Samenvatting: Praktisch Belastingrecht | 9789463171601 | C J M Jacobs

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Praktisch belastingrecht | 9789463171601 | C.J.M. Jacobs

• 3 Loonbelasting

• 3.1 Inleiding

  Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat houdt het belastbaar bedrag in?

  Alles wat uit de dienstbetrekking wordt genoten incl. Prestaties van derden (fooien). Tot het loon behoren ook de genoten voordelen zoals privégebruik auto.

• 3.2.1 Inleiding

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe wordt belasting geheven?

  Door inhouding op het loon (art. 27 lid 1 Wet LB)

• 3.2.2 Privaatrechtelijke dienstbetrekking

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke eis zorgt ervoor dat er een gezagsverhouding is?

  Er moet sprake zijn van ondergeschiktheid, de werknemer is dus verplicht op opdrachten en aanwijzingen van de werkgever uit te voeren. Het gaat om de bevoegdheid van het geven van deze opdrachten en aanwijzingen.

• Welke eis is er gesteld aan de arbeid?

  De werknemer is verplicht op de arbeid zelf te verrichten. De werknemer mag zich niet zonder gekregen toestemming laten vervangen.

• 3.2.4 Fictieve dienstbetrekking

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe werkt aanneming van werk?

  Aanneming van werk is een vorm van een fictieve dienstbetrekking waarbij het gaat om het aannemen van werk om iets van stoffelijk aard tot stand te brengen (art. 3 lid 1 letter a en b). Echter geldt dit niet als het gaat om een bedrijf of zelfstandig beroepsbeoefenaar. Ook als de overeenkomst is aangegaan met een natuurlijk persoon voor privé aangelegenheden geldt dit niet.

• Wat is de gelijkgestelde en wanneer is de gelijkgestelderegeling van toepassing?

  Gelijkgestelde is iemand die in maatschappelijk opzicht hetzelfde is als een werknemer. Art. 4 letter e Wet LB, art. 2e lid 2 Uitv.besl. LB: de regeling is van toepassing op iemand die:
  

  • Arbeid persoonlijk verricht
  • Minimaal twee dagen werkt
  • Minstens 40% van het brutominimumloon per week verdient door dit werk
  • De arbeidsverhouding voor minstens een maand is aangegaan
  • Niet in een echte/andere ficitieve dienstbetrekking werkzaam is. 

• Hoe werkt het met meewerkende kinderen?

  Kinderen ouder dan 15 jaar die meewerken in het bedrijf zijn altijd in dienstbetrekking, dan wel echt of fictief. (art. 3 lid 1 letter f Wet LB)

• Hoe werkt het met dienstverlening aan huis?

  Op basis van art. 5 Wet LB valt dit niet onder een dienstbetrekking en hoeft er dus geen LB te worden geheven.

• 3.2.6 Dienstverlening aan huis

• Wanneer wordt een particulier persoon die iemand in dienst heeft voor huishoudelijke taken niet als dienstbetrekking gezien?

  Art. 5 Wet LB: Als er alleen of bijna alleen huiselijke/persoonlijke diensten in het huishouden worden uitgevoerd of als de werkzaamheden op minder dan 4 dagen van de week verricht worden.

• Wanneer wordt er over een vergoeding voor een vrijwilliger geen belasting geheven?

  Als de vergoeding niet in verhouding is met het verrichtte werk en als de vergoeding niet meer dan 170/maand en 1700/jaar bedraagt. Een vergoeding van kosten wordt niet als loon gezien.