Samenvatting: Praktisch Gezondheidsrecht | 9789001862879

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Praktisch gezondheidsrecht | 9789001862879

• 1 Recht en gezondheidsrecht

  Dit is een preview. Er zijn 46 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Noem een voorbeeld van recht in objectieve zin en een voorbeeld van recht in subjectieve zin.

  Objectief recht is alles wat is opgenomen in rechtsbronnen, zoals wetten, verdragen, vonnissen etc. Het is het complex van regels en voorschriften dat vanuit een gemeenschap met een dwingend karakter aan de burgers is opgelegd. 
  
  Subjectief recht is de geïndividualiseerde bevoegdheid van een persoon. Tegenover subjectief recht van de een staat steeds een verplichting van een ander.
  Voorbeelden van subjectief recht zijn het recht op eigen leven en lichaam, kiesrecht, recht op aanspraak uit een overeenkomst of tot vergoeding van schade, etc.

• Persoon --> natuurlijke personen en rechtspersonen

  natuurlijke personen; mensen
  rechtspersonen: door recht zelf geschapen: vereniging

• Rol van de Tweede Kamer

  1. commentaar, vragen en suggesties in voorlopig verslag
  2. minister --> memorie van antwoord
  3. nota van wijzigingen (zo nodig) 
  4. amendementen (wijzigingsvoorstellen) 
  5. wetsvoorstel aangenomen bij meerderheid van voorstemmers van minstens de helft plus één.

• Rol Eerste Kamer/Senaat

  1. geen recht van amendement --> wel door een novelle bij minister in te dienen. 
   2. in geheel aannemen of niet

• Verschil tussen klassieke grondrechten en sociale grondrechten

  klassieke: rechten van individuen waarop staatsorganen- in beginsel- geen inbreuk mogen maken
  sociale: zijn er niet om elementaire vrijheden te beschermen, maar om te bevorderen dat de mens zich in en dankzij de samenleving zo veel mogelijk kan ontplooien.

• 1.1 Omschrijving van het recht en het gezondheidsrecht

• Wat wordt bedoeld met gezondheidsrecht als een horizontaal specialisme?

  Het rechtsgebied bevat zowel wetten die direct voor de gezondheidszorg zijn bedoeld als rechtsregels uit algemene wetten die ook in de gezondheidszorg toepasbaar zijn.

• 1.3 Indelingen van het recht

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• In welke 3 soorten kan het Nederlandse recht worden ingedeeld?

  1. Nationaal recht, door de NL wetgever binnen de NL grenzen. 
  2. Internationaal recht, tussen staten onderling. 
  3. Supranationaal recht, organisaties die van lidstaten regel- of rechtssprekende bevoegdheid hebben gekregen zoals de EU.

• 1.6 Rechtspleging

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.6
  Laat hier meer flashcards zien

• In welke 3 lagen heeft rechtspraak in civiele en strafzaken plaats?

  1. Rechtbanken
  2. Gerechtshoven 
  3. Hoge raad
  
  Nederland heeft 11 rechtbanken, 4 gerechtshoven en 1 hoge raad.     

• Uit welke 4 sectoren bestaat een rechtbank of gerechtshof?

  1. Kanton
  2. Civiel
  3. Strafrecht
  4. Bestuursrecht

• Welke 3 soorten zaken worden behandeld bij de hoge raad? Wat is de aard van dit soort zaken?

  1. Strafzaken
  2. Civiele zaken
  3. Belastingzaken
  Dergelijke zaken betreffen cassatiezaken, ofwel een beroep tot vernietiging van een eerdere rechterlijke uitspraak.