Samenvatting: Praktische Economie Economische Groei Bovenbouw | 9789402006179 | prof J Hinloopen, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van praktische economie economische groei bovenbouw | 9789402006179 | prof. dr. J. Hinloopen & drs. P. Adriaansen
-
1 Macro-economische kengetallen
-
1.1 het binnenlands product
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Macro- economische kengetallen, wat is dit?
Dit zijn geaggregeerde waarden, zoals de totale productie van een land, de totale werkgelegenheid of het inkomen dat alle ingezetenen bij elkaar verdienen.
twee belangrijke macro economische kengetallen (in dit hst):
- het binnenlands product
- het binnenlands inkomen -
welke drie methoden zijn er om het bbp uit ter rekenen?
3 namelijk:
de objectieve methode
de subjectieve methode
de bestedingsmethode -
Wat is de subjectieve methode om het bbp uit te rekening?
hierbij kijk je naar de totale waarde die in een land door productie wordt toegevoegd.
Door bruto toegevoegde waarde= TO- kosten ingekochte goederen en diensten
geeft
bruto binnenlands product=
optelsom alle bruto toegevoegde waarden + alle ambtenarensalarissen -
Productie voegt niet allen waarde toe, maar veroorzaakt ook waardevermindering bij kapitaalgoederen. Wat voor berekening ontstaat hierdoor?
de Netto toegevoegde waarde= Bruto toegevoegde waarde - afschrijvingen
en
nbp= bbp - afschrijvingen -
1.2 het binnenlands inkomen
Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe werkt de subjectieve methode om het bbp te bereken?
via de primaire inkomens= de inkomens die verdiend worden met het ter beschikking stellen van productiefactoren.
nbi (netto binnenlands inkomen)= optelsom alle primaire inkomens -
waarom klopt dit nbi=nbp?
de netto toegevoegde waarde wordt gebruikt om de productiefactoren te belonen: het primair inkomen. optelsom primaire inkomens= nbi
conclusie: het netto binnenlands inkomen uitkomst is gelijk aan het netto binnenlands product -
2 van micro naar macro
-
2.1 de economische kringloop
Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke vier stromen gaan richting bedrijven?
- consumenten kopen consumptiegoederen (C)
- de overheid koopt overheidsgoederen (O)
- bedrijven lenen geld bij financiële instellingen om hun netto- investeringen (I) te financieren
- het buitenland koopt de export (E) -
2.2 de nationale rekening
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat laten de nationale rekeningen zien?
Welke sector meer besteedt dan hij aan middelen heeft en welke sector middelen overhoudt. -
Hoe heet de derde methode om het bbp te berekenen?
De bestedingsmethode. -
2.3 de betalingsbalans
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
Laat hier meer flashcards zien -
In welke 4 deelrekeningen is de lopende rekening onderverdeeld?
- de goederenrekening/ handelsbalans
- de diensten rekening
- de primaire- inkomensrekening
- de inkomensoverdrachten rekening
het saldo van al deze rekeningen opgeteld is het saldo van de lopende rekening.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden