Samenvatting: Praktijkboek Presentie | 9789046906513 | Elly, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Praktijkboek presentie | 9789046906513 | Elly, Beurskens, Marije van der Linde, Andries Baart

• 1 Een eerste kennismaking met presentie

• 1.1 Presentie: een werkdefinitie

• Hoe wordt presentie gedefineerd?

  Presentie wordt gedefinieerd als: 'een praktijk waarbij de zorggever zich aandachtig en toegewijd op de ander betrekt, zo leert zien wat er bij de ander op het spel staat - van verlangens tot angst - en die in aansluiting dáárbij gaat begrijpen wat er in de desbetreffende situatie gedaan zou kunnen worden en wie hij/zij daarbij voor de ander kan zijn. Wat gedaan kan worden, wordt dan ook gedaan. Een manier van doen, die slecht verwezenlijkt kan worden met gevoel voor subtiliteit, vakmanschap, met praktische wijsheid en liefdevolle trouw' - Baart, 2004a, pp. 40-41.

• 1.2 Presentie gaat over goede zorg

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe omschrijven zorgontvangers goede zorg?

  Iemand die concreet tijd en aandacht voor je heeft, zich op je betrekt en zich jouw lot aantrekt, die iets begrijpt van je leven en je sores en die het goede voor jou wil.

• Hoe levert iemand goede zorg die presentie beoefent?

  Iemand die presentie beoefent, is erop uit om zorg te geven die passend is, waar de ander baat bij heeft en die door hem als goed wordt ervaren. Pas als de zorgontvanger zegt dat dat zo is, spreken we van (goede) zorg.

• 1.3 Taal

• Welke begrippen worden veelvuldig gebruikt in presentie?

  Aansluiten, afstemmen, relationeel werken, finaliseren en bekommernis.

• 1.4 Waar komt presentie vandaan?

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Uit welke academische tradities heeft de presentiebenadering nog meer kennis geput?

  De wijsbegeerte, de theologie, de zorgethiek en verpleegkundige theorieën (over nursing).

• 1.5.2 Kenmerken van presentie

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat betekend om (2) open en onbevangen waar te nemen?

  Daarbij ben je heel behoedzaam, zodat je niet vanuit je vak, je opleiding, je aannames of snelle interpretaties denkt te weten hoe het zit. Je probeert modellen en diagnoses even opzij te zetten en echt op een vrije, verwonderende ontdekkingstocht te gaan met de vraag: wie zijn deze mensen?

• Wat betekend om (3) je aan te sluiten en af te stemmen op de ander?

  Wanneer je in een chaotische woning binnenkomt, ga je niet meteen de rommel opruimen omdat jij niet tegen rommel kunt, maar kijk en luister je eerst naar de ander: wat speelt hier voor haar, wat vindt zij belangrijk? Je wacht eerst even af en bent terughoudend. Als zorgverlener schort je je eigen agenda dus op en sluit je aan bij waar de ander is.

• Wat betekend om (4) je tempo aan te passen op dat van de ander?

  Je bent niet bezig met zo snel mogelijk 'je eigen ding' of 'de' vraag boven water halen. Hierbij gaat het om je tijd nemen om langs te gaan, ongehaast tijd doorbrengen, te kletsen en de zorgvragen te leren kennen. De zorgvrager heeft ook tijd nodig om de professional te vertrouwen. Pas als er zich iets aandient wat gedaan kan worden (bijvoorbeeld: de administratieve chaos op orde brengen, andere hulp inschakelen, concrete ondersteuning naar instanties toe), doe je dat.

• Wat betekend om (6) niet 'verkokerd' te zijn?

  Je bent niet alleen aanspreekbaar op één type vraag of probleem. Je gaat soms ook buiten de grenzen van je eigen vakgebied, als dat nodig is. Dat betekend niet dat je alles moet doen en kunnen. Integendeel, je zorgt juist dat er ruimte en aandacht is voor wat er speelt en dat iemand er eventueel hulp bij krijgt.

• Wat betekend om (5) niet uitsluitend op routine te werken?

  Als het maken van afspraken op een kantoor voor jouw cliënten niet goed werkt, dan moet je iets anders doen, bijvoorbeeld op huisbezoek gaan. Als een bewoner aldoor het stempel 'lastig' krijgt opgedrukt, ga je niet zonder meer van uit dat dat klopt, maar ga je eerst uitzoeken wat er echt aan de hand is: heeft het iets te maken met wat jullie als zorgverleners doen of laten? En wat zou er anders kunnen, waardoor deze persoon zich beter geholpen, gehoord of gezien voelt?