Algemeen - Zaken of stoffelijke voorwerpen

6 belangrijke vragen over Algemeen - Zaken of stoffelijke voorwerpen

Vanaf wanneer kan een een stoffelijk voorwerp als zaak in juridische zin worden aangemerkt?

Indien het voor de mens een zekere waarde heeft. Daarbij is subjectieve waarde voldoende. Foto en brief zijn ook zaken in juridische zin, alhoewel deze geen objectieve of economische waarde hebben.

Wat is natrekking? Geef een voorbeeld en benoemd relevant artikelen.

Natrekking is wanneer de kleinere, op zich zelf staande zaak, onderdeel gaat uitmaken van een grotere zaak waarbij eigendom van de kleinere zaak teniet gaat. Art. 5:3 en 5:14 BW
Bijvoorbeeld een persoon die een zadel steelt en deze op zijn eigen fiets plaatst, wordt eigenaar van dat zadel.

Welke uitzondering is er mogelijk op de regel 'eigenaar hoofdzaak is eigenaar bestanddeel' met betrekking tot huizen en grond? Benoem deze uitzondering en het relevante artikel.

Er is een uitzondering mogelijk om het eigenaarschap van de grond en het gebouwde huis te scheiden indien hier afspraken over gemaakt worden. Dit noemen we het recht van opstal. Art. 5:101 BW.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is eigendomsvoorbehoud? Benoem het relevante artikel.

Art. 3:92 BW

Bij zelfstandige zaken is het mogelijk om ten aanzien van roerende zaken eigendomsvoorbehoud te maken. Een verkoper levert de zaak wel, maar de eigendom gaat bvb pas na volledige betaling van de zaak op koper over.

Wat is het prioriteitsbeginsel en hoe wordt dit ook wel genoemd?

Houdt 2 dingen in:
1. Wanneer twee zakelijke rechten met elkaar in botsing komen, gaat het oudste recht voor.
2. Wanneer een zakelijk recht in botsing komt met een persoonlijk recht, gaat het zakelijk recht voor, ook al was het persoonlijk recht ouder.

Heet ook wel droit de preference.

Wat is een afhankelijk (accesoire) recht? Noem het relevante artikel.

Een afhankelijk recht is een recht dat aan een ander recht zodanig verbonden is, dat het niet zonder het andere recht kan bestaan.
Art. 3:7 BW.

Vb. Borstelling, A heeft schuld bij B, C staat borg. Als A de schuld betaald vervalt de borgstelling van C.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo