Knie- articulatio genus - KNGF richtlijn acute knie

25 belangrijke vragen over Knie- articulatio genus - KNGF richtlijn acute knie

Welke structuren kunnen aangedaan zijn bij acuut knieletsel?

de voorste kruisband (vkb)
de achterste kruistband (AKB)
het superficiale mediale collaterale ligemant (sMCL)
het posteromediaal complex (PMC)
het lateraal collateraal ligament (LCL)
het posterolateraal complex (PLC)
de meniscus
het kraakbeen

Hoe worden kniebandletsels ingedeeld?

Volgens de IDKC gradering
Graad A: uitslagen gelijk (links-rechts);
Graad B: lichte verschuiving (glide);
Graad C: waarneembare reponering tibia (hoorbare klik/plof; clunck);
Graad D: duidelijke reponering tibia (gross)

Wat zijn rode vlaggen bij acuut knieletsel?

patiënten met tekenen en symptomen die wijzen op een fractuur, neurovasculaire schade/ gecombineerde letsels, een ruptuur van het extensiemechanisme, monoartritis, bloedingsstoornissen of tumoren direct moeten worden doorverwezen naar de (huis)arts. Fysiotherapeutische behandeling is in deze gevallen niet geïndiceerd.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de ottawa knie rules?

Ottawa Knee Rules om fractuur uit te sluiten
• 55 jaar of ouder
• lokale drukpijn op het fibulakopje
• geïsoleerde drukpijn op de patella
• niet in staat om de knie tot 90° graden te buigen
• niet in staat om direct na het trauma of in de spreekkamer het been te belasten (vier passen te lopen)

Actie: Bij een acuut knietrauma plus een van de vijf kenmerken van de Ottawa Knee Rules: verwijzen naar de (huis)arts voor röntgenfoto. Aandoening: (verdenking op) fractuur Definitie: scheur of breuk in het bot (patella, fibula, femur, tibia) Ongevalsmechanisme: zeer divers

Hoe sluit je neurovasculaire schade/ gecombineerd letsel uit? Welke actie onderneem je?

twee of meer grote bandletsels (voorste kruisband, achterste kruisband, postolateraal complex, posteromediaal complex)
• huidindeuking, groeve ter hoogte van de laterale of mediale gewrichtslijn
• ecchymosis (bloeduitstorting in de huid)
• duidelijk palpeerbare en zichtbare deformiteit

Actie: Bij een verdenking op neurovasculaire schade/gecombineerde letsels: verwijzen naar de (huis)arts. Aandoening: neurovasculaire schade / gecombineerde letsels: schade van de n. peroneus communis en / of n. tibialis, al dan niet gecombineerd met een ruptuur van de a. tibiales posterior en / of de a. dorsalis pedis, knieluxatie Definitie: neurologisch Ongevalsmechanisme: vooral posterolaterale luxatie

Wat zijn symptomen van monoartitis?

koorts
• gevoel van algehele malaise
• zwelling van het gehele gewricht (niet verplaatsbare zwelling, huid staat strak)
• roodheid van het gewricht
• lokale warmte
• vermindering van de mobiliteit van het gewricht

actie: verwijzen naar de huisarts

Hoe sluit je een ruptuur van het extensiemechanisme uit?

onmogelijkheid om het aangedane been gestrekt op te tillen
• palpabele delle (indeuking) in de m. quadriceps
• verschil in hoogte van de twee patellae (patella alta = patellapeesruptuur; patella bacha = quadricepspeesruptuur)
• onmogelijkheid om het been te belasten

Actie: Bij een verdenking op een ruptuur extensiemechanisme : verwijzen naar de (huis)- arts.
Aandoening: ruptuur extensiemechanisme
Definitie: gedeeltelijke of volledige scheuring van de quadriceps- of patellapees
Ongevalsmechanisme: low-velocitytrauma (meestal bij ouderen), sport- of motorongelukken (meestal bij jongeren)

Wat doe je bij een plotselinge haematros zonder aanleiding?

verwijzen naar de (huis)arts.
Aandoening: bloedingsstoornis
Definitie: stoornis in het proces van bloedstolling door afwezigheid van stollingskenmerk (hemofilie) of door medicatiegebruik (anticoagulantia)
Ongevalsmechanisme: meestal geen relevant trauma

Welke symptomen kun je ontdekken bij een bot of wekedelentumor?

milde, wisselende pijn gedurende enkele weken
• zwelling (palbeerbare massa) bij het uiteinde van de lange pijpbeenderen
• zwelling van de weke delen
• groei in een langer bestaande laesie/zwelling
• een zwelling onder het niveau van de spierfascie
• gezwel op plaats waar trauma niet heeft plaatsgevonden / op een ongebruikelijke plaats
• patiënt heeft (ook) algemene klachten, palpabele lymfeklieren

Welke specifieke anamnestische vragen stel je voor het diagnosticeren van acute knieletsels?

Hoe was het ongeval?
Wat waren de klachten tijdens het trauma en daarna?
Is er zwelling ontstaan tijdens of na het trauma (en welke tijdsspanne hoort hierbij)?
Was/is er een ‘giving-way’gevoel aanwezig?
Was/is er pijn bij (on)belast draaien van de knie?
Waren/zijn er slotklachten?
Hoe ging/gaat lopen?
Hoe ging/gaat hurken?
Waren/zijn er nachtelijke pijnen en/of startpijnen?
Was/is er liespijn of waren/zijn er heupklachten?

Wanneer is de betrouwbaarheid van diagnostiek bij acute knieklachten laag?

Diagnostiek van acute knieletsels kan in de eerste dagen lastig zijn door pijn, zwelling en afweerspanning. De betrouwbaarheid van diagnostische tests is in de eerste dagen na het trauma laag
-Sommige auteurs geven aan dat onderzoek van de knie binnen twee tot zes uur na het trauma wel adequaat lijkt te zijn
- Wong geeft als tijdsindicatie dat het onderzoek bij acute knieklachten pas tien dagen na het trauma betrouwbaar is

Hoe kan de testuitslag van een strijktest beschreven worden?

0, normaal - geen hydrops
1, mild letsel- lichte verplaatsing van vocht mogelijk (minder dan 25 cc)
2, matig letsel- verplaatsing vocht gemakkelijk zichtbaar (25-60 cc) 3, ernstig letsel- gespannen knie (> 60 cc)

Wat is de meest logische volgorde van testen bij achterste kruisband letsel?

-Achterste schuiflade test
-step-off test ook wel zwaartekrachteken of posterior lag sign genoemd, gravity drawer sign
-actieve quadriceps test

Welke ligamenten zijn bij een acute knie het vaakst aangedaan? Welke testen doe je?

Het oppervlakkige mediale collaterale ligament (sMCL)
letsel  van het PMC (posteromediaal complex) worden vaak gezien in combinatie met letsel  van de voorste of de achterste kruisband.
-valgus stress test in 20 graden flexie (positief bij sMCL) letsel
-valgus stess test in 0 flexie (positief bij PMC letsel)

Uit welke drie lagen bestaat de laterale anatomie van de knie?

- oppervlakkig, tractus iliotibialis, oppervlakkige deel m. Biceps femoris.
-tweede laage, retinaculum van de m. Quadriceps en de laterale patellafemorale ligamenten.
-derde laag, bevat de belangrijkste stabilisatoren,  van de PLC (posterolateraal complex)    namelijk het LCL, het popliteofibulaire ligament en de popliteuspees. De functie van het LCL (laterale collaterale ligament) is handhaven van de varusstabiliteit in 20° flexie; de functie van de PLC is handhaven van de varusstabiliteit in 0° flexie

Wanneer is kraakbeenletsel aannemelijk?

acuut trauma met een haemarthros (binnen 0-2 uur);
• onverwacht begin van pijn, dat niet te herleiden is tot een vaststaand (bewegings)patroon;
• pijn en zwelling die wisselend van aard zijn;
• slotklachten en een gevoel van blokkeren van de knie in de anamnese;
• een positieve Joint line tenderness (JLT) test.

Welke afwijkingen in de loopanalyse kun je opmerken?

-quadricepsreductie in de landingsfase, vroege standfase. Afwijking: onvoldoende opvang van de quadriceps waardoor de knie in extensie blijft. Normaal: beweegt de knie naar 20 graden flexie
-flexiepatroon in de midden/standfase.  Afwijking: onvoldoende extensiemogelijkheid in het knie gewricht. Normaal: de knie beweegt naar volledige extensie.
-geen ontspanning van de m. Quadriceps. Afwijking: door onvoldoende strekking is het niet mogelijk de m. Quadriceps te ontspannen  in de late standfase. Normaal: de m. Quadriceps ontspant

Wanneer ga je bij acuut knieletsel behandelen en hoelang?

Direct na het trauma starten gedurende 6 weken.
Uitzondering hierop zijn de types acuut knieletsel waarvan de diagnose binnen één week na het trauma wordt bevestigd en mogelijke doorverwijzing plaatsvindt voor het aanmeten van een brace of omdat gipsbehandeling aanbevolen wordt. Dit is het geval bij:
• AKB-letsels (gips); •
sMCL en
PMC-letsels graad B, C en D (brace); • LCL- en PLC-letsels graad B, C en D (gips).

Welke testen worden geadviseerd bij PLC letsel?

Letsel van het plc ondermijnen de stabiliteit.
De volgende testen worden geadviseerd:
• de Varus-stresstest in 20° flexie (LCL-letsel);
• de Varus-stresstest in 0° flexie (PLC-letsel);
• de Dial-test in 30° flexie (PLC-letsel).

Hoe ziet de therapie er de eerste 6 weken uit bij acute knie?

-verminderen van de hydrops, synovitis met behulp van belastbaarheidsoefenigen
- gecontoleerd opbouwen van de mobiliteit van de oefeningen
-aanleren van een dynamisch looppatroon
gebruik  pijn, warmte, hydrops en een stijf gevoel van de knie als criteria voor de belastbaarheid van de knie. Pas als de hydrops duidelijk verminderd is en er geen synovitis meer is, er een goede range of motion is bereikt en de patiënt een technisch goed looppatroon heeft bereikt, kan de behandeling verder uitgebouwd worden met neuromusculaire training en krachttraining

Wanneer krijgt een patiënt een brace?

bij letsel van het sMCL en/of het PMC (graad B, C en D) noodzakelijk is de patiënt binnen één week na het acute knieletsel te verwijzen naar de huisarts voor mogelijke doorverwijzing voor het aanmeten van een brace.
Dit geldt ook voor Letsel van het LCL en/of PLC (graad B, C en D)

Wat voor therapie pas je toe bij meniscusletsel? Kan meniscusletsel herstellen?

Een meniscusletsel kan herstellen, mits dit letsel aanwezig is in de red-redzone. Deze buitenzijde van de meniscus is namelijk voorzien van bloedvaten. De kans op regeneratie in de white-whitezone (binnenzijde) is niet aanwezig
oefentherapie de behandeling van eerste keuze is. Bij onvoldoende resultaat van de fysiotherapeutische behandeling dient de patiënt verwezen te worden naar de huisarts voor mogelijke doorverwijzing voor operatief ingrijpen.
Niet-traumatisch ontstane meniscusletsels hebben namelijk een goede prognose bij conservatieve therapie.  Van traumatisch ontstane meniscusletsels is dit nog onbekend.

Hoe snel hersteld kraakbeen?

Moeilijk te zeggen.  hydrops/synoviitis bij kraakbeenletsels vermindert over het algemeen langzaam vermindert en conservatieve behandeling is een lang traject is. Dat komt onder andere doordat de intrinsieke herstelmogelijkheden beperkt blijven tot het produceren van fibrocartilagineus weefsel; een weefsel dat duidelijk inferieur is aan het oorspronkelijke hyaline kraakbeen

Wat is het verschil tussen slot klachten en pseudo slotklachten?

Bij slotklachten ervaren patiënten een echte slotstand. het gewricht kan niet meer bewegen. Bewegen kan pas weer na (auto)manipulatie. Pseudo-slotklachten zijn een verschijnsel bij onder andere patellofemorale klachten. Patiënten ervaren dan een ‘haperen’ van de knie en/of knieschijf bij bewegen. De knie kan echter altijd bewegen en zit nooit op slot. Slotklachten zijn vaak indicatief voor meniscus- of kraakbeenletsel. Vooral de zogenaamde bucket-handle meniscusscheuren, waarbij de scheur in de longitudinale richting verloopt en soms omklapt, kunnen dergelijke klachten geven

Welke soorten zwellingen zijn er mogelijk bij acuut knieletsel?

- heamartros (bloed), (Bij 67-72% van de patiënten met haemarthros is er sprake van VKB letsel)
- hydrops (vocht), (Hydrops komt voor bij meniscusletsel, ligamentair letsel en kraakbeenletsel)
- synovitis (ontsteking), (. Bij een synovitis is de knie dik, maar de zwelling is hard en niet verplaatsbaar, zoals bij een hydrops. In de zeer acute fase kan er in eerste instantie sprake zijn van een lokale zwelling_
l- okale zwelling met oedeem van het onderbeen (rekening houden met ernstig letsel)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo