Samenvatting: Praktisch Ondernemingsrecht | 9789001875510 | S S M Rutten

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Praktisch ondernemingsrecht | 9789001875510 | S. S. M. Rutten

• 1 Introductie op het ondernemingsrecht

  Dit is een preview. Er zijn 67 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• 4. Verplichting, nut en gevolgen inschrijving in handelsregister van de KvK:

  Het doel van het Handelsregister is voornamelijk meer rechtszekerheid te bieden tijdens het zakendoen. Verplicht inchrijven, art. 9 t/m 14 Hrw. De nadelige gevolgen van niet-inschrijving zijn afhankelijk van de rechtsvorm

• Als het gaat om ondernemingsrecht, welke definitie wordt dan gebruikt?

  Die van de WOR.

• Wat is de Corporate Governance Code?

  Zorgen dat de machtsverdeling binnen het bedrijf in evenwicht is, effectief beslissingen nemen en zorgen dat doel van de vennootschap optimaal wordt nagestreefd.

• Uit welke twee rechtsgebieden bestaat het privaatrecht en in welke rechtsgebieden kunnen deze twee worden opgesplitst?

  Personenrecht en vermogensrecht. Het eerste bestaat uit rechtspersonenrecht, personen- en familierecht en het recht van de personenvennootschappen. Vermogensrecht bestaat uit geoderenrecht en verbintenissenrecht.

• Voornaamste taak van de Monitoring Commissie?

  Inventariseren van naleving van Code en de redenen van afwijking daarvan

• Welke rechtssubjecten kent ons recht en welke categorieen bestaan er binnen ieder rechtssubject?

  Natuurlijke personen en rechtspersonen. Er is maar één categorie natuurlijke persoon: de mens. Rechtspersonen bestaan uit privaatrechtelijke en publiekrechtelijke rechtspersonen en kerkgenootschappen.

• Is er een wettelijke grondslag voor de Code?

  Nee, wordt wel naar verwezen in art. 2:391 lid 5 BW = de wettelijke grondslag (in bestuursverslag mededeling doen)

• Wat is het kenmerkende verschil tussen rechtspersonen enerzijds en de personenvennootschappen met de eenmanszaak anderzijds?

  Het hebben van rechtspersoonlijkheid, wat de rechtspersonen hebben en de andere rechtsvormen niet. Dit betekent dat ze zelfstandig drager van rechten en plichten zijn.

• Waarom wordt de Code een leven document genoemd?

  De Code is een middel van zelfregulering. Hij beweegt mee met economische en maatschappelijke ontwikkelingen.

• Geef twee voorbeelden van rechtsfeiten uit het vermogensrecht die een rechtspersoon kan verrichten?

  Rechtspersonen kunnen een rechtshandeling verrichten (3:33 BW) of een overeenkomst sluiten (artikel 6:213 BW) en daarmee eigendom krijgen van iets (artikel 5:1 BW). Ze kunnen wanprestatie (6:74 BW) of onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW) plegen