Samenvatting: Praktische Economie (4E Dr) Leeropdrachtenboek 3 (Havo/)Vwo | 9789034556585 | Peter Adriaansen, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Praktische Economie (4e dr) leeropdrachtenboek 3 (havo/)vwo | 9789034556585 | auteur Peter Adriaansen ; eindred. Malmberg ; [cartogr./grafieken Van Dijk vormgeving & kartografie ... et al. ; ill. Sandra de Haan ... et. al. ; foto's AKG-images ... et al.].

• 1 Schaarste en ruilen

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• 1.4 de waarde van geld

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de 4 eigenschappen van geld?

  1. Makkelijk te vervoeren
  2. Houdbaar
  3. Deelbaar
  4. Je moet er op kunnen vertrouwen dat het geaccepteerd wordt als betaalmiddel

• 3 begin voor jezelf

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• waar kan een startende ondernemer informatie in winnen?

  
  Als startende ondernemer is het verstandig om informatie in te winnen bij de Kamer van Koophandel (KvK).

• wat is het belangrijkste advies van de KvK aan startende ondernemers?

  
  De KvK adviseert startende ondernemers om een ondernemingsplan te maken.

• waarvoor gebruikt een startende ondernemer het ondernemingsplan?

  
  De ondernemer schrijft in een ondernemingsplan onder meer welke vergunningen hij nodig heeft,op welke markt hij wil opereren en hoeveel geld hij nodig denkt te hebben.

• Een zzp'er is volgens deze definitie van het combineren van productiefactoren om geld te verdienen wel / niet een ondernemer.

  wel

• wat krijgen ondernemers van de Belastingdienst

  speciale belastingvoordelen.

• noem de vier soorten ondernemingsvormen:

  
  
  1 Een eenmanszaak waarin één persoon, de eigenaar, de leiding heeft.
  
  
  2 Een vennootschap onder firma (vof) waarbij twee of meer personen eigenaar zijn van één onderneming.
  
  
  3 Een besloten vennootschap (bv) waarbij de aandeelhouders de eigenaren zijn.
  
  
  4 Een naamloze vennootschap (nv) waarbij de aandelen op de aandelenbeurs worden verhandeld. Wie een aandeel koopt, is dus voor een (klein) deel eigenaar van het bedrijf.

• Een bv en een nv zijn een rechtspersoon. wat houdt dat in?

  
  Als de onderneming failliet gaat, gaat alleen het bedrijf failliet.
  
  De personen zijn niet persoonlijk aansprakelijk.
  
  De aandeelhouders verliezen alleen de waarde van hun aandelen.

• wat is het verschil tussen een lijnorganisatie en een lijn-staf organisatie

  
  In een lijnorganisatie heeft iedere werknemer één baas boven zich.
  
  Een lijn-staforganisatie is een combinatie van een lijnorganisatie met een staf.

• 4 zorgen voor later

• 4.2 begrippen 4.2,4.3 en 4.5

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2
  Laat hier meer flashcards zien

• resultatenrekening (winst- en verliesrekening)

  
  Overzicht van de opbrengsten, kosten en winst in
  een jaar.