Samenvatting: Praktijkboek Sociologie | 9789024407514 | Harry Hendrix

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Praktijkboek Sociologie | 9789024407514 | Harry Hendrix

• 1 Wat is sociologie

  Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is volgens Mills Sociologische verbeeldingskracht?

  De manier waarop iemand betekenis geeft aan een situatie.

• Wat is sociaal bewustzijn

  Je hebt zicht op de snijvlakken tussen je persoonlijk levenslot, geschiedenis en sociale omstandigheden

• Waarom zegt Karl marx: Geloof is een medicijn opium voor het volk.

  Dit zegt hij, omdat wij snel informatie waarnemen van socialmedia

• Wat is cognitieve dissonatie?

  Je gedachtes die je bij iets hebt. Voor velen is dat vanzelfsprekend. We vinden het fijner om  mooie verhalen te horen dan de naakte waarheid.  hoe erg bijvoorbeeld iets is. Wij hebben sterke drang om die verschillen te verkleinen. Vaak doen we dat door feiten en opvattingen zo te vervormen dat ze passen bij onze bestaande overtuiging en mening.

• Wat zijn linkse partijen?

  Socialistisch/prograsief (gelijkheid) Socialisten, vooruitstrevend.
  Vinden het beste dat er op een manier in Nederland geregeerd wordt, dat de overheid de touwtjes in handen heeft. Gelijkheid tussen arm en rijk.

• Wat denkt Raoul Martinez over het woord Visie?

  Wij beschikken over een vrije wil. Van de plek waar we geboren zijn. Hoe anders zou het zijn als we de wereld accepteren zoals die is. Dat we vrijheid niet simpelweg hebben of krijgen.

• 1.1 Wat is Sociologie?

  Dit is een preview. Er zijn 58 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Waar doen sociologen onderzoek naar?

  Waarom mensen zich gedragen zoals ze zich gedragen als leden van een samenleving.

• Welke maatschappelijke factoren beinvloeden het denken en gedrag van mensen?

  Sociale klasse, cultuur, vooroordelen, stereotypen, sociale controle, macht, groeperingen, sociale ongelijkheid.

• Waarom zijn mensensamenlevingen veranderlijker en meer verschillend dan diersoorten?

  Omdat mensen kinderen leerbaar zijn en daar langere tijd mee doorgaan in tegenstelling tot diersoorten, en mensenkinderen gelijk bij het opgroeien afhankelijk zijn. Gedragspatronen zijn niet al bij de geboorte vastgelegd.

• Bij sturing wordt het proces van internalisatie besproken, maar vanuit tee perspectieven . Welke?

  Externe dwang: van buitenaf gericht om het kind ertoe te brengen zichzelf te sturen en zelfdwang dus van sociale dwang naar zelfdwang. Door internalisatie
  Zelfdwang: kind zal eerder geneigd zijn die regel in zichzelf ook uit zichzelf na te leven vanuit externe dwang.