Doelen opstellen en onderhandelen (fase 2)

5 belangrijke vragen over Doelen opstellen en onderhandelen (fase 2)

Welke gespreksvorm staat centraal bij het onderhandelen over doelen?

motiverende gespreksvoering

De behoeftenpiramide van Maslow en op welke lagen bevinden doelen die met sociaal-psychiatrische begleiding worden nagestreefd?

van onder naar boven:
  1. fysiologische behoeften: zuurstof, drinken, eten, slaap, voortplanting
  2. veiligheidsbehoeften: geen bedreiging, zekerheid, rust
  3. sociale behoeften: geborgenheid, contact, seks
  4. waarderingsbehoeften: eer, respect
  5. ontplooiingsbehoeften: groei, zelfverwezelijking


laag 1 tot en met 3

Wat zijn de stappen naar werkbare doelstellingen en welke acties horen bij elke stap?

  1. creëer toekomstperspectief: formuleer gezamenlijk een langetermijnbegeleidingsdoel voor de toekomst
  2. formuleer voorlopige werkdoelen: vertaal het grote begeleidingsdoel naar enkele voorlopige werkdoelen
  3. inventariseer huidige zorgbehoeften en werkdoelen: vul de CANSAS in (cliënt en professional)
  4. onderhandel over zorgbehoeften en werkdoelen: bespreek de noodzaak en prioriteit van zorgbehoeften in relatie tot het grote begeleidingsdoel
  5. formuleer werkdoelen: concretiseer de werkdoelen en formuleer de SMARTIE
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waar baseert de hulpverlener het invullen van de CANSAS met betrekking tot een cliënt zich op?

  • informatie uit dossier, anamnese etc
  • informatie van de cliënt
  • eigen observaties in de spreekkamer
  • informatie van derden (systeemleden van de cliënt, andere hulpverleners binnen en buiten de eigen instelling)
  • eigen observaties elders (bijvoorbeeld cliënts woning)

Welke vijf vragen kunnen helpen om in ieder geval de SMART in het doel te krijgen? (volgorde letters is ondergeschikt aan het formuleren van een scherp doel)

  1. Hoe zou de cliënt merken dat het doel bereikt is? (m)
  2. Om welke specifieke gedragingen, personen, activiteiten, etc. gaat het bij dit doel (s)?
  3. Wat draagt dit doel bij aan het bereiken van het begeleidingsdoel? (r)
  4. Hoeveel tijd of gesprekken heeft de cliënt nodig om dit doel te bereiken en wanneer begint of eindigt het werken aan het doel? (t)
  5. Hoe vaak, wanneer, hoeveel of hoe is de cliënt in staat om binnen de gestelde periode aan dit doel te werken? (a)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo