Samenvatting: Preventieve Tandheelkunde
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Preventieve tandheelkunde
-
1 Algemene Microbiologie
Dit is een preview. Er zijn 19 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Leven -> domein -> rijk -> stam -> klasse -> orde -> familie -> geslacht -> soort
- Eukaryoot -> rijkdom schimmels; deze verder verdelen in soorten
- gemeesnschappelijke voorouder -> vanuit bacteriën zijn alle andere soorten ontstaan en dus ook de eukaryoten
- Eukaryoot -> rijkdom schimmels; deze verder verdelen in soorten
-
Tree of bacterial life
DNA-sequentie (volgorde van nucleotiden in DNA) bepalen -> verwantschap bepalen- nagaan hoeveel een bacteriesoort verwijderd is van een andere bacterie
- dit komt omdat mutaties in de tijd optreden, dus hoe dichter bij een gemeenschappelijke voorouder, hoe minder mutaties
- virussen kunnen heel snel muteren
-
Voedingsbehoeften voor bacteriële groei
- Waterstof -> afkomstig van water, daarom is water essentieel voor de groei van bacteriën
- zuurstof -> juiste zuurstofspanning is belangrijk
- aerobe bacteriën -> zuurstof is optimaal voor groei
- anaerobe bacteriën -> zuurstof kan beperkend zijn voor groei
- Waterstof -> afkomstig van water, daarom is water essentieel voor de groei van bacteriën
-
2 Metabolisme
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Anaeroob/aeroob bepalen door kweek in een reageerbuis
- Strikt aeroob -> zitten bovenin in de reageerbuis zodat ze maximale hoeveelheid zuurstof kunnen opnemen
- obligaat anaeroob -> zitten onderin om zuurstof te vermijden
- facultatief anaeroob -> zitten vooral aan de top, omdat aerobe metabolisme voordeliger is (levert meer energie op). Worden ook in de rest van de reageerbuis gevonden, omdat zuurstof niet giftig voor ze is
- Aerotolerante organismen -> worden niet beïnvloed door zuurstof en zijn gelijkmatig verdeeld over de reageerbuis
- Strikt aeroob -> zitten bovenin in de reageerbuis zodat ze maximale hoeveelheid zuurstof kunnen opnemen
-
3 Bacteriologie
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Eiwitstructuren aan de buitenkant van bacterie
- Pilus -> betrokken bij uitwisselen van genetische informatie
- DNA in circulair chromosoom en in plasmide (kleinere stukjes DNA die los van chromosoom zitten)
- plasmide -> mobiele variant van DNA -> kan uitgewisseld worden tussen bacteriën door die pilus
- plasmide bevat vaak resistentie gen
- niet alle bacteriën hebben het, maar als ze het hebben zijn ze heel mobiel -> snel voort kunnen bewegen
- flagella kunnen verschillende geordend zijn
- zijn veel langer dan pilus
-
4 Schimmels & Protozoa
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
Laat hier meer flashcards zien -
Menselijke cel en schimmel cel lijken op elkaar
-> ook een kern, vacuole, Golgi-apparaat en celmembraan, maar mensen hebben geen celwand en schimmels hebben ergosterol in plaats van cholesterol bij mensen- op celmembraan van schimmels zit een suiker laag can chitine en B-(1,3)-glucans en daar bovenop zit de celwand die bestaat uit een suiker laag van B-(1,6)-glucans
- schimmelgroei/infectie remmen -> aangrijpen op punten die verschillen tussen cellen van mensen en van schimmels
-
5 Virussen
Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
Laat hier meer flashcards zien -
Virussen ten op zichtte van bacteriën
- Intracellulair
- bacteriën: meestal niet
- virus: ja
- plasmamembraan
- bacteriën: ja
- virus: nee
- vermenigvuldiging door deling
- bacteriën: ja
- virus: nee
- bevat DNA en RNA
- bacteriën: ja
- virus: nee
- ATP-vormend metabolisme
- bacteriën: ja
- virus: nee
- bevat ribosomen
- bacteriën: ja
- virus: nee
- gevoelig voor antibiotica
- bacteriën: ja
- virus: nee
- gevoelig voor interferon
- bacteriën: nee
- virus: ja
- Intracellulair
-
6 Infectieleer
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6
Laat hier meer flashcards zien -
Niet iedereen wordt direct ziekt bij besmetteling met een pathogeen door:
- Homeotase -> brandbreedte qua wat je aankan; als je erbuiten komt dan wordt je pas ziek
- pathogeniteit van micro-organisme
- minimale infectieuze dosis
- Homeotase -> brandbreedte qua wat je aankan; als je erbuiten komt dan wordt je pas ziek
-
Besmettingsweg/transmissieroute van micro-organismen
- Direct contact -> besmette persoon raakt jou aan waardoor jij ook micro-organisme draagt
- indirect contact -> besmette persoon raakt iets aan en jij raakt dat ook aan
- aerosolen (lucht-overdraagbare micro-organismen) -> besmette persoon hoest en jij ademt dat in
- via druppels
- via vector -> transmissie door insecten (zoals muggen)
- hematogene transmissie -> bloed-bloed contact
- via lichaamsvloeistoffen
- congenitaal/verticaal -> transmissie van moeder op kind
- feco-oraal -> transmissie van ontlasting naar mond
- Direct contact -> besmette persoon raakt jou aan waardoor jij ook micro-organisme draagt
-
8 Antibiotica
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 8
Laat hier meer flashcards zien -
AB natuurlijk van oorsprong
Resistentie ook- resistentie mechanisme -> bacterie die zelf AB maakt is natuurlijk (dus natuur) resistent tegen die gemaakte AB
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden