Samenvatting: Probleem 1 - Early Roots Of Psychology
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Probleem 1 - Early Roots of Psychology
-
1 Early Roots of psychology
-
1.1 Plato
-
Welk leer heeft Plato ontwikkeld, wat de voorloper was van cognitieve psychologie?
Epistemologie: dit is de studie naar kennis. Plato was de eerste die aangaf dat hetgeen wat vandaag waar lijkt te zijn, morgen dat niet meer kan lijken. -
1.1.1 Kern van waarheid (Plato)
-
Welke twee karakteristieken moest de waarheid hebben volgens Plato?
1. een overtuiging is alleen waar, is alleen kennis, wanneer dit in alle situaties toe te passen is.
2. kennis moest rationeel te rechtvaardigen zijn. Een rechter is alleen juist als hij zijn beoordeling kan onderbouwen en anderen ervan kan overtuigen. -
1.1.2 Onderscheid 2 werelden (Plato)
-
In welke twee werelden maakt Plato onderscheid? En hoe past dit bijvoorbeeld bij de Vorm Schoonheid?
1. Het rijk van het Zijn. De Vorm behoort tot het rijk van het Zijn.
2. Het rijk van het Worden. Daarin zitten de kopieën van de perfecte vormen.
- Iets is mooi als het overeenkomt met de Vrom van Schoonheid en het is lelijk als het niet overeenkomt --> dus niet subjectief. -
1.1.3 Wiskunde (Plato)
-
Hoe zijn wiskunde en de theorie van vormen verbonden volgens Plato?
Plato vond waarheid en de aard ervan in de wiskunde. Hij kwam erachter dat de weg naar de waarheid logischberedeneren is redeneren is ook de weg naar deReality en derealm ofBeing . Ook is bewijs belangrijk. Zo was er bewijs voor destelling vanPythagoras wat dus ook waar is (kennis). De grootte van de driehoek maakt niet uit. Het gaat om de Vorm die moet kloppen. -
1.1.4 Imagining the forms (Plato
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Wat bedoelt Plato met "The simile of the sun: illumination of Good" en wat is het 'derde ding'?
In het begrijpelijke rijk heeft de rede de kracht om de vormen te vatten, zoals in de fysieke wereld het oog het vermogen heeft om te zien. Op zichzelf missen de zintuigen het vermogen om de wereld nauwkeurig waar te nemen, maar ze hebben de hulp nodig van goddelijke verlichting. Plato zegt dat het 'derde ding' - de bron van goddelijke verlichting - de vorm is. -
Wat bedoelt Plato met "the allegory of the cave: the prison of culture" en wat representeerde dit in de natuurlijke wereld?
Mensen zijn gevangen --> zien alleenschaduwen (hun realiteit) --> 1 persoon wordtbevrijd --> ziethetgeen achter de schaduw a.k.a de echte wereld --> lastig om te echte wereld tebevatten /omarmen --> zou niet meer goed kunnen zien in het donker --> als hij andere zou proberen te bevrijden, zou dit totheftige weerstand kunnen lijden.
--> De manier waarop wij vormen zien is vertekend door de maatschappij waarin wij leven; we zien alleen schaduwen. Nietiedereen wiltbevrijdt worden (en het echte zien); niet iedereen kan de last dragen van de vrijheid. -
Wat is het optimitische en wat is het pessimistisch aspect van "the allegory of the cave" van Plato?
- optimistisch: met moeite kunnen we ‘bevrijdt ’ worden vanignorantie en illusie.Doormiddel van de juiste opleiding en tefilosoferen . De waarheid kan ons ‘bevrijden’.
-pessimistisch : alleen een klein groepje elite mensen kunnen deze last van waarheid verdragen. De meeste mensen willen niet bevrijd worden. -
1.1.6 Motivatie (burgers) (Plato)
-
Welke drie soorten inwoners waren er in de republiek volgens Plato en wat voor soort ziel hadden hun?
1.Guardians (beschermers): filosofen/elite: rationele ziel; ze kunnen verder kijken dan hun eigenzelfinteresse .
2.Auxiliaries : helpers van de beschermers: soldaten; spirituele ziel:streeft naar eer en kan schaamte en schuld voelen.
3.Citizens (burgers): productieve klasse:desiring soul:bevredigt alleen lichamelijke wensen (honger of lust). Kijken niet verder dan eigen interesse. -
1.2 Aristoteles
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat voor soort onderscheid maakte Aristoteles tussen vorm en materie en hoe verschilde deze van Plato?
-Materie : puur,ongedifferentieerde fysiek bestaan (eerste paar seconden na deoerknal , als hetkenbaar werd, dus iets om waar te nemen is het een vorm).
- vorm: is in het algemeen wat een ding maakt tot wat het is, hetdefinieert en maakt het voor onsbegrijpelijk .
- Hij geloofde niet in de Vorm van katten, omdat 1 perfect beeld van een kat, de aard van defysieke kat die we zien niet verklaart. De vormen van Aristoteles bestaan niet zonder fysiek belichaamd te zijn in een soort materie. -
1.2.3 Potentie & Actualiteit
-
Wat is het verschil tussen pontentieel en actualiteit volgens Aristoteles en wat is de uitzondering hierop?
Volgens Aristoteles heeft allespotentieel enactualiteit (werkelijkheid). Bijv.: een stukprons is werkelijk een stuk brons, maar heeft ook potentieel als standbeeld.
2 uitzonderingen hierop:
1. Pure materie. Dit is pure potentie, het kan alles worden (zoals de materie voor het bestond bij de Big Bag)
2. Deunmoved mover (aka God). Hier is pureactualiteit /werkelijkheid. Al het potentieel is gebruikt (is op), het kan dus niet meer veranderen en het is geperfectioneerd. Hoe meer ietsgeactualiseerd het is, hoe dichter het komt bij deunmoved mover --> dit heet de naturalscale --> later Great Chain of Being.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden