Samenvatting: Praktisch Europees Recht | 9789001802394 | M Wormsbecher

Samenvatting: Praktisch Europees Recht | 9789001802394 | M Wormsbecher Afbeelding van boekomslag
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Praktisch Europees recht | 9789001802394 | M. Wormsbecher

  • 1 Europees recht

    Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn de wetgevende taken van de Europese Commissie?

    - Bepalingen uit werken in nadere regelgeving.
    - En doordat de Commissie het recht heeft van intitiatief, wetsvoorstellen indienen.  (taak wordt gedeeld met de Raad en het Europees Parlement.
  • Wat is de controlerende taak van de Europese Commissie?

    - Controleren of de lidstaten alle bepalingen uit het verdrag en de secundaire wetgeving naleven. 
    - Controleren of bedrijven zich aan de mededingingsregels houden.
  • 1.1 Internationaal recht

    Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke internationaalrechtelijke aspecten zijn betrokken bij de EU?

    Na 2e Wereldoorlog à EGKS (Kolen & Staal/ Duitsland en Frankrijk) à Verdrag Maastricht (geen belemmering vrij verkeer van diensten, kapitaal en personen) à EU

  • Uitleggen wat de begrippen directe werking en voorrang inhouden:

    Directe werking  burgers en bedrijven kunnen een beroep doen op hun rechten voor de nationale rechter zonder tussenstap.
    Voorrang  hier hebben lidstaten een gedeelte van hun soevereiniteit afgedragen  zij kunnen niet kiezen wanneer en hoe het Europees recht doorwerkt in hun nationaal rechtsstelsel
  •  De criteria voor het bestaan van directe werking toepassen:


    Zie Van Gend en Loos van week 1
    Costa/Enel: Het Europees recht heeft altijd voorrang boven het nationale recht. Na de inwerkingtreding van het EE-verdrag had de Italiaanse overheid besloten om door middel van een nationalisatiewet de elektriciteitsvoorziening te nationaliseren. Costa was van mening dat de toepassing van deze wet verschillende artikelen van het EEG-verdrag zou schenden.
    Voorwaarden: 1. Bij een botsing tussen nationaal en Europees recht, gaat Europees recht voor.
  • 1.1.1.1 Leeruitkomsten week 1 EU recht

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Uitleggen wat staatssoevereiniteit is en hoe dit kan worden beperkt


    De overheid heeft de ultieme beslissingsbevoegdheid op het grondgebied van de staat en is de enige die wet- en regelgeving kan opstellen.
    Vrijwillig  de staat kan beslissen om (een gedeelte van) de beslissingsbevoegdheid over te dragen aan bijvoorbeeld een internationale organisatie. De staat kan dan niet meer zelf alle regels stellen, maar accepteert dat een organisatie hoger en gezaghebbender is dan de staat zelf.
    Onvrijwillig  als een land onvrijwillig de beslissingsbevoegdheid uit handen wordt genomen. Denk hierbij aan dat de macht in een ander land wordt overgenomen..
  • het gelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel uitleggen en toepassen.

    Gelijkheidsbeginsel  discriminatie op grond van nationaliteit is verboden, art. 18 VwEU.
    Evenredigheidsbeginsel  voor het bereiken van een doel moet altijd het minst ingrijpende middel worden gekozen, art. 5 lid 4 VEU
  • 1.1.2 Leeruitkomsten week 3: Eu recht:

    Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Uitleggen wanneer er sprake is van een horizontaal effect en wat de gevolgen daarvan zijn:

    Het beroep op het Europees recht van een burger ten opzichte van de overheid heeft ook gevolgen voor een andere burger.
    Gevolgen: het Hof heeft ervoor gezorgd dat nationale rechters altijd de algemene beginselen van het EU-recht moeten toepassen, ook in horizontale verhoudingen en zelfs als er (indirect) een beroep wordt gedaan op richtlijnbepalingen die normaliter geen horizontale directe werking hebben
  • De voorwaarden uit het arrest Faccini Dori noemen:


    Faccini Dori/Becker: Het Hof heeft bepaald dat een niet of onjuist omgezette richtlijn niet aan een particulier zou kunnen worden tegengeworpen. Het arrest beschermt in dit geval de consument die een overeenkomst zou hebben gesloten buiten verkoopruimten om. In beginsel hebben richtlijnen geen directe werking, wel als:
    1. De implementatietermijn is verstreken
    2. De richtlijn niet/onjuist is geïmplementeerd
    3. Duidelijk en onvoorwaardelijk
    4. Geschikt voor directe werking
    5. Verticale werking:  verticale verhoudingen met een horizontaal effect zijn niet in alle situaties uitgesloten.  Zie Wells-arrest.
  • De voorwaarden van het arrest Francovich noemen:

    Francovich: Een richtlijn beloofde bescherming voor werknemers bij insolventie van de werkgever. De Italiaanse overheid had de richtlijn niet geïmplementeerd  de bescherming kon dus niet worden geboden. De staat is aansprakelijk indien:
    1. De geschonden regel strekt tot verlenen van rechten aan burgers.
    2. Er sprake is van een ‘’voldoende gekwalificeerde’’ schending door de lidstaat.
    3. Er sprake is van direct causaal verband tussen de schending door de lidstaat en de schade van de particulier

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart