Filosofische Antropologie - Drie mensmodellen
3 belangrijke vragen over Filosofische Antropologie - Drie mensmodellen
Wat is het organistische model?
Dit model gaat uit van de metafoor van de mens als levend organisme. Dit organisme heeft een zekere structuur en orde. Alle onderdelen zijn er op gericht om het organisme functionerend te houden. Het ene onderdeel is niet de oorzaak van de andere, maar maakt de werking van de ander mogelijk. Er is uitwisseling mogelijk, er zijn verschillende manieren mogelijk om het organisme te laten functionerenen het past zich aan aan de omgevingsfactoren. De werking is doelgericht, er is een ontwikkelingspatroon te zien dmv overgangen en behelst een verandering in structuur.
Beschrijf het organistische model aan de hand van steekwoorden.
Metafoor = de mens als een organisme
Uitleg = functioneel. Wat is het doel?
Sleutelwoorden = structuur, functie, holistisch, doelgericht, equifinality / gelijkwaardigheid
Voorspelling = in principe minder precies, maar de tendensen / neigingen zijn meer zeker. Organismen kunnen zich aanpassen aan hun omgeving om te overleven. De neiging is zelfbehoud.
Controle = hetzelfde
Antropologische implicaties = subjectiviteit
Uitleg = functioneel. Wat is het doel?
Sleutelwoorden = structuur, functie, holistisch, doelgericht, equifinality / gelijkwaardigheid
Voorspelling = in principe minder precies, maar de tendensen / neigingen zijn meer zeker. Organismen kunnen zich aanpassen aan hun omgeving om te overleven. De neiging is zelfbehoud.
Controle = hetzelfde
Antropologische implicaties = subjectiviteit
Beschrijf het narratieve model aan de hand van steekwoorden.
Metafoor = de mens is een verhaal
Uitleg = hermeneutisch. Wat is de betekenis?
Sleutelwoorden = betekenis, rede, holistisch, eenheid, kans, levenservaring
Voorspelling = totale voorspelling is onmogelijk, maar niet willekeurig
Controle = (ir)rationele overtuiging
Antropologische implicaties = het subject speelt een belangrijke rol, maar dit betekent niet dat hij meester in zijn eigen huis is.
Uitleg = hermeneutisch. Wat is de betekenis?
Sleutelwoorden = betekenis, rede, holistisch, eenheid, kans, levenservaring
Voorspelling = totale voorspelling is onmogelijk, maar niet willekeurig
Controle = (ir)rationele overtuiging
Antropologische implicaties = het subject speelt een belangrijke rol, maar dit betekent niet dat hij meester in zijn eigen huis is.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
