De markt van vraag en aanbod - Eenmaa andermaal verkocht - Van vraagoverschot naar marktevenwicht

4 belangrijke vragen over De markt van vraag en aanbod - Eenmaa andermaal verkocht - Van vraagoverschot naar marktevenwicht

2. In hoofdstuk 1 is het begrip ´schaars goed´ behandeld. Ronald beweert: ¨Een goed is schaars als de vraag naar het product groter is dan het aanbod.¨ Klopt zijn uitspraak? Verklaar je antwoord.
b. Hoe kun je als consument merken dat de vraag naar benzine groter is dan het aanbod?

A. Zijn uitspraak klopt niet. Een schaars goed is een goed waarin productiefactoren zijn ingeschakeld om het goed te maken.

B. Dit kun je als consument zien door de prijsverhoging van benzine.

3. Bekijk bron 2. Bij een prijs van €1 bestaat een vraagoverschot van aardappels. Hoe reageert de markt op een vraagoverschot? Zet de letters in de juiste volgorde.
A. De prijs van aardappels stijgt.
B. De gevraagde hoeveelheid aardappels wordt gelijk aan de aangeboden hoeveelheid aardappels.
C. Vragers gaan´tegen elkaar opbieden´om de gewenste hoeveelheid aardappels te kunnen kopen.
D. Een deel van de vragers kan niet voldoende aardappels kopen.

De juiste volgorde is D-C-A-B.

4. Stel: de verkoopprijs van een bepaald type tablet is €250. Bekijk hiernaast de twee marktsituaties. In welke situatie is er bij deze prijs een vraagoverschot van dit type tablet? Verklaar je keuze.

Bij situatie 2 is er een vraagoverschot. Dit kan je zien door de plek waar de evenwichtsprijs staat. Bij situatie 2 is de evenwichtsprijs boven de €250, de reden hiervan kan zijn dat door de vraagoverschot de bedrijven de prijzen omhoog gooien. Bij situatie 1 is de evenwichtsprijs onder de €250 euro. Dit kan betekenen dat er niet veel vraag naar is en dus de bedrijven de prijs verlagen. Situatie 2 is dus het juiste antwoord
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

5. In de leertekst wordt de evenwichtsprijs berekend door de twee vergelijkingen aan elkaar gelijk te stellen. Het invullen van de evenwichtsprijs in de aanbodfunctie of vraagfunctie geeft de evenwichtshoeveelheid.
a. Vul P = 1,40 in de aanbodfunctie in om te bewijzen dat de evenwichtshoeveelheid Q = 400.000.
b. Vul P = 1,40 in de vraagfunctie in om te bewijzen dat de evenwichtshoeveelheid Q = 400.000.

500.000P - 300.000 = -250.000P + 750.000
a. 500.000 x 1,40 = 700.000 - 300.000 = 400.000
b. -250.000 x 1.40 = -350.0000 + 750.000 = 400.000

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo