Samenvatting: Privaatrecht
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van privaatrecht
-
hoofdstuk 1
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 24/12/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Welke rechtsbronnen zijn in het Nederlands rechtsstelsel formeel erkend
1. De wet (en parlementaire geschiedenis)
2. De gewoonte
3. Rechtspraak
4. Europese en internationale regelgeving -
Hoofdstuk 2
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 04/01/2021
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe komt een ovk tot stand?
6:217. Door een rechtsgeldig aanbod en eenrechtsgeldige aanvaarding. Deze instituten hebben dus een beoogd rechtsgevolg en zijn rechtshandelingen. Door aanbod en aanv komt een meerzijdige, obligatoire ovk tot stand die meerdere verbintenissen kan bevatten. -
Stel iemand zwaait tijdens een veiling naar een persoon. Echter de veilingmeester denkt dat er nu een ovk is. Wat nu?
Er is hier sprake van een feitelijke handeling (niet beoogd). Gelet op 3:35 is geen rechtshandeling verricht omdat de verklaring (opsteken hand) niet gericht was op dat rechtsgevolg (het kopen van een goed)
3:35 biedt een uitweg. Als de veilingmeester er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de persoon zijn hand opstak omdat hij het schilderij wilde kopen, dan is alsnog sprake v.e rechtshandeling. -
Hoofdstuk 3
Dit is een preview. Er zijn 22 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 04/01/2021
Laat hier meer flashcards zien -
De precontractuele fase wordt reeds beheerst door redelijkheid en billijkheid tussen de aspirantcontractspartijen, wat houdt dit in
Het onderzoeken en mededelen van info omtrent de ovk zijn daarbij onlosmakelijke communicerende vaten voor beide partijen. De wet somt verschillende soorten van dwaling op. De reden dat is gekozen voor een limitatieve opsomming is dat contactsvrijheid en autonomie v partijen in het handelsverkeer als groot belang worden beschouwd en de gronden voor vernietiging o.g.v dwaling volgens de wetgever dus beperkt dienden te blijven -
Waar gaat 6:228 lid 1 sub a over
Niet iedere mededeling ook al is deze onjuist, geeft grond voor eendwalingsactie :aanprijzingen in algemenebewoordingen zoals 'mooiste' of 'goedkoopste' zijn op zichzelf niet voldoende voor een geslaagd beroep opdwaling (of bedrog).Mededelingen in de vorm van een eigen mening zijn ook onvoldoende om eendwalingsactie te rechtvaardigen. Er heerst hierbij een samenspel tussen onderzoek en mededeling. Als een bedrijf iets beweert ben je toch verplicht onderzoek uit te voeren. -
Wat zegt 6:228 lid 1 sub c
Hier is dus vereist dat partijen van dezelfde onjuiste veronderstelling van zaken uitgaan. Wederzijdse dwaling impliceert dat de wederpartij van dezelfde onjuiste veronderstelling is uitgegaan en dat deze veronderstelling ook voor hem bij de totstandkoming vd ovk een rol heeft gespeeld. -
Wat kunnen partijen redelijkerwijs aan het woord 'belastingschade; herleiden? Welke criteria heeft de HR opgesteld
- Welke betekenis lag meer voor de hand
- er kan worden gekeken od de uitdrukking een vaststaande technische betekenis heeft. Indien dit het geval is, kan worden gekeken of de partij die niet van deze betekenis is uitgegaan deze betekenis wel kende
- heeft een partij zich laten bijstaan door een deskundige en de andere partij hierover ingelicht?
- de betekenis die een partij aan een uitdrukking toekent, zou leiden tot een resultaat dat niet goed zou rijmen met wat de ovk probeerde te beogen
- Welke betekenis lag meer voor de hand
-
Wanneer kan naast het geval van een misverstand ook sprake zijn van een wilsontbreken?
3:34: ook wanneer sprake is v.e geestelijke stoornis. Denk hierbij aan verklaringen die zijn gedaan onder invloed van drank, drugs of heftige emoties. Een persoon is in die situaties feitelijk onbekwaam. -
Waat ging offinga vink over
Offringa koopt een huis met gebreken. Vink had hem meegedeeld dat er scheiren in de woning zaten. O ging ervan uit dat het kleine scheuren waren. V wist dat het tegendeel waar was. Als O echter erachter komt hoe groot de scheuren zijn wenst hij de koopovk te vernietigen o.g.v. Dwaling
HR: O heeft zijn onderzoeksplicht verzaakt. Dit maakt hem echter niet onmogelijk on zich op dwaling te kunnen beroepen. V had nog altijd een mededelingsplicht. De mededelingsplicht telt in dit geval zwaarder dan de onderzoeksplicht. De zaak wordt derhalve terugverwezen naar het hof. -
Wat is bedrog 3:44 lid 3
Dit is een zwaardere variant van dwaling: primair zal men zich in procedures sneller beroepen op dwaling en subsidiair op bedrog. Bedrog is namelijk het willens en wetens in dwaling brengen of het 'voorwaardelijk opzettelijk' iemand laten dwalen. Dit laatste behelst de situatie dat iemand zich bewust is vd aanmerkelijke kans dat de 'bedrieger dit accepteert. Bij het aannemen van bedrog is de onrechtmatigheid gegeven. Bij dwaling is dat niet noodzakelijkerwijs t geval. Een ander VERSCHIL is dat het wijzigen vd ovk na dwaling mogelijk is, en bij bedrog niet (vergelijk 6:230 en 3:54)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden