Samenvatting: Probleem 4: Social Anxiety Disorder
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Probleem 4: Social Anxiety Disorder
-
1 Cognitieve-Gedragsmodellen van SAD
-
1.1 Clark and Wells (1995): A Cognitive Model of SAD
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Cognitieve model van SAD
SAD ontwikkelt door interactie tussen aangeboren gedragsmatige aanleg en levenservaringen.
Mensen zien wereld als gevaar -
Kenmerk cognitief model Clark en Wells
als mens een sterk verlangen om een bijzondergunstige indruk van jezelf over te brengen op anderen en HSA mensenduidelijke onzekerheid over eigen vermogen om dat te doen -
1.1.1 disfunctionele processen
-
Disfunctionele patroon van sociale angst
Bestaat uit 4 interactieve processen -
Wat gebeurt er bij het 1e interactieve proces?
- Begint wnr mensen met SAD zich bevinden in gevreesde situatie en ze oordelen dat ze negatief worden beoordeeld
- Aandacht richten ze naar binnen, gebruik interoceptieve informatie als belangrijkste bron van feedback op hun prestaties
- Interne ervaring bevestigd hun sociale ondoelmatigheid waarvan ze aannemen dat derest dat ziet --> bv ik voel me nerveus en iedereen beseft dat ik nerveus ben
- negatieve zelfpreceptie: komt doordat ze nadenken over: Hoe zien anderen me? Dus zien zichzelf zoals ze denken dat anderen ze zien.
- Begint wnr mensen met SAD zich bevinden in gevreesde situatie en ze oordelen dat ze negatief worden beoordeeld
-
Waarom is alleen blootstelling aan angstige situaties onvoldoende om sociale angst te verminderen?
Door het vervormde beeld: processing of the self as a social object
Je moet de verwerkingsbias tegengaan want mensen met SAD kijken niet wat er werkelijk gebeurt -
Wat gebeurt er in de 2e interactieve proces?
Veiligheidsgedrag : voorkomen van negatieveevaluatie door anderenBv : je zweet veel en bent bang dat anderen dit zien dus gaat extra laag donkere kleding dragenVeiligheidsgedrag zorgt ervoor dat degevreesde uitkomstwaarschijnlijker is --> dubbelekledinglaag zorgt juist voor zweten.- Houdt juist angst in stand, want het tegendeel wordt niet bewezen --> het valt mensen niet op dat diegene zweet
- Mensen met
SAD denken dat ze veiligheidsgedrag nodig hebben, omdat de uitkomst (mensen merken zweet op) dan nietplaatsvindt
-
Wat gebeurt er in het 3e interactieve proces?
- Mensen met SAD overschatten hoe negatief anderen hun prestaties evalueren
- Mensen met SAD voorspellen dat de gevolgen van sociaal falen veel erger zijn dan realistisch is
- Mensen met SAD overschatten hoe negatief anderen hun prestaties evalueren
-
Wat is het gevolg van de cognitieve verstoringen?
- Overmatige waakzaamheid in volgen van eigen gedrag en prestaties
- Niet volledig deelnemen aan sociale interactie
- Ontstaan van prestatietekorten --> anderen kunnen mensen met SAD zien als sociaal ongeschoold, afstandelijk of onvriendelijk
- Overmatige waakzaamheid in volgen van eigen gedrag en prestaties
-
Wat gebeurt er in het 4e interactie proces?
- Voor deelname aan sociale situatie --> ervaren veel mensen met SAD vaak een periode van anticiperende angst waarin eerdere negatieve ervaringen worden herinnerd, en verwachtingen van mislukking en beelden van slecht presterende zelf worden gewekt
- Anticiperende angst --> persoon betreedt de situatie met een zelfgerichte verwerkingsmodus en een verminderd vermogen om positieve reacties van anderen op te merken.
- SAD beoordeelt situatie --> herinneren dat gebeurtenissen en resultaten negatiever waren dan in werkelijkheid omdat hun waarnemingen
worden gekleurd door hun aandachtsbias en cognitieve vervormingen. - Houdt negatieve zelfschema's in stand en vergroot de kans op vermijding van angstige sociale situatie in de toekomst.
-
1.2 Rapee and Heimberg (1997): A Cognitive-Behavioral Model of SAD
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Cognitief-Gedragsmodel Rapee en Heimberg
individuen met SAD het hogere uiteinde van het continuüm vertegenwoordigen. Evenzo kan de mate van
disfunctionele patronen worden weergegeven langs een continuüm. Dus, volgens het model, is het verschil tussen degenen met SAD en degenen zonder SAD 'de mate waarin [personen met SAD] signalen beoordelen als voorspellend voor dreiging en de mate van dreiging die wordt voorspeld door een bepaald signaal
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden