Samenvatting: Premaster Mw
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Premaster MW
-
Studietaak 1.1
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 16/08/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen praktijkgericht onderzoek en praktische relevantie van wetenschappelijk onderzoek?
Van de uitkomsten van praktijkgericht onderzoek wordt verwacht dat die direct in de praktijk toepasbaar zijn en in 1e instantie is het niet gericht op het leveren van een bijdrage aan de theorie.
Aangezien wetenschappelijk onderzoek in de empirie (=werkelijkheid) is uitgevoerd, is er ook altijd sprake van een praktische relevantie. Ieder wetenschappelijk artikel waarin verslag wordt gedaan van een onderzoek, eindigt daarom altijd met 'recommendations for practice'. -
Wat zijn de risico's en kansen van valorisatie?
-
Valorisatie wordt door sommigen gezien als bedreiging v/d academische vrijheid en aandacht voor fundamenteel onderzoek dat pas op de langere termijn van waarde kan zijn.
+
Anderen zien valorisatie juist als kans om erkenning v/d betekenis v. wetenschappelijk onderzoek waarmee uitgaven voor wetenschappelijk onderzoek kunnen worden gerechtvaardigd. -
Wanneer is onderzoek wetenschappelijk verantwoord?
Een onderzoek is wetenschappelijk verantwoord als het conform de regels voor goed onderzoek van de desbetreffende discipline wordt gedaan, volgens geaccepteerde methoden, procedures en werkwijzen.
Onderzoek is ook pas wetenschappelijk verantwoord als publiekelijk verantwoording wordt gedaan over de keuzes die in een onderzoek zijn gedaan d.m.v. bronvermeldingen, methode van onderzoek zodat repliceren (=kopieren) v/h onderzoek mogelijk is, en wanneer het wordt gepubliceerd in een academic journal (na double blind peer review).
Iets is overigens nooit absoluut waar, maar voorlopig juist, totdat het tegendeel wordt bewezen. -
Welke validiteitsproblemen kunnen voorkomen?
Non-response (response te laag agv gebrek aan medewerking mensen/organisaties)
Zelfselectie (door vrijwillige deelname kan de samenstelling v/d steekproef gekleurd zijn)
Sociaalwenselijke antwoorden (onderzoeker moet zich bewust zijn v/deze mogelijkheid of zelfs waarschijnlijkheid)
Invloed vd onderzoeker zelf (vooroordelen, respondenten beinvloeden)
Gebrek aan anonimiteit (voldoende gewaarborgd?)
Interpretatieproblemen (heeft de onderzoeker de meningen juist geinterpreteerd, doorgevraagd, uitwerking interviews voorgelegd a/d respondenten?) -
Wat weet je van een wetenschappelijke houding en wetenschappelijke integriteit?
De juiste wetenschappelijke houding wordt gekenmerkt door onbevooroordeeldheid en een kritische houding.
Wetenschappelijke integriteit heeft te maken met een streven naar eerlijkheid, oprechtheid en waarheidsgetrouwheid. -
Wat is een paradigma en hoe is dit relevant voor de wetenschapper?
Een paradigma is een geheel van wetten, definities, veronderstellingen over de werkelijkheid, methodologische eisen, waarden enz. De indiv. wetenschapper werkt doorgaans binnen een paradigma of onderzoeksprogramma. Onderzoekers houden zich alleen bezig met een onderwerp binnen het vigerende (=geldende) paradigma. -
Studietaak 1.3
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 17/08/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer past een onderzoeker deductie toe?
Een onderzoeker past deductie toe als hij hypothesen formuleert die logisch voortvloeien uit een algemene theorie of eerdere studies. Zij denken dan in de lijn van:
Als deze theorie in het algemeen juist is en dus ook opgaat in de situatie die ik onderzoek, wat moet er dan volgens de theorie waar te nemen zijn? -
Als je je kunt afvragen of het verantwoord is om een algemene wet of conclusie af te leiden uit een aantal waarnemingen, waarom wordt het dan toch vaak gedaan?
In de meeste wetenschappelijke disciplines wordt toch vaak een algemene wet of conclusie afgeleid uit een een aantal waarnemingen (inductie) omdat het anders vrijwel onmogelijk is om te komen tot kennis in een empirische wetenschap. Belangrijk daarbij is om altijd in gedachten te houden dat er sprake is van een zekere waarschijnlijkheid. -
Welke oplossing voor het inductieprobleem heeft Karl Popper de wetenschap gebracht?
Karl Popper kwam met falsicificatie als oplossing voor het inductieprobleem. Hij stelde dat wetenschappers moeten werken met toetsbare hypothesen, ofwel hypothesen die falsificeerbaar zijn = zolang het tegendeel bewezen is, nemen we voorlopig aan dat iets waar is. -
Welke oplossing biedt de statistiek voor het inductieprobleem?
De oplossing vd statistiek is dat we werken met kansen. We trekken geen universele conclusies maar trekken conclusies met een zekere waarschijnlijkheid. De kans op een foute conclusie wordt nadrukkelijk vermeld en geaccepteerd. Met statistische analyses tonen we de samenhang tussen variabelen aan en NIET de causaliteit.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden