Nakoming en opschorting - Opschorting - Opschorting - algemene regels

7 belangrijke vragen over Nakoming en opschorting - Opschorting - Opschorting - algemene regels

Wat zijn de voorwaarden voor opschorting? (art. 6:52 lid 1 BW)

  1. Er is sprake van een verbintenis tussen een schuldenaar en een schuldeiser (de schuldenaar dient een prestatie te leveren aan de schuldeiser).
  2. Daarnaast heeft de schuldenaar een opeisbare vordering op zijn schuldeiser (de termijn om de vordering te voldoen is verstreken).
  3. Er bestaat voldoende samenhang tussen de opeisbare vordering (2) en de verbintenis (1) om opschorting te rechtvaardigen.

Wat is de definitie van het connexiteitsvereiste, volgens art. 6:52 lid 2 BW)

'Een zodanige samenhang kan onder meer worden aangenomen ingeval de verbintenissen over en weer voortvloeien uit dezelfde rechtsverhouding of uit zaken die partijen regelmatig met elkaar hebben gedaan.'

Wat houdt het proportionaliteitsvereiste/evenredigheidsvereiste?

De op te schorten prestatie moet in verhouding staan tot de opeisbare vordering.
(het opschorten van huurbetaling, omdat woning niet beschikbaar is.)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat betekent het proportionaliteitsvereiste / evenredigheidsbeginsel, dat een rol speelt bij opschorting?

Dat wil zeggen dat de op te schorten prestatie in verhouding moet staan tot de opeisbare vordering.

Wat zijn de beperkingen op het opschortingsrecht? (art. 6:54 en 6:55 BW)

De bevoegdheid tot opschorting bestaat NIET:
  1. Als de nakoming van de verbintenis van de wederpartij wordt verhinderd door schuldeisersverzuim (art. 6:54 sub a BW)
  2. Voor zover de nakoming van de verbintenis van de wederpartij blijvend onmogelijk is (art. 6:54 sub b BW)
  3. Als er zekerheid is gesteld voor de voldoening van de verbintenis van de wederpartij, tenzij de voldoening hierdoor onredelijk wordt vertraagd (art. 6:55 BW)

Wanneer is de nakoming van een verbintenis blijvend onmogelijk, waardoor opschorting niet mogelijk is? (art. 6:54 sub b BW)

Wanneer duidelijk is dat de schuldenaar nimmer zal kunnen voldoen aan zijn verplichting om te presteren.

Wat wordt verstaan onder het stellen van zekerheid? (art. 6:51 lid 2 BW)

  • Het stellen van zekerheid moet zodanig zijn dat de vordering en eventuele rente en kosten die met de vordering samenhangen behoorlijk gedekt zijn.
  • Bovendien moet de schuldeiser er zonder moeite verhaal op kunnen nemen.
  • VB: borgtocht, bankgarantie, hypotheek en pand.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo