Basisbegrippen van het goederenrecht

76 belangrijke vragen over Basisbegrippen van het goederenrecht

Hoe kun je een vermogensrecht misbruiken volgens de wet?

art. 3:13 BW
Drie manieren van misbruik:
1. Je mag het recht niet gebruiken met doel om andere te schaden.
2.Bevoegdheid gebruikt voor een ander doel dan verkregen
3. Als het belang van een ander groter is dan jouw belang.
Bijbehorende arrest Berg en Dalse watertoren

In art. 3:3 lid 2 BW geeft de definitie van roerende zaken, wat is de definitie hiervan?

Roerende zaken zijn alle zaken die niet onroerend zijn.

Als het dus geen onroerende zaak is dan is het dus vanzelfsprekend een roerende zaak. Het zijn dus zaken die verplaatsbaar zijn.

Wanneer heb je hinder volgens de wet?

art. 5:37 BW.  Of iets hinder is, hangt af van diverse factoren:
1.Ernst van de hinder
2.Duur van de hinder
3.Aard van de hinder
4.Overige omstandigheden van het geval
Bijbehorende arresten Vogelplaag en Hinderlijke uitbouw van de buren
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is de definitie van een bestanddeel?

Volgens art. 3:4 lid 1 BW wordt het begrip omschreven als: alles wat volgens verkeersopvatting deel uitmaakt van een zaak. Met “Verkeersopvatting” wordt het maatschappelijk verkeer bedoeld, de omgang van mensen met elkaar in de maatschappij.


Een bestanddeel is dus iets waarvan wij als maatschappij vinden dat het deel uitmaakt van een zaak. Die andere zaak wordt de hoofdzaak.

Wat is de rechtsregel van HR Hinderlijke uitbouw van de buren?

Er kan ook sprake zijn van onrechtmatige hinder, indien er wordt gebouwd conform een verstrekte bouwvergunning.

Wat is de definitie van een hoofdzaak?

Stel dat er twee (of meer) zaken zijn die op zodanige manier met elkaar verbonden worden dat ze 1 zaak worden. We kunnen deze zaak dan vervolgens onderscheiden in een hoofdzaak en een bestanddeel.

Hoe verlies je eigendom?

1.Een ander verkrijgt het recht van eigendom
2.Afstand van een roerende zaak art. 5:18 BW
3.De zaak gaat teniet

Wat zijn de 2 vereisten voor een registergoed?

1) overdracht of vestiging

Overdracht wilt zeggen dat het goed van de ene persoon overgaat op de andere. In bepaalde gevallen wordt niet gesproken over overdracht maar over vestiging.


2) in daartoe bestemde openbare registers

De inschrijving van de overdracht of vestiging van dit type goederen dient dus plaats te vinden in openbare registers. Dit zijn registers die voor iedereen toegankelijk zijn, dat wil zeggen dat iedereen deze registers kan raadplegen.

Wanneer kan er gesproken worden van een zelfstandige zaak?

Een natuurlijke vrucht wordt een zelfstandige zaak op het moment dat deze wordt afgescheiden (art. 3:9 lid 4 BW).



Wanneer we deze regel toepassen op de voorbeelden die we zojuist hebben gezien, kunnen we het volgende concluderen.

1) Wanneer een appel van de appelboom valt, dan is de appel een zelfstandige zaak geworden.

2) Op het moment dat de puppy is geboren, is het een (zelfstandig) dier. (een puppy is immers geen zaak)


Wat is natrekking van onroerende zaken?

art. 5:20 BW: Eigenaar van de grond is ook eigenaar van de met de grond verenigde beplantingen en van gebouwen en werken die duurzaak met de grond zijn verenigd= verticale natrekking
Denk aan arrest Portacabin! Rechtsvraag= Is de portacabin door natrekking onderdeel van de grond en dus onroerend geworden? Rechtsregel= om te bepalen of er sprake is van een roerende of een onroerende zaak moet je kijken of de zaak duurzaam met de grond is verenigd art. 3:3 BW, omdat de bepalen heb je twee criteria:
1.De bedoeling
2.Aansluiting of voorzieningen

Wat zijn de 2 vereisten voor een burgerlijke vrucht?

1) Het zijn rechten;
 -Met rechten worden in dit geval vermogensrechten bedoel; dat wil zeggen, rechten die op geld waardeerbaar zijn en kunnen worden overgedragen

2) deze worden volgens verkeersopvatting als vruchten van goederen aangemerkt.

Wanneer spreken we over zelfstandig recht bij een burgerlijke zaak?

Een burgerlijke vrucht wordt een zelfstandig recht op het moment dat deze opeisbaar wordt (art. 3:9 lid 4 BW).


Wanneer we deze regel toepassen op de voorbeelden die we zojuist hebben gezien, kunnen we het volgende concluderen.

1) Op het moment dat de rente over een geldbedrag opeisbaar is, is het een zelfstandig recht.

2) Wanneer de huuropbrengst opeisbaar is, dan is dit een zelfstandig recht geworden.


Wat is de rechtsregel van HR Hollanders kuikenboerderij?

rechtsvraag: Is er sprake van zaaksvorming en zo ja, wie is dan eigenaar van de nieuwe zaken? Rechtsregel: Bij het planmatig en doelbewust inzetten van natuurkrachten om tot een nieuwe vorm te komen, is er sprake van zaaksvorming. Dus mechanisch proces is ook zaaksvorming.

Hoe werk je de natrekking van onroerende zaken uit?

1.. Zie rechtsvraag
3natrekking onroerende zaken art. 5:20 jo art. 3:4 jo 3:3 jo 5:3 BW
3- Klaas is eigenaar van de grond. Art. 5:20 lid 1 sub e Bw de put wordt nagetrokken door de grond. De put is duurzaam met de grond verenigd.
-Bestanddeel art. 3:4 lid 2 BW Bovenwerk kan niet zonder beschadiging worden verwijderd. Dus bestanddeel. Art. 5:3 BW eigenaar van de zaak is eigenaar van de bestanddelen.
4. conclusie de eigenaar van de put is eigenaar van het bovenwerk, dus Klaas

Een prioriteitsbeginsel - droit de priorité is een van de 3 rechtsgevolgen van een absoluut recht. Wat houdt dit gevolg in?

In het geval dat er meer dan 1 recht op een goed rust, dan gaat het eerder gevestigde absolute
 recht voor op een later gevestigd absoluut recht.

Welke drie rechten vallen onder gebruiksrechten?

(Onder meer) vruchtgebruik, het opstalrecht en het appartementsrecht. (ook wel genotsrechten genoemd.

Hoe verlies je een bezit art. 3:117 BW:

1.Als de bezitter het goed kennenlijk prijs geeft
2.Als een ander het bezit verkrijgt
3.Als een zaak die je bezat tenietgaat.

Het afhankelijk recht valt onder het zakelijk recht. Wat houdt dit in?

Afhankelijke rechten zijn zakelijke rechten die het recht volgen waaraan zij verbonden zijn.


Dit betekent dat het recht niet zelfstandig kan bestaan (in tegenstelling tot bijvoorbeeld eigendom, recht van opstal of vruchtgebruik), maar dat zij afhankelijk zijn van een ander recht – meestal een vorderingsrecht. Dit betekent ook dat het recht niet zonder dat hoofdrecht kan worden overgedragen, en dat het teniet gaat als het hoofdrecht teniet gaat.

Leveringshandeling roerende zaken?

Hoofdregel is via bezitsverschaffing.
-Art. 3:90 jo. art. 3:114 BW (feitelijke handeling)
-Art. 3:90 jo. art. 3:115 sub a BW (cp)
-Art. 3:90 jo. art. 3:115 sub b BW (brevi manu)
-Art. 3:90 jo. art. 3:115 sub c BW (longa manu)
! uitzondering via een akte als het goed niet in de macht van de vervreemder is (art. 3:95 BW)

Hoe werk je art. 3:84 BW?

1.a. zie vraag
b art. 3:84
c Geldige Titel: Het gaat hier om een koopovereenkomst
Beschikkingsbevoegd: nee, want Bas is niet de eigenaar van de hond.
Levering: roerende zaak (art. 3:39 jo 3:2a BW), feitelijke levering art. 3: 90 jo art. 3: 114 BW
D Conclusie: er is niet aan alle voorwaarden voldaan. Thomas is niet de eigenaar geworden van de hond.

Wat staat er in art. 3:53 BW?

Vernietiging heeft terugwerkende kracht art. 3: 53 BW. De overeenkomst wordt geacht nooit te hebben bestaan. Zonder rechtsgrond gepresteerd. Onverschuldigd betaald art. 6:203 BW. Er ontstaan ongedaanmakingsverbintenissen. M moet het geld teruggeven (art. 6:203 lid 2 BW aan S. S moet de auto teruggeven art. 6:203 lid 1 BW.

Wat is de rechtsregel van HR Uitslag/Wolterink?

Rechtsregel is moet wel duurzame bedoeling hebben om op die plek spullen te kopen. Dus marktkraampje kan als winkel gelden, mits die de bedoeling heeft om duurzaam als winkel te fungeren. Kraampje is niet duurzaam want staat er niet altijd.

Wat zijn de kenmerken van beperkte rechten?

1.Afsplitsing van volledig recht (moederrecht)= eigendomsrecht
2.Gesloten stelsel van beperkte rechten
3.Beperkte rechten staan in boek 3 en boek 5
4.Bij vestiging beperkte rechten altijd schakelbepaling art. 3:98 BW gebruiken!!!

Hoe vestig je beperkte rechten?

art. 3:98 BW jo art. 3:84 lid 1 BW:
1.Titel = erfpachtovereenkomst
2.Beschikkingsbevoegdheid= is degene die op zijn grond bevoegd is.
3.Vestiging
a.Goederenrechtelijke overeenkomst
b.Vestigingshandeling art. 3:89 BW (grond is onroerend en een registergoed)
A notariële akte
B inschrijving in de openbare registers

Waarom staat erfpacht in boek 5?

Je kunt het alleen vestigen op zaken.

Wat betekent bezitloos pandrecht/stilpand?

Gebeurt hetzelfde bij vuistpand, maar goed blijft bij jouw. Je krijgt het te verpanden goed (roerende zaak of recht aan toonder) nietin je macht

Vereisten bedrog art. 3:44 lid 3 BW:

1.Kunstgreep:
-Opzettelijk gedane onjuiste mededeling of
-Opzettelijk verzwijgen van een feit waar spreken plicht is of
-Andere kunstgreep (terugdraaien kilometerstand)
2.Opzet om de ander tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling te bewegen.
3.Causaal verband tussen kunstgreep en verrichten rechtshandeling

Vereisten dwaling 6:228 BW:

1.Onjuiste voorstelling van zaken
2.Causaal verband tussen onjuiste voorstelling en sluiten overeenkomst
3.Dwalingsgrond:
-Verkeerde inlichting
-Wederpartij zweeg, schond spreekplicht
-Wederzijdse dwaling
4.Kenbaarheid ( het is kenbaar dat iemand weet als de wederpartij de waarheid weet, hij nooit die overeenkomst zou sluiten)
5.Geen uitsluitend toekomstige omstandigheid
6.Niet voor rekening van dwalende op grond van :
-Aard van de overeenkomst (kraslot)
-Verkeersopvatting (onvoldoende eigen onderzoek/verkopersdwaling
-Omstandigheden van het geval ( overeenkomst met deskundige die achteraf zegt vernietigen want wist ik niet)

Wat betekent publiekrechtelijk goederenrecht art. 3:14 BW?

er zijn publiekrechtelijke regels die jouw eigendomsrecht kunnen beperken.

Waarom is mandeligheid een afhankelijk recht?

Art. 3:7 BW jo art. 3:82 BW. Hoort bij de eigendom van een erf art. 5:63 BW.

Wat zijn de rechten en verplichtingen van appartementseigenaren?

Je bent automatisch lid van vereniging van eigenaren. Ontstaat van rechtswege bij de splitsing, iedere eigenaar is van rechtswege lid. De vereniging heeft als taak beheer en instandhouding gebouw. Zie artikelen 5:139 tot en met 147. Verder heb je te maken met de wet, splitsingsreglement, statuten etc.

Hoe verkrijg je bezit art. 3:112 BW?

1.Occupatie art. 3:113 BW ( in bezit naming)
2.Bezitsoverdracht 2 manieren art. 3:114-115 BW
Twee manieren:
a.Feitelijke overgave 3:114 BW
b.Zonder feitelijke overgave art. 3:115 BW
-cp
-brevi manu
- longa manu
3.Opvolging onder algemene titel art. 3:116 BW

Hoe verlies je bezit?

Art. 3:117 BW. Prijsgeven en bezitsverkrijging door een ander op de wijze als hiervoor vermeld.

Wat betekent recht van reclame?

Tussenvorm van ontbinding en vernietiging. Geen terugwerkende kracht maar ontstaat  ongedaanmakingsverbintenissen. Hier ontstaat het van rechtswege.  Art. 7:39 BW

Wat betekent negatief/semi-positief stelsel?

Indien er is ingeschreven: geen garantie voor geldige overdracht. Inschrijving zelf is wel verplicht voor totstandkoming van overdracht. Uitgang? Wat in registers staat hoeft niet altijd te kloppen. Dus de echte situatie staat boveninformatie in de registers. Hierdoor derdenbescherming gekomen.

Derdenbescherming en beperkte rechten?

Voorwaarden lid 2 jo lid 1:
  1.Overdracht roerende zaak of toonder-of ordervordering
2.Levering door bezitsverschaffing
3.Aan alle andere voorwaarden voor overdracht is voldaan art. 3:84
4.Anders dan om niet
5.Verkrijger kent beperkt recht niet en hoeft het niet te kennen art. 3:11 BW
Gevolg? verval van het beperkte recht, dus de verkrijger krijgt het goed in volle omvang.

Voorwaarden beschikkingsonbevoegdheid art. 3:88 BW

1.Onbevoegde vervreemder
2.Overdracht van registergoederen vorderingsrechten op naam of andere goederen waarop art. 3:86 niet van toepassing is.
3.Verkrijger is te goeder trouw art. 3:11 en 3:23 BW
Uitzondering:
a.Registers zijn onvolledig art. 3:24 BW
b.Registers zijn onjuist art. 3:25 of 3:26 BW
Gevolg: niet-ingeschreven of onjuist feit kan niet aan verkrijger worden tegenworpen.
4.Beschikkingsonbevoegdheid is veroorzaakt door ongeldigheid van vroegere overdracht.
5.Ongeldigheid van vroegere overdracht is veroorzaakt door gebrek in titel of levering van de vervreemder.

Een verkrijger aan wie cp geleverd is, komt geen beroep op derdenbescherming ex 3:86 toe. Klopt dit?

Het valt wel onder het bereik van 3:86. In 3:90 lid 2 wordt deze vorm van levering echter wel gerelativeerd, doordat deze levering niet werkt tegenover een derde met een ouder echt zolang de zaak niet in handen is gekomen van de verkrijger. Zodra het goed wel in handen van de verkijger is gekomen, eindigt de relativering en wordt de verkrijger tegen revindicatie door de rechthebbende beschermd door 3:86 BW.

Wat betekent occupatie art. 5:4 BW?

eigendomsverkrijging door inbezitneming van een aan niemand toebehorende roerende zaak. Dit behoort dus onder Originair.
Twee soorten (waar geen recht meer op zit):
1.Bezit van de zaak is prijsgegeven met het oogmerk er afstand van te doen of (boek in prullenbak),
2.Zaak heeft nooit een eigenaar gehad.

Wat is een speciale regel bij verjaring?

Art. 3:102 BW. Voortzetting lopende verjaringstermijn van rechtsvoorganger.  (voorbeeld grond van oma 6 jr. bezitter te goeder trouw jij erft het en termijn is dan voor jouw nog maar 4 jr.

Hoe verkrijg je een goed bij verjaring te kwader trouw?

Dit heet bevrijdende verjaring art. 3:105 jo 3:306 BW. In alle gevallen na 20 jaar. Voorwaarden:
1. Bezit
2. Termijn 20 jaar
gevolg is dus bevrijdende verjaring er resteert een natuurlijke verbintenis. Je kunt niks meer afdwingen.

Wat betekent schatvinding art. 5:13 BW

Je vindt een schat( roerende zaak van waarde, is lang verborgen geweest en eigenaar is onmogelijk op te sporen).
Je moet aangifte doen bij de gemeente. Het gevolg is dat de ontdekker end e eigenaar van de zaak waarin de schat lag allebei meteen voor 50% eigenaar zijn.

Wat staat er in het arrest Breda/Antonius?

Afwijking van de hoofdregel bij zaakvorming art. 5:16 BW. Voorwaarden:
1. Waarde voor een aanzienlijk deel door de vorming bepaald
2. De kosten van vorming zijn gering
3. Niet doen vormen voor de eigenaar van de oorspronkelijke objecten (dus niet voor zichzelf)

Wanneer is er sprake van oneigenlijke vermenging?

Bij oneigenlijke vermenging ontstaat er geen nieuwe zaak, de zaken blijven zoals gesteld zelfstandig voortbestaan. hoofdregel: diegene die de feitelijke macht heeft tenzij iemand kan aantonen. Bijbehorende arrest Teixeria. Er kan slecht gerevindiceerd worden als je aan de stel- en bewijslast voldoet die daarbij hoort art. 5:2 BW. art 3:109/119 BW

Welke soorten leveringen kunnen bij eigendomsvoorbehoud?

Vorderingen die verband houden met het leveren van zaken, te weten voor de koopprijs, de kosten van bijkomende werkzaamheden, zoals montage of installatie of schadevergoeding inclusief rente en kosten.

Wat is het verschil tussen eigendomsvoorbehoud en recht van reclame?

Op recht van reclame moet beroep worden gedaan en is onderworpen aan een vervaltermijn art. 7:44 BW.

Wat betekent overdracht onder tijdsbepaling?

Deze vorm is niet mogelijk op grond van art. 3:85 BW.overdracht waarvan de goederenrechtelijke werking afhankelijk is gesteld van een toekomstige gebeurtenis die zeker zal intreden. Dit wordt vaak gezien dan als vruchtgebruik om het alsnog een geldige titel te geven.

Wat zijn de twee vormen van opstalrecht?

  1. Zelfstandig recht: voorbeeld: kastje van netwerkbeheerder kan dit recht overdragen aan een ander.
  2. Afhankelijk recht (niet zelfstandig overdraagbaar): Dit zit vast aan een meeromvattend recht, dus zakelijk recht of persoonlijk recht. Opstalrecht kan niet zomaar worden overgedragen. Bij persoonlijk recht denk aan een huis waar een zendmast op gepleurd wordt. Dit is bestanddeel geworden van het huis. Dus is van de eigenaar van het huis geworden.

Kan de overdracht bij opstalrecht worden beperkt?

Ja art. 5:104 jo 5:91 BW. Dit is een regel van erfpacht.

Wat is erfdienstbaarheid (TOETSVRAAG) art. 5:70 BW?

Verplichting ten laste van het dienend erf, ten behoeve van het heersend erf. 9 van de 10 keer recht van overpad.

Wat is passieve verplichting bij erfdienstbaarheid?

De last kan alleen bestaan in een dulden of niet doen art. 5:71 lid 1 BW

Wat is de actieve verplichting bij erfdienstbaarheid?

5:71 lid 2 BW. afspraak tot iets te onderhouden.

Wat is kwalitatieve verplichting art. 6:252 BW?

persoonlijke afspraak die je met iemand maakt. Voorbeeld: tussen erf en persoon. Als je gaat verhuizen kun je met volgende eigenaar afspreken dat een bepaald iets blijft staan. Nu komt er nog een nieuw persoon met deze verplichting moet die hier ook aan houden.

Gevolg van kwalitatieve verplichting?

Opvolgers onder algemene titel en bijzondere titel zijn gebonden.

Betekenis kettingbeding bij kwalitatieve verplichting?

Art. 6:253 BW. Een actieve manier van dulden.Kan een boetebeding in zitten.

Stel dat de grond en opstallen inderdaad door Gerdine worden verkregen en dat Job en Joke een recht van gebruik en bewoning van de boerderij verkrijgen.
Kan, en zo ja hoe kan Job of Joke het recht van gebruik en bewoning overdragen, bijvoorbeeld als zij alsnog kleiner willen gaan wonen?

art. 3:226 lid 4 maakt het recht van gebruik en bewoning onoverdraagbaar, want het is persoonlijk.

Stel dat in de akte een absoluut verbod tot vervreemden van het recht van erfpacht door de erfpachter zou zijn opgenomen.
  Is een dergelijk beding juridisch toegestaan, en zo ja, welke werking heeft dit beding?

Alleen obligatoire werking, hiervoor is geen wettelijk basis.

Elias koopt een auto van Michiel. Wat Elias echter niet weet is dat deze auto door Michiel in onderpand is gegeven bij HAN Bank door middel van een stil pandrecht terzake van een geldlening die Michiel met de HAN Bank is aangegaan.
De auto wordt vervolgens aan Elias overgedragen.

  1. Is Elias rechtsgeldig eigenaar van de auto geworden?

Art. 3:83 BW
  1. Overdraagbaar art. 3:83 BW
  2. Geldige titel
  3. Beschikkingsbevoegdheid
  4. Levering
Er kleeft een gebrek aan de eis van de beschikkingsbevoegdheid. De auto wordt geleverd incl. pandrecht. Michiel is eigenaar van de auto maar wel beperkt vanwege stille pandrecht. Door dit te verzwijgen is de overdracht gebrekkig.
Is er sprake van derdenbescherming art. 3:86 lid 2 BW? Als Elias van niks wist dan vervalt het beperkte recht. ( voorwaarden uitwerken)

Hoe eindigt vruchtgebruik?

Op elke wijze waarop beperkt recht kan tenietgaan art. 3:81 lid 2 en einde bij overlijden art. 3:203 lid 2 BW.

Wat is een bijzondere vorm van vruchtgebruik?

Gebruik en bewoning art. 3:226 BW. het recht van gebruik en bewoning heeft een persoonsgebonden karakter, kan niet worden vervreemd of bezwaard.

Rechten en verplichtingen bij erfpacht?

Voornamelijk vastgelegd in akte van vestiging.

Hoe draag je erfpacht over?

Op de wijze als geldt voor de aan het recht van erfpacht onderworpen zaken art. 3:98 BW. De overdraagbaarheid kan wel worden beperkt art. 5:91 BW.

Hoe eindigt erfpacht?

Op elke wijze waarop beperkt recht kan tenietgaan art. 3:81 lid 2 BW, verloop van de termijn waarvoor het gevestigd is, tevens kan recht van erfpacht worden opgezegd art. 5:88 BW en wijziging of opheffing bij rechterlijke uitspraak art. 5:97 jo 5:98 BW.
  Aan einde van looptijd: afgifte van onroerende zaak aan grondeigenaar met wegnemingsgrecht van zelf aangebrachte veranderingen.

Betekenis hypotheekrecht art. 3:260 en verder BW?

Het is een soort onderpand op overdraagbare registergoederen art. 3:227 lid 1 jo 3:228 BW.

John heeft een pandjeshuis. Het principe is eenvoudig: de klanten die geld willen lenen, moeten tot zekerheid voor de terugbetaling van die lening een waardevolle roerende zaak in onderpand geven. De zaak blijft vervolgens als onderpand achter bij het pandjeshuis totdat aan de verplichtingen uit de geldlening is voldaan.

a.          Geef aan welk soort pandrecht ten behoeve van het pandjeshuis wordt gevestigd; en
werk daarbij de wijze van totstandkoming van het betreffende recht uit.

Art. 3:227, 3:228 3:83, 3:98, 3:81 ,3:84 en 3:236
Pandrecht. De waardevolle zaak dient te zijn een roerende zaak, niet-registergoed danwel een vermogensrecht aan toonder if order. Dit zijn in beginsel zelfstandige en overdraagbare goederen. Voor de vestiging van een pandrecht op een roerende zaak is via de schakelbepaling art. 3:98 jo 3:84 van een overeenkomstig van toepassing (OTBV). Voorwaarden overdracht uitwerken:

Jacques gaat een lening met het pandjeshuis aan en geeft een waardevol horloge in onderpand. De schulden rijzen Jacques boven het hoofd en hij raakt ook bij het pandjeshuis in verzuim.

b.          Kan John zich het horloge als pandhouder toe-eigenen?
Zo nee, op welke wijze kan John dan van zijn zekerheidspositie ten opzichte van het horloge gebruik maken?

Art. 3:235 BW jo 3:248 BW. De wet verbiedt de beperkt zekerheidsgerechtigde het goed dat in onderpand is gegeven zich toe te eigenen. De wet heeft aan de pandhouder de mogelijkheid gegeven om betrekkelijk eenvoudig een verbonden goed te verkopen om vervolgens met opbrengst de uitstaande schuld te verrekenen. Dit is recht van parate executie (uitleggen wat het is).

Voorwaarden recht op derdenbescherming bij pandrecht?

Recht op derdenbescherming art. 3:383 BW. jo 3:86 jo
  1. Er moet sprake zijn van een pandgever
  2. Aan andere eisen van geldige vestiging moet zijn voldaan
  3. Pandhouder te goeder trouw
  4. Het moet gaan om een roerende zaak

Btronics wordt failliet verklaard.
Btronics heeft een geldlening bij het bankenduo HBCBank/Fluxus NV waarbij werd overeengekomen een recht van hypotheek op al het vastgoed van Btronics aan HBCBank/Fluxus NV gezamenlijk te verlenen.
In reactie op het faillissement zeggen beide banken alle kredieten op en kondigt de HBCBank executie aan. Een van de panden van Btronics bevindt zich op een industrieterrein. Miller BV is hiervan de huurder.

a.             Welke criteria zijn dan bepalend voor de vraag of bij executie het huurrecht van Miller BV al of niet gerespecteerd moet worden?

Is het huurbeding in de akte opgenomen? art. 3:264 BW. een dergelijke regel zorgt ervoor dat koop breekt geen huur in beginsel niet opgaat art. 7:226 lid 2 BW.
Dit geldt voor huurovereenkomsten die zijn aangegaan na de totstandkoming van het recht van hypotheek ( oudere dienen in begin wel door hypotheekhouder te worden gerespecteerd).

Hoe komt pandrecht tot stand?

Art. 3:237 BW jo 3:227 jo 3:228 BW. er dient sprake te zijn van een niet-registergoed dat overdraagbaar is. Art. 3:98 jo 3:81 jo 3:84 jo 3:83 BWà vereisten OTBV. Bij vestiging art. 3:237 BW. Bij beschikkingsbevoegdheid art. 3:237 lid 2 BW

Wat betekent verhaalsrecht algemeen?

Mogelijkheden crediteur om vermgen debiteur te gelde te maken, als deze zijn verplichtingen niet nakomt door executie van goederen of aanvraag faillissement.

Is een schuldenaar met al zijn goederen jegens schuldeisers aansprakelijk art. 3:276 BW?

Ja is hoofdregel 1. Hoofdregel 2 paritas creditorum art. 3:227 lid 1 BW. Schuldeisers hebben gelijk recht van verhaal naar rato van hun vordering, behouden redenen tot voorrang

Hoe eindigt retentierecht?

Als zaak in handen komt van schuldenaar (art. 3:294), tenzij schuldeiser zaak weer uit hoofde van dezelfde rechtsverhouding onder zich krijgt.
Daarnaast eindigt het recht bij betaling van het verschuldigde (afhankelijk recht).

Café Oscars heeft een loods in gemeenschappelijke eigendom met het vlakbij gelegen café De Witte Olifant. De bedoeling is dat de eigenaren van beide cafés in de loods kratten bier en andere drankvoorraden kunnen opslaan.
a.             Op welke wijze kan deze gemeenschappelijke eigendom -het meest bij de situatie passend- worden vormgegeven?

5:60 BW jo 3:166 BW. mandeligheid (uitleggen). Voldoet aan de vereisten.
Verschil tussen 5:60 en 5:62BW. Bij 5:60 moet je zelf mandeligheid maken en bij 62 gaat dat vanzelf.

Een van de spaarzame aankopen die hij doet betreft een scooter. Zonder toestemming van Phillippe neemt een Nederlandse kennis, Herman, de scooter mee, wanneer hij voor Phillippe enkele boodschappen doet. Vervolgens gebruikt hij de scooter voor eigen doeleinden. Aangesproken op zijn gedrag door Phillippe, wordt Herman boos, en vertrekt met de scooter. Hij roept Phillippe vanuit de straat toe dat hij de scooter ergens volgende week wel een keer terug kan verwachten.
b.             Op basis waarvan kan Phillippe de scooter van Herman opeisen?

1.Doormiddel van 3:125 of revindicatie 5:2

Wanneer is er sprake van een vermogensrecht dat verkregen is in ruil voor stoffelijk voordeel?

Bijvoorbeeld: iemand doet wekelijks een klusje en krijgt hier geld voor.

Wat is de uitspraak van de rechter in het portacabin-arrest?

Het leek dat de portacabin naar haar aard en inrichting bestems is om als bedrijfsgebouw te worden gebruikt en om duurzaam ter plaatste te blijven.

De portacabin is dus een onroerende zaak.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo