Samenvatting: Probleem 1 - Stress

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 35 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Probleem 1 - Stress

  • 1 Wat is stress en hoe kan je het meten?

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn manieren om stress te meten?

    • Fysiologische arousal
      • Polygraaf --> bloeddruk, hr, ademhaling, galvanic skin response.
      • Biochemische analyse -_> corticosteroïden en catecholamines in lichaamsvloeistoffen.
    • Vragenlijsten
      • Live events --> social reajustment rating scale
      • Daily hassle --> hassle scale, soms gecombineerd met uplift scale
  • Stress op korte en lange termijn volgens Selye:

    Kort: adaptieve veranderingen die helpen bij reageren op stressor.
    Lang: negatieve veranderingen zoals vergrootte bijnieren.
  • Voor en nadelen meetmethodes van stress:

    Meten van arousal:
    • Pro: direct, objectief, kwantificeerbaar.
    • Con: duur, kan stress opleveren, andere factoren als gewicht en eten hebben invloed.
    • Polygraaf kan meegenomen worden en dus ook thuis meten.


    Meten met social readjustment rating scale:
    • Pro: veel stressoren, makkelijk, goedkoop, kwantifiseerbaar.
    • Con: items soms vaag, niet kijken naar individuele impact, focus op acute stressoren, niet op chronische.
  • Hoe werken distress en effort op elkaar in om arousal te beïnvloeden?

    Distress = anxiety, verveling, onzekerheid en ontevredenheid.
    Effort = interesse, striving en vastberadenheid.

    Effort + distress --> daily hassle, cortisol + catecholamine, vaak bij routine bezigheden.
    Effort - distress --> blij, actief, succes, catecholamine.
    Distress - effort --> weinig controle, hulpeloos, cortisol en soms catecholamine.
  • 1.1 Belangrijke stressoren

  • Welke soort interne conflicten bestaan er (3)?

    • Approach/approach: kiezen tussen 2 dingen die je graag wil.
      • Bv. Gezond eten of een taartje.
    • Avoidance/avoidance: kiezen tussen 2 dingen die je niet wil.
      • Bv. 2 verschillende vormen van chemotherapie.
    • Approach/avoidance: kiezen of je iets wil als dat goede en slechte aspecten heeft.
      • Bv. Ga ik een eigen bedrijf starten?
  • 2 Wat doet stress in je lichaam?

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Waarom is stress schadelijk voor het immuunsysteem?

    Cytokineniveaus in het bloed verhogen door stress. Cytokines zijn een onderdeel van immuunreacties die o.a. ontsteking en koorts veroorzaken.
    Cytokines worden nu ook geclassificeerd als belangrijke stresshormonen.
  • 2.1 Hoe helpt de acute stress reactie om de draad weer op te pakken na stress?

  • Welke rol speelt cortisol in het herstellen van stress?

    Cortisol wordt als laatste uit de HPA afgegeven, duurt dus al een paar minuten. De werking van cortisol start ook weer een paar minuten na de eerste gift --> onlogisch dat het stress zou veroorzaken.

    Cortisol helpt bij cognitieve functies als doelgericht oplossen en emotionele verwerking.

    Bij patiënten met angstklachten of PTSD kan zelfs cortisol toegediend worden als ondersteuning van de therapie.

  • 2.2 LeDoux two roads

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke twee wegen zijn er voor informatie?

    Low road:
    • Thalamus --> amygdala
    • Geen bewust filter --> directe schrik reactie.
    • Snelle reactie, prept voor actie als dat nodig is. Fight or flight.

    High road:
    • Thalamus --> sensorische cortex --> amygdala
    • Deze weg duurt wat langer, de stimulus wordt geanalyseerd.
    • Bepaald of we course of action van de low road aangepast moet worden.
  • Wat gebeurt er bij het startle reflex?

    Er is een stimulus die je laat schrikken.
    Input --> nuclei in hersenstam --> motorneuronen.
    Is een reflex, dus onafhankelijk van hogere hersenstructuren.

    De amygdala werkt als modulator, verandert de threshold afhankelijk van de context. Bij schade aan de amygdala heb je nog wel een startle respons, maar deze is minder heftig.

    Te meten met oogknipper reactie sterkte.
  • Wat gebeurt er met de angst conditioning als iemand schade heeft aan de hippocampus?

    Hippocampus bevat het expliciete geheugen. Bij schade kan er wel een CR aangeleerd worden, maar dit is onbewust.
    Er is dus wel een onbewuste lichamelijke reactie als skin conductance, maar geen bewuste kennis dat of waarom dit gebeurt.
LET OP!!! Er zijn slechts 35 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Probleem 1 - Stress