. psychomotors therapie
    7. psychosociale behandeling
    8. terugvalpreventie
  • bij onvoldoende resultaat
    1. psychotherapie
    2. medicatie (farmacotherapie): gebeurd meestal bij manische depressie
    3. intensivering behandeling
    4. terugvalpreventie

Herstel, participatie en re-integratie depressieve stoornissen

Persoonlijk welzijn, leren leven met depressie en kwaliteit van leven staan centraal. Belangrijk hierbij zijn:
  1. sociale steun
  2. praktische steun
  3. (weer) actief worden door maatschappelijke participatie in werk/opleiding/school/vrije tijd

Inzetmogelijkheden re-integratie depressieve stoornissen

  1. Ergotherapie
  2. werken op arbeid therapeutische basis
  3. (andere) arbeid- of schoolverzuimgerichte begeleiding

Behandeling en herstel schizofrenie

  • Sluit aan bij het gesprek bij iemand die schizofreen is: ga er niet tegenin
  • acceptatie
  • medicatie
  • psycho-educatie
  • lotgenotencontact
  • reduceren van stress: vaardigheden, steun van omgeving, rust, reinheid en regelmaat
  • crisissignaleringsplan, triadekaart

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo