Samenvatting: Praktische Verloskunde | 9789036822787 | Marianne Prins, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Praktische verloskunde | 9789036822787 | Marianne Prins, Jos van Roosmalen, Yvonne Smit, Sicco Scherjon, Jeroen van Dillen

• 1 Maatschappelijke en organisatorische aspecten van de verloskunde

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke criteria hanteert het CBS voor geboortestatistiek?

  Alleen kinderen geboren na een zwangerschapsduur van ten minste 24 weken. Zowel dood- als levendgeborenen kinderen.

• Bij welke 3 redenen mag een abortus provocatus na 24 weken worden uitgevoerd?

  - Ernstige foetale aandoeningen met beoogd gevolg het overlijden van de ongeboren vrucht.
  - Het ongeboren kind kan buiten het moederlichaam niet in leven blijven.
  - Maternale indicatie: bescherming van de gezondheid van de moeder.

• Hoeveel vrouwen bevallen thuis?

  30% waarvan 12.7% thuis en 17,2% in geboortecentra

• Welke 3 criteria gelden voor registratie in PRN (Perinatale Registratie Nederland)?

  - 16 weken
  - > 500 gram geboortegewicht of 22 weken bij niet bekend zijn van geboortegewicht, als dit ook niet bekend is, lengte van 25 centimeter
  - lengte van 25 centimeter

• 3 De ongecompliceerde zwangerschap

• 3.1 Fsyiologie van de voortplanting, menstruele cyclus

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Op welke leeftijd menstrueert een vrouw?

  13 jaar waarbij er voor het eerst bloedverlies is uit de uturus

• Hoe wordt de menstruatiecyclus van een vrouw gereguleerd?

  door hormonen, bijvoorbeeld gonadotrophin-releasing hormone (GnRH) dat geproduceerd wordt in de hypothalamus, follikelstimulerend hormoon (FSH) en luteı ̈niserend hormoon (LH) die worden geproduceerd in de hypofyse en oestrogeen en
  progesteron, geproduceerd in het ovarium.

• 3.9.7 Nieren en urinewegen

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.9.7
  Laat hier meer flashcards zien

• Met hoeveel neemt de omvang van de nieren toe, en hoe komt dit?

  Met 1,5 cm dit komt door een sterkere doorbloeding

• Met hoeveel procent neemt de glomerulusfiltratie toe en wat is daarvan het gevolg (4 punten)?

  Met 50%. Hierdoor wordt:
  

  • de concentratie van ureum, creatinine en urinezuur in het bloed lager. (Wordt ook gedeeltelijk veroorzaakt door de fysiologische verdunning van het circulerend volume.)
  • Terugresorptie van glucose verminderd, nierdrempel voor uitscheiding van glucose is daarom verlaagd. Dus wordt er vaker glucose in urine aangetoond.  
  • De eiwituitscheiding neemt toe
  • Totale hoeveelheid urine blijft gelijk

• Hoe komt het dat de urineafvloed tijdens de zwangerschap bemoeilijkt kan worden?

  Door de druk van de uterus kunnen er knikken in de ureteren ontstaan en progesteron heeft een verslappend effect.

• 4.5.6 ligging van de foetus

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.5.6
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat betekend bollottement

  Het zweven tussen twee handen