Samenvatting: Practicum Psychotherapie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Practicum Psychotherapie

• 1 Week 1 Rationale, interceptive exposure & ademhaling en Relaxatie

• 1.1 Powerpoint en hoorcollege

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Uit welke 4 onderdelen bestaat het cognitief gedragsmodel en hoe zijn deze met elkaar verbonden?

  Situatie, gedachte, emotie, gedrag
  
  situatie --> gedachte
  gedachte --> gedrag/emotie
  emotie --> gedachte/gedrag
  gedrag --> situatie/gedachte/emotie
  gedrag gaat naar alle andere, gedachte ontvangt van alle andere 

• Wat zijn de 3 onderdelen van een rationale en wat houden ze in?

  Etiologisch model:  hoe is het probleem ontstaan? (betekenis-analyse), waardoor wordt het in stand gehouden? (functie-analyse)
  veranderingsmodel: hoe pakken we het aan?
  afspraken over behandeling: hoe zal de behandeling eruit zien? 

• Wat zijn de 4 onderdelen van het instandhoudingsmodel van paniek?

  Lichamelijke sensaties
  interpretatie: gevaarlijk
  angst
  vermijding --> interpretatie gevaarlijk

• Uit welke 6 stappen bestaat de rationale van interoceptieve exposure?

  1. Clt beschrijft paniekaanval 
  2. Ontleed paniekaanval: lichamelijke verschijnselen, cognities daarover, emotie die cognitie oproept, effect emotie op lichamelijke verschijnselen, conclusie: paniek is een cirkel 
  3. Vraag naar gedrag (vermijding en korte termijn effect (FA)
  4. Onderzoek betekenis sensaties (cognitie): is cruciaal (BA)
  5. Begin cognitie uit te dagen
  vraag alt wat zou overtuigen of cognitie waar/onwaar is (gedragsexperiment

• Wat zijne effecten van (interoceptieve exposure)?

  Falsificatie cognitie: gevreesde gevolgen treden niet op
  habituatie = ervaringsleren: minder angst voor sensatie 

• Wat is het cognitief gedragsmodel?

  Een model dat problematiek beschrijft aan de hand van interacties tussen situaties, gedachten, emoties en gedrag. Situaties activeren gedachten, die zorgen voor emoties en gedrag. Deze relaties zijn bi-directioneel: het een versterkt het ander en andersom

• Wat is het scientist-practitioner model die centraal staat in de klinische praktijk?

  Het toepassen van klinische interventies op basis van kennis over de etiologie van stoornissen, behandelen volgens de empirische cyclus en het gebruik van evidence-based interventies

• Hoe ziet het scientist-practitioner model eruit?

  Aanmeldingsprobleem --> informatie verzameling/holistische theorie&functieanalyse --> behandelplan --> therapeutische interventies --> evaluatie

• Wat zijn 3 mogelijke oorzaken als de behandeling niet heeft gewerkt?

  1. Te weinig informatie verzameld of holistische theorie/functieanalyse is niet goed opgesteld --> voorkomen met meerdere hypotheses op te stellen 
  2. Verkeerde behandeling geselecteerd
  3. Interventie niet goed uitgevoerd/therapeutische relatie niet sterk genoeg 

• Wat is het socratisch dialoog?

  Een gesprek waarin clt achter antwoorden komt doordat de therapeut vragen stelt die clt helpen om zelf te ontdekken