Samenvatting: Praktijkgericht Financieel Management | 9789001770907 | Theodoor Aloys Beek

Samenvatting: Praktijkgericht Financieel Management | 9789001770907 | Theodoor Aloys Beek Afbeelding van boekomslag
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Praktijkgericht financieel management | 9789001770907 | Theodoor Aloys Beek

  • 1 Hoofdstuk 1

    Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het verschil tussen een controller en een marketeer?

    Controller is zuinig, de marketeer niet. Het zijn tegenhangers van elkaar. 
  • Wat voor verschillende soorten ondernemingen heb je allemaal?

    1. Industriële ondernemingen: de maak industrie
    2. Handelsondernemingen
    3. Dienstverlenende ondernemingen: zoals de The New School of artsen.
    4. Banken en verzekeraars: hierin is sterke branchevervaging gaande
    5. Extractieve productieondernemingen: agrarische sector, zoals mijnbouw, landbouw. 
  • Hoe weet je in wat voor juridische vorm je je bedrijf hebt gegoten, op welke dingen moet je letten?

    1. Hoe is de aansprakelijkheid geregel
    2. Is het bedrijfskapitaal gesplitst in aandelen ja of nee?
    3. In welke belastingsoort val ik? VBP (vennootsschapsbelasting) of de IB (inkomstenbelasting))
  • Wat zijn doelstellingen die een onderneming kan nastreven?

    1. Handhaven van de continuïteit; dat het bedrijf blijft bestaan. Je kwaliteit gelijk blijft. Kwaliteit onderneming wordt bepaald door de kwaliteit van je personeel. De prijs moet gelijk staan aan de kwaliteit. 
    2. Het realiseren van een zo hoog mogelijk inkomen: 
    3. Het maximaliseren van de winst: dit is belangrijk wil de onderneming blijven bestaan. 
    4. Het creëren van aandeelhouderswaarde
    5. Triple P: people, planet, profit
  • 2 Financiele besturing

    Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat produceert een onderneming?

    Goederen en/of diensten die de onderneming buiten haar eigen omgeving tegen een bepaalde prijs aanbiedt. 
  • Wat zijn de belangrijkste processen binnen een onderneming?(2)

    Dit zijn processen die rechtstreeks met de goederen- en kasstromen te maken hebben:

    1. Transformatieproces: De activiteiten komen neer op het samenvoegen van productiemiddelen, en het omvormen (transformeren) daarvan tot producten die de onderneming op een afzetmarkt aan potentiële afnemers verkoopt. Binnen het transformatieproces zijn de volgende functies te onderscheiden: opslag (het overbruggen van tijdsinval), bewerking (veranderen van vorm), verplaastsing (overbruggen van afstand)
    2. Het conversieproces: In het conversieproces wordt geld omgezet in productiemiddelen en omgekeerd producten in geld.

    Door de onderneming loopt dus een goederenstroom en een kasstroom, en wel in tegengestelde richting. 
  • 3 Informatie financiele informatie

    Dit is een preview. Er zijn 31 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat houden de IFRS regels in?

    Dit zijn internationale boekhoudkundige regels, die zijn voorgeschreven aan alle beursgenoteerde bedrijven. Zij moeten allemaal rapporteren via IFRS. Dit heeft als doel om de grondslagen wereldwijd te harmoniseren, waardoor de jaarrekeningen van verschillende (internationale) ondernemingen beter onderling te vergelijken zijn. 
  • Wat staat er op de activa kant(de linkerkant)

    1. Vaste: Immateriele, materiele en financiele vaste activa: bestedingene, hoe heb ik besteedt, heb ik er machines voor gekocht, heb ik er een gebouw voor gekocht en heb ik nog geld in de kas zitten.
    2. Vlotte: Debiteuren, overige vorderingen, voorraden, overlopende activa, effecten(beleggingen), liquide middelen. 
  • Wat staat er op de passiva kant (rechterkant)

    Stelt hoe je aan je geld bent gekomen, je bronnen . Dit kan eigen vermogen zijn of aandelen, de reserves of je kan vreemd vermogen hebben, korte (rente kredieten) en lange (hypothecaire lening). Je moet proberen zo veel mogelijk lange leningen te hebben, niet kort. 

    1. Eigen vermogen: Geplaatst en gestort kapitaal, agioreserve, herwaarderingsreserve, wettelijke en statutaire reserves, overige reserves, onverdeelde winst.
    2. Voorzieningen
    3. Vreemd vermogen lange termijn
    4. Vreemd vermogen korte termijn: crediteuren, bankkrediet, overlopende passiva. 
  • Wat is financieel vaste activa?

    Vaste activa die bestaan uit kapitaalgoederen, zoals deelnemingen in andere maatschappijen, aandelen en andere financiële vorderingen. Deze zijn bedoeld om zo mogelijk invloed uit te oefen in andere bedrijven. De term is wettelijk voorgeschreven voor BV’s en NV’s om hun balansposten te rubriceren

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Praktijkgericht Financieel Management