Samenvatting: Praktische Economie / T/havo Leerjaar 2 / Deel Handboek / Druk 1 | 9789034556578 | Bert Hofman

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Praktische Economie / T/Havo leerjaar 2 / deel Handboek / druk 1 | 9789034556578 | Bert Hofman

  • 2 Geld en verzekeren

  • 2.1 Wat is geld?

    Dit is een preview. Er zijn 21 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Bij indirecte ruil betaal je met geld. Noem 4 manieren om te betalen.

    1. contant betalen

    2. met je pinpas

    3. met je creditcard

    4. via je betaalrekening (online banking)

  • Wat werd vroegen gebruikt als geld?

    - schelpen

    - kralen

    - thee

    - goud

  • Noem 3 redenen waarom geld zo handig is?

    1. het is een ruilmiddel

    2. het is een rekenmiddel

    3. het is een spaarmiddel

  • Wat is de Europese Monetaire Unie (EMU)?

    Landen van de EU met de Euro als wettig betaalmiddel.
  • Hoe komt het geld dat de ECB in omloop brengt bij de mensen terecht?

    Het geld dat de ECB in omloop brengt komt via de andere banken bij de mensen.

    De klanten van bijvoorbeeld de Rabobank nemen geld van hun rekening op om daarmee contant te betalen.

  • Waar is de Euro een wettig betaalmiddel?

    Sinds 2002 is de euro een wettig betaalmiddel in 16 Europese landen.

    In die landen kan je met de euro betalen, daarbuiten niet.

    In Amerika moet je bijvoorbeeld met dollars betalen en in Londen met Engelse ponden.

  • 2.2 Sparen en lenen

    Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Van welke 3 dingen is de hoogte van de rente afhankelijk?

    1. Hoeveel geld je op je spaarrekening hebt staan; hoe meer geld erop staat, hoe meer rente je ontvangt.


    2. Hoelang je het geld op je spaarrekening staat; je kan je spaargeld ook voor een bepaalde periode "vast" zetten; in die tijd kan je het zelf dan niet opnemen.

    3. De hoogte van het rentepercentage; banken geven verschillende rentepercentages.

  • Welke rol spelen de banken bij het sparen van geld?

    Banken zijn een soort doorgeefluik voor geld.

    Zij ontvangen geld van spaarders en geven het door aan consumenten en producenten die geld willen lenen.


    De rente die je moet betalen als je geld leent,  is hoger dan de rente die je ontvangt als je geld spaart. Dit is de rentemarge. Op deze manier verdienen banken geld.

  • Wat kan je doen als je elke maand meer geld uitgeeft dan je verdient?

    1. Je kan proberen je inkomsten te verhogen door meer uren te werken.


    2. Je kan bezuinigen op je uitgaven door minder luxe artikelen te kopen.


    3. Je kan geld lenen; let op, dit moet je wel kunnen terugbetalen.

  • Waar moet je op letten bij het afsluiten van een lening?

    1. De looptijd van een lening; in hoeveel termijnen ben je van je schuld af?


    2. Het rentepercentage; hoe hoger de rente, hoe duurder de lening.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart