Internationaal recht - Internationale organisaties - Leeruitkomsten Eu Recht
5 belangrijke vragen over Internationaal recht - Internationale organisaties - Leeruitkomsten Eu Recht
Uitleggen wat het begrip EU-burger inhoudt en aangeven welke rechten eraan zijn verbonden:
- Beschikt een persoon op basis van een nationaal recht van een willekeurige EU-lidstaat over een bepaalde nationaliteit, dan moeten de overige lidstaten die nationaliteit erkennen, ook al kennen zij de nationaliteit andere gronden toe.
- Rechten recht op gelijke behandeling en de in art. 20 tot en met 24 VwEU genoemde rechten
2. Onderscheid maken tussen economisch actieve en inactieve EU-burgers:
- De groep economisch actieve EU-burgers wordt gevormd door de werknemers en zelfstandig ondernemers. Iemand is werknemer als er wordt voldaan aan de voorwaarden van art. 45 VwEU:
- De groep economisch actieve EU-burgers wordt gevormd door de werknemers en zelfstandig ondernemers. Iemand is werknemer als er wordt voldaan aan de voorwaarden van art. 45 VwEU
- :a) Er is sprake van een ondergeschiktheidsrelatie
- b) Er wordt daadwerkelijke en reële arbeid verricht, die niet louter marginaal of bijkomstig van aard is
- c) Er is sprake van een beloning.
- Onder economisch inactieve burgers vallen onder meer studenten, gepensioneerden en werklozen
4. Uitleggen wanneer op grond van Europees recht sprake is van een zelfstandige (vrijheid van vestiging):
- Het recht op vrij verkeer voor zelfstandige ondernemer en ondernemingen staat uitgewerkt in art. 49 VwEU. Het recht van vestiging kan worden ingeroepen door zelfstandige ondernemers en ondernemingen, waaronder vennootschappen, bv’s, vof’s, verenigingen en agentschappen.
- Personen die een dienst verlenen in een andere lidstaat en zich daar vestigen of dienstverlenende bedrijven die activiteiten in een andere lidstaat willen ontplooien en zich daar vestigen, kunnen overigens onder de Dienstenrichtlijn vallen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
8. Aangeven welke diensten uitgezonderd zijn van art. 56 VwEU:
Het vrij verkeer van diensten is niet van toepassing op:
- Dienstverlening ter uitoefening van het openbaar gezag, art. 62 jo 51 VWEU.
- Vervoersdiensten, art 58 VwEU.
- het gaat om harmonisatie van financiële diensten, art 58 lid 2 VwEU.
- De vrijheid om diensten te verlenen geldt in beginsel alleen voor EU-burgers.
9. Uitleggen wie een beroep op het vrij verkeer van diensten kunnen doen:
:Om te bepalen wie een beroep kan doen op het vrij verkeer van diensten is het belangrijk om het onderscheid te maken tussen dienstverleners en dienstontvangers.
- - Het recht om diensten te ontvangen geldt voor iedereen (voor zowel EU-burgers als derdelanders).
- - Het recht om diensten te verlenen geldt in beginsel alleen voor EU-burgers. Enige uitzondering op de regel dat derdelanders geen aanspraak kunnen maken op het recht van vrije dienstverlening, wordt gevormd door personeel afkomstig uit een derde land dat wordt ingehuurd door een dienstverlener die EU-burger is om in een andere lidstaat dienst uit te voeren
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden