Peesaandoeningen tendinose - tractus iliotibialis frictiesyndroom - hamstringblessure
8 belangrijke vragen over Peesaandoeningen tendinose - tractus iliotibialis frictiesyndroom - hamstringblessure
Welke twee typen hamstringblessures ken je?
Wat vraag je in de anamnese met betrekking tot de symptomen?
* Pijn: wanneer (rust of beweging), ernst (VAS-score), lokalisatie
* Duur van de blessure
* Begeleidende verschijnselen (spierkramp, verminderde kracht en/of lenigheid, hematoom, zwelling, lage rugklachten
Welke aanvullende anamnestische vragen stel je met betrekking tot risicofactoren?
* Verminderde lenigheid
* Verminderde kracht (m.n. ratio excentrische kracht hamstrings- concentrische kracht quadriceps)
* Verminderde actieve rompstabiliteit
* Vermoeidheid
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat voor lichamelijk onderzoek doe je? (liefst binnen 2 dagen posttrauma)
• Inspectie (spierbuiken, haematoom)
• Palpatie (localisatie pijn, uitgebreidheid pijnlijke gebied, delle)
• Rektesten (actieve en passieve straight leg raising test)
• Weerstandtesten (in buiklig extensie in heup tegen manuele weerstand met knie in 0° en 90°
* flexie; in buiklig flexie in de knie tegen manuele weerstand bij respectievelijk 15° en 90°
* gebogen knie, zowel met onderbeen in neutrale stand als met onderbeen in exorotatie en endorotatie in verband met differentiatie tussen laesies van m.biceps femoris en de mediale
hamstrings)
* Onderzoek naar gerefereerde pijn en functie LSWK (slump test)
Hoe ziet een conservatieve behandeling van een hamstringblessure eruit?
• Actief oefenprogramma met tijdsduur afhankelijk van de ernst van de hamstringblessure,
variërend voor het sprint type hamstringblessure van enkele weken tot 16 weken en voor het
stretch type hamstringblessure van enkele maanden tot meer dan een jaar. Het actief
oefenprogramma wordt minimaal 3 maal per week uitgevoerd en dient gericht te zijn op een
geleidelijke opbouw van actieve en passieve flexibiliteit, spierkracht (concentrisch en
excentrisch) en actieve rompstabiliteit.
Wat betreft de behandeling/revalidatie van acute hamstringblessures wordt (nog) geen onderscheid
gemaakt tussen het stretch type en het sprint type.
Wanneer is een operatieve behandeling nodig?
beslissing tot opereren kan afhankelijk gesteld worden van activiteitenniveau sportbeoefening,
wel/geen benige avulsie, aantal afgescheurde pezen en mate van retractie.
De behandeling van graad III rupturen (musculotendineus, intramusculair) lijkt afhankelijk van
factoren als activiteitenniveau sportbeoefening (topsporter?), delaytijd tussen trauma en consult,
beschikbaarheid OK, ervaring chirurg
Benoem de verschillen tussen een sprint type hamstringblessure en een stretch type hamstringblessure.
Palpatie: de pijnlocatie is verschillend. Bij het type I is de lange kop van de m. biceps femoris aangedaan. Het betreft een aandoening van de spier-peesovergang (proximal muscle-tendon junction). Bij het type II is de locatie van de pijn dicht tegen het tuber ischiadicum. Het betreft in dit geval de vrije pees van de m. semimembranosus.
Hoe voer je de askling's glinding exercise uit?
- extender, ruglig, hamsting strekken vlak voor pijnprovocatie 2 keer per dag, 3 x 12 herhalingen
-diver, om de dag, 1 keer, 3 x6 herhalingen
-glider, stop voor pijnprovocatie om de 3 dagen, 3 x4 herhalingen
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden