Samenvatting: Praktische Economie 3Vwo
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Praktische Economie 3VWO
-
1.1 Voor niks gaat de zon op
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn 3 moeilijkheden die een scholier tegen kan komen tijdens het opstarten van een bedrijfje?
1. Het gaat ten koste van school
2. Je moet je in je bedrijf direct meer op lange termijn richten
3. Het kost veel geld -
Wat is de betekenis van een productiefactor?
Productiefactoren zijn de middelen die je nodig hebt om je bezorgdienst te kunnen produceren. Elk bedrijf heeft die nodig: arbeid, natuur, kapitaal, ondernemerchap -
1.2 Kiezen is verliezen
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe kun je makkelijk geld naar een maand berekenen?
Reken via een kwartaal een week om naar een maand. Een kwartaal telt dertien weken of drie maanden -
1.3 Van ruilen komt geen huilen
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat verhoogde de arbeidsproductiviteit?: productie pp steeg
Specialisatie en arbeidsproductiviteit. -
1.4 De waarde van geld
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Geld heeft drie functies, welke?
1. De ruilfunctie, je ruilt producten tegen geld
2. De rekenfunctie, zo kun je rekenen met geld
3. De oppotfunctie, daarmee kun je je vermogen in geld aanhouden. -
1.5 Rekenen met procenten
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe reken je een absolute verandering uit?
'oude getal: 100 xprocentuele verandering
Als je 200 euro verdiend, en je krijgt 6% opslag, hoeveel euro ga je meer verdienen?
200 : 100 x 6 = 12 euro -
3 Van burger tot ondernemer
-
3.1 Sparen en verzekeren
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Er zijn twee soorten rentes, welke zijn dat?
Enkelvoudige rente: als je bijvoorbeeld 1000 euro hebt, krijg je ieder jaar rente over dezelfde 100 euroSamengestelde rente: Als je bij samengestelde rente 1000 euro hebt, dan krijg je rente over rente, dus het eerste jaar rente over 1000 euro, het tweede jaar over de rente van vorig jaar -
Welke formule gebruik je bij samengestelde rente?
Bij 3 jaar 5% samengestelde rente op 1000 euro doe je 1000 x 1,05 tot de macht 3 -
Hoe bepaalt de verzekering de prijs van een premie?
Bij bijvoorbeeld diefstal keert de verzekering de schade uit. Omdat de verzekeringsmaatschappij veel klanten heeft, en weinig mensen in een jaar diefstal mee maken, kan de premie relatief laag blijven. -
3.3 Voor jezelf beginnen
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer is het handig om informatie te winnen bij de kamer van koophandel
Alsbeginnende ondernemer . Je kunt daar veel te weten komen oververgunningen ,wetgevingen en btw, ze adviseren je om een ondernemingsplan te maken.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden