Startpagina / Samenvattingen / praktijk gerichte ontwikkelingspsychologie / school3-concentratiestoornissen-werkgeheugenprobleem

Kind en school

Q: Marcia onderscheidt vier identiteit statussen. Welke zijn het en wat houden ze in?

- Identiteitsstatus 1: identity achievement-status : De jongere heeft sterke bindingen die na een periode van experimenteren tot stand zijn gekomen. - Identiteitsstatus 2: foreclosure-status : De jongere heeft sterke bindingen die echter zonder exploratie zijn ontstaan. De jongere heeft zich zonder discussie geconformeerd aan de waarden en normen van zijn ouders. - Identiteitsstatus 3: motatormium-status : De jongere is nog in zijn experimenteerperiode en is nog geen bindingen aangegaan. Hij kan nog geen keuze maken. - Identiteitsstatus 4: identity diffusion-status : De jongere is nog niet bezig geweest met bindingen aangaan of experimenteren. Er is sprake van identiteitsverwarring.

Q: De attributietheorie van Weiner gaat over het toeschrijven van oorzaken aan de situatie. Dit is een uitbreiding van de theorie van Rotter. Hierbij komen de volgende begrippen aan bod: interne lotus of controle, externe lotus of controle. Daarbij komt ook intern of extern, stabiel of instabiel en controleerbaar of oncontroleerbaar bij kijken. Geef van alles aan wat ermee bedoeld wordt.

- Interne lotus of controle : mensen hebben het idee dat hun leven in eigen handen ligt. Schrijven geluk of pech aan zichzelf toe. - Externe lotus of controle : mensen gaan ervan uit dat zij weinig controle hebben over hun leven. Geven de schuld aan factoren die zij niet kunnen beïnvloeden. - Intern of extern : waar schrijf je de omstandigheden aan toe? - Stabiel of instabiel : kan het veranderen of niet? - Controleerbaar of oncontroleerbaar : kan je het controleren?

5 belangrijke vragen over Kind en school

Marcia onderscheidt vier identiteit statussen. Welke zijn het en wat houden ze in?

- Identiteitsstatus 1: identity achievement-status: De jongere heeft sterke bindingen die na een periode van experimenteren tot stand zijn gekomen.
- Identiteitsstatus 2: foreclosure-status: De jongere heeft sterke bindingen die echter zonder exploratie zijn ontstaan. De jongere heeft zich zonder discussie geconformeerd aan de waarden en normen van zijn ouders.
- Identiteitsstatus 3: motatormium-status: De jongere is nog in zijn experimenteerperiode en is nog geen bindingen aangegaan. Hij kan nog geen keuze maken.
- Identiteitsstatus 4: identity diffusion-status: De jongere is nog niet bezig geweest met bindingen aangaan of experimenteren. Er is sprake van identiteitsverwarring.

De attributietheorie van Weiner gaat over het toeschrijven van oorzaken aan de situatie. Dit is een uitbreiding van de theorie van Rotter. Hierbij komen de volgende begrippen aan bod: interne lotus of controle, externe lotus of controle. Daarbij komt ook intern of extern, stabiel of instabiel en controleerbaar of oncontroleerbaar bij kijken. Geef van alles aan wat ermee bedoeld wordt.

- Interne lotus of controle: mensen hebben het idee dat hun leven in eigen handen ligt. Schrijven geluk of pech aan zichzelf toe.
- Externe lotus of controle: mensen gaan ervan uit dat zij weinig controle hebben over hun leven. Geven de schuld aan factoren die zij niet kunnen beïnvloeden.

- Intern of extern: waar schrijf je de omstandigheden aan toe?
- Stabiel of instabiel: kan het veranderen of niet?
- Controleerbaar of oncontroleerbaar: kan je het controleren?