Samenvatting: Praktijk
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Praktijk
-
1 Heup
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de MLPP van de heup?
30gr flexie
30gr abductie
lichte exorotatie -
Wat is de MCPP van de heup?
Maximale extensie, adductie en endorotatie.
of
Maximale extensie, abductie en exorotatie -
1.1 onderzoek en tests
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe test je het piriformis syndroom?
Patiënt ligt op niet aangedane zij met ventrale zijde tegen rand van de bank.
Onderbeen gestrekt.
Ander been 60gr flexie in heup en flexie knie.
Fysio fixeert de heup met een hand. En geeft druk op de knie richting de vloer.
Test is positief als het herkenbare pijn provoceert in de bil of als het uitstraalt in de achterkant van het been. -
Hoe test je de "sign of the buttock?
1. Je begint als de "straight leg raise:
Patient ligt op zijn rug. Fysio maakt passieve anteflexie met gestrekte been. Dit is bij een sign of the buttock beperkt en pijnlijk.
2. Als je niet verder kunt dan wordt de knie volledig in flexie gebracht. De heup flexie zou normaal gesproken nu verder moeten kunnen bewegen. Maar bij een positief sign of the buttock lukt dat niet. Het eindgevoel is "leeg" (defense musculaire). -
1.2 Aandoeningen heup
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de meest voorkomende aandoeningen die pijn in de heup kunnen geven?
- coxartrose
- piriformis syndroom
- bursitistrochanterica (of grote trochanter pijnsyndroom GTPS)
- labrum leasie
- impingement
- iliopsoas syndroom
-adductiegerelateerde liespijn -
Wat is het klinisch beeld voor heupartrose?
- Leeftijd ouder dan 45j.
- Pijnklachten langer dan 3 maanden en met name bij belasten.
- Bij zitten geen verergering van de pijn.
- Pijn in de lies of dijbeen, soms in de bil of lage rug.
- Verminderd bewegingsuitslag en benig eindgevoel.
- Krachtverlies van de heupabductoren.
- Startpijn en/of stijfheid.
- Pijn bij palpatie over het lig. Inguinale. -
Anatomie van de m. Piriformis
Origo: os sacrum
Insertie: trochanter major van het femur
Innervatie: S1-S2
Functie: Exorotatie, abductie, extentie en stabilisatie van het heupgewricht. -
Hoe ontstaat het piriformis syndroom?
Het piriformissyndroom ontstaat als de musculus piriformis de nervus ischiadicus irriteert, die vlak langs of zelfs door de spier heen loopt. Het syndroom komt vaak voor bij (ballet)dansers, die hun musculus piriformis continu gebruiken bij het uitdraaien van hun heupen.
Bij het piriformis syndroom is er vaak sprake van verdikking, verkorting of hoge spanning van de piriformis spier. -
Waarom wordt er steeds vaker gesproken van een Grote Trochanter PijnSyndroom (GTPS) en niet meer van een slijmbeursontsteking (brusitis trochanterica)?
Omdat we nu weten dat er meerdere oorzaken zijn die de pijn kunnen veroorzaken. Namelijk:
- Slijmbeursontsteking
- Pees irritatie: op de trochanter major hechten 5 verschillende spieren vast. Daarnaast lopen er nog een aantal spieren eroverheen. Door verkeerde belasting, wrijving of verkalking kunnen deze spieren en pezen geprikkeld worden en pijn geven.
- Exostosen: uitstulpen van bot die langzaam kunnen groeien, doordat pezen en spieren hierover heen schuren raken ze geïrriteerd en veroorzaken pijn. -
Wat zijn de symptomen van het GTPS?
-Pijn aan de buitenzijde van de heup
-Gevoeligheid bij aanraking
-Op de heup liggen is heel pijnlijk of niet mogelijk
-Bepaalde bewegingen zijn pijn provocerend of zelfs onmogelijk, zoals; (trap)lopen, springen, hardlopen, met gekruiste benen zitten.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden