De gemeenten Gemeentewet - algemeen - Opbouw van de Gemeentewet

6 belangrijke vragen over De gemeenten Gemeentewet - algemeen - Opbouw van de Gemeentewet

Stelling: In de Gemeentewet komt het organieke karakter van deze wet goed tot uitdrukking. Licht deze stelling en de juistheid ervan toe

Een organieke wet is een formele wet die gebaseerd is op een opdracht uit de Grondwet en die bepalingen uit de Grondwet nader uitwerkt. De Gemeentewet vormt als organieke wet een andere uitwerking van de bepalingen van hoofdstuk 7 van de Grondwet. Dat is goed te zien aan de onderwerpen die in de Gemeentewet zijn opgenomen. Deze corresponderen voor een groot deel met de onderwerpen uit hoofdstuk 7 van de Grondwet.

Wat zijn bevoegdheden tot regeling en bestuur?

Een voorbeeld van bevoegdheid tot regeling is dat volgens art. 147 lid 1 de gemeenteraad verordeningen vaststelt. Een voorbeeld van bevoegdheid tot bestuur is de bestuursdwang bij overtredingen die het college en de burgemeester mogen toepassen volgens art. 125 Gemw. Het overgrote deel van bevoegdheden tot regeling en bestuur vinden we in andere, bijzondere publiekrechtelijke regelingen als de Woningwet en de Drank- en Horecawet. Publiekrechtelijke bevoegdheden worden niet toegekend aan de gemeente als overheidsorganisatie, maar aan de bestuursorganen van de gemeente.

Waar vinden we repressief en preventief toezicht in de wet?

Art. 132 Grondwet lid 3 bepaalt dat besluiten van gemeentebesturen slechts in bij de wet of krachtens de wet geregelde gevallen aan voorafgaand toezicht kunnen worden onderworpen. Deze vorm van toezicht noemen we preventief toezicht, toezicht vooraf. Art. 132 lid 4 Grondwet bepaalt dat besluiten van gemeentebesturen bij Koninklijk Besluit kunnen worden vernietigd alleen wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Deze vorm van toezicht noemen we repressief toezicht (toezicht achteraf).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat wordt bij toezicht verstaan onder goedkeuring volgens de Awb?

Volgens art. 10:25 Awb gaat het om voor de inwerkingtreding van een besluit van een bestuursorgaan om vereiste toestemming van een ander bestuursorgaan. Het gaat bij goedkeuring dus om een al genomen besluit. Wil dat besluit in werking treden, dan moet het eerst worden goedgekeurd door een ander bestuursorgaan. Dit is dus een extra eis naast de algemene eis dat het besluit, wil het in werking treden, op de voorgeschreven wijze moet worden bekendgemaakt (art. 3:40 Awb).

Wanneer gelden een verklaring van geen bezwaar en een verklaring van geen bedenkingen?

Toestemming of goedkeuring vooraf (art. 10:32 Awb). In dat geval geldt de toestemming of goedkeuring niet voor de inwerkingtreding van een besluit, maar voor het nemen van het besluit zelf. In dat verband kennen we de figuur van de verklaring van geen bezwaar, of de verklaring van geen bedenkingen.

Past de bevoegdheid die de burgemeester heeft gekregen in art. 273 Gemeentewet om besluiten van andere gemeentelijke bestuursorganen bij de Kroon voor te dragen voor vernietiging wel bij zijn taak als bestuursorgaan van de gemeente?

Ja, de burgemeester is weliswaar een zelfstandig bestuursorgaan van de gemeente op het terrein van de openbare orde en veiligheid, maar is daarnaast een door de Kroon benoemd bestuurder met een externe legitimatie. De burgemeester wordt daarom niet alleen gezien als bestuursorgaan van de gemeente, maar ook als orgaan van de rijksoverheid. In de laatste hoedanigheid is de burgemeester bevoegd om besluiten van andere gemeentelijke bestuursorganen bij de Kroon voor te dragen voor vernietiging

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo