Kopen is kiezen - Winst is winst - Vaste en variabele kosten

3 belangrijke vragen over Kopen is kiezen - Winst is winst - Vaste en variabele kosten

4. Geef bij Cravatta Pelliano een voorbeeld van vaste kosten en een voorbeeld van variabele kosten.

Vaste kosten: huur bedrijfspand en loonkosten
variabele kosten: ingekochte stof en knoopjes

5. Geef twee voorbeelden van de variabele kosten van een restaurant.
b. Geef twee voorbeelden van de vaste kosten van een restaurant.

A. Hoeveel voedsel, hoeveel drinkwaren.
B. Huur van het pand, loonkosten

7. Verzekeringsmaatschappij SureForever verkoopt scooterverzekeringen. De jaarlijkse vraag naar scooterverzekeringen van SureForever is gegeven met de vraagfunctie Qv = -100P + 15.000.
P = prijs van een scooterverzekering per jaar in euro´s
Qv = aantal scooterverzekeringen
De variabele kosten per verzekering zijn €40. De vaste kosten van SureForever zijn €180.000 per jaar.

a. SureForever verkoopt de scooterverzekering voor €70. Bereken de afzet en omzet.
b. Bereken de winst van SureForever.
c. Behoren de uitkeringen bij schade tot de variabele kosten of vaste kosten? Verklaar je antwoord.

A. Afzet = -100x70 = -7000 + 15.000 = 8000
omzet = 8000 x €70 = €560.000.

B. TK = €40 x 8000 = 320.000 + 180.000 = €500.000 
€560.000 - €500.000 = €60.000, dus TW = €60.000.

C. De uitkeringen bij schaden behoren tot variabele kosten, want een schade is niet iets dat verzekerd is dat elke maand een ongeluk gebeurd en wat voor schade, een hele ernstige schade of kleine schrammetje.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo