Samenvatting: Praktijk Gerichte Ontwikkelingspsychologie | 9789024415519 | Marjan de Bil, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van praktijk gerichte ontwikkelingspsychologie | 9789024415519 | Marjan de Bil en Petra de Bil
-
1 Wat is ontwikkelingspsychologie?
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1.1 inleiding
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Mia hecht erg aan haar pop. De pop moet overal mee naar toe en in de nacht moet de pop ook een dekentje over haar heen, anders heeft ze het koud, zo zegt Mia. In welke fase van de cognitieve ontwikkeling bevind Mia zich, volgens de theorie van Piaget?
De pre-operationele fase. -
Ontwikkeling van pasgeboren baby?
De ontwikkeling van pasgeboren baby tot jongvolwassene is veelomvattend en vindt plaats in een relatief korte tijd.
Een kind leert lopen, praten en denken.
Verder leert een kind contact aan te gaan met anderen, en zich te verplaatsen in een ander en vriendschapsrelaties te onderhouden. -
Welke stelling over de spelontwikkeling is juist?1. Voetballen, blikspuit en volleybal zijn vormen van oefenspel.2. Monopoly spelen is een vorm van regelspel.3. Bij kinderen tussen de 2 en 3 jaar zie je vooral het sociale spel, ook wel het coöperatieve spel genoemd.4. Taartjes bakken in de zandbak en deze 'verkopen' is symbolisch spel.
2. -
Welke stelling over pesten is juist?1. 1 op de 50 kinderen heeft op de basisschool wel eens te maken met pesten.2. Pesten is vaak goed te signaleren in een klas. Daarnaast komen kinderen die pesten in de meeste gevallen snel in actie door het te melden bij de leerkracht.3. Kinderen die niet snel gepest zullen worden, zijn de kinderen met goed zelfvertrouwen, een sterke identiteit en goede communicatieve vaardigheden. 4. Een kind uitschelden voor 'He, Bolle!' is een voorbeeld van indirect pesten.
3. -
Je leest in een dossier van Mohammed (16 jaar) dat hij op een intelligentietest 2 maanden geleden een score van 92 gehaald heeft. Wat kun je zeggen over zijn intelligentie?
Mohammed is normaal begaafd. -
Een jongen van 9 jaar drukt een ander kind achter de computer vandaan en gaat vervolgens zelf gamen. Hoe noem je deze vorm van agressie bij kinderen?
Instrumentele agressie -
Welke stelling over de seksuele ontwikkeling van kinderen is NIET waar?1. Het is normaal dat een kind van 2 met de eigen geslachtsdelen speelt, omdat dit hem of haar een lekker gevoel geeft.2. De leeftijd waarop jongeren voor het eerst geslachtsgemeenschap hebben is de afgelopen 10 jaar omlaag gegaan.3. Ervaring met seksueel gedrag: tongzoenen, oppervlakkig vrijen en aanraken is normaal in/vanaf de leeftijdscategorie 12-14 jaar.4. Een kind van 5 jaar is verliefd op een klasgenoot. Dat is normaal, want de eerste verliefdheden ontstaan zo rond het 4e levensjaar.
2. -
Welk van de onderstaande uitspraken hoort bij het conventionele stadium van Kohlberg?1. Laatst ging ik snotverkouden naar een werkcollege, dat doe ik niet weer. De docent werd kwaad! Dat wil ik niet nog een keer meemaken.2. Ik had altijd een mondkapje op in de trein. Ik vind dat ik daarin een verantwoordelijkheid heb naar de samenleving.3. Ik doe altijd een coronazelftest voordat ik naar een verjaardag of feest ga, ik houd mij aan het advies van het RIVM.4. Ik doe nooit een coronazelftest, er is toch niemand die het controleert.
3. -
Er zijn belangrijke verschillen tussen jongensculturen en meisjesculturen. Welke van de onderstaande typeringen is waar in dit verband?1. Jongens leren conflicten te vermijden.2. Meisjes spelen in kleinere groepen en vaker binnen.3. Jongens zijn vaker met elkaar eens.4. Jongens die met meisjesspeelgoed spelen worden meer geaccepteerd dan meisjes die met jongensspeelgoed spelen.
2. -
Een observatie: Baby Maaike (12 maanden) is wekenlang niet op de creche geweest. Vandaag wordt ze weer gebracht. Er staat een leidster op de groep die ze nog niet kent. Als haar moeder even weggaat om haar jas op de kapstok te hangen en dergelijke kijkt Maaike ongelukkig en kruipt naar de deur. Ze moet huilen. Ze wil niet getroost worden door de leidster. Als moeder terugkomt wil ze door haar moeder opgepakt worden en is ze snel weer rustig en tevreden. Welke hechtingsrelatie lijkt het meest van toepassing te zijn bij deze observatie?
Veilig gehecht
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden