Samenvatting: Problemen 2.2 Theoretische Criminologie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Problemen 2.2 Theoretische Criminologie
-
1 P1: Biologie & Criminaliteit
-
1.1 Wat is het biologische perspectief op criminaliteit binnen de criminologie?
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de definitie van de biocriminologie?
De discipline binnen de criminologie die de biologische en genetische factoren en hun relatie tot crimineel gedrag onderzoekt. -
1.2 Wat is de ontwikkeling van de bio criminologie?
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is biologisch positivisme?
Volgens het biologisch positivisme moet er bij het bestuderen van de criminaliteit vooral gefocust worden op de wetenschappelijke studie van criminelen en crimineel gedrag. Het bio positivisme is dan ook de stroming die zich (uitsluitend) op biologische en genetische factoren focust. Het bio positivisme is op het individu en op diens biologie gericht de oorzaken van de criminaliteit worden daarin gezocht.
Klassieke school is de tegenhanger van het biologisch positivisme. -
1.3.5 Zaalberg, A., Nijman, H., Bulten, E., Stroosma, L. & Staak, C. van der (2010). Effects of nutritional supplements on aggression, rule-breaking, and psychopathology among young adult prisoners.
-
Wat is de kern van het artikel van Zaalberg, A., Nijman, H., Bulten, E., Stroosma, L. & Staak, C. van der (2010
Dit is een onderzoek waarbij er onder 221 gedetineerden in verschillende Nederlandse gevangenissen met een gemiddelde leeftijd van 21 jaar. Een groep voor een maand lang elke dag een placebo en de andere groep een voedingssuplement kreeg toegediend. De voedselsupplementen bestonden uit vitaminen, mineralen en vetzuren.
Er kunnen geen harde conclusie uit dit onderzoek worden getrokken dat de supplementen daadwerkelijk agressie verminderen. De resultaten over de incidenten zien er wel hoopvol uit. Het is waarschijnlijk wel de meest concrete variabele in dit onderzoek, aangezien zelfrapportage en rapportage door het gevangenispersoneel subjectief kan zijn. Nieuw onderzoek is nodig. -
1.3.7 Tongeren, C. van (2011). Aan het woord: Harold Merkelbach: we moeten meer doordrongen raken van het fenomeen simuleren.
-
Wat is volgens Harold Merkelbach het fenomeen simuleren?
Hetnabootsen van een lichamelijke of geestelijke ziekte door de patiënt; desimulant .
desimulant is zich er soms maar niet altijd van bewust dat hij niks markeert maar hijveinst de symptomen om iets voor mekaar te krijgen zoals strafvermindering. In bepaalde gevallen is simulatie te herkennen aan detegenwerking die desimulant levert wanneer er sprake is van een medisch onderzoek (uit angst voor ontmaskering). Vaak heeft desimulant ook veel kennis van de juridische implicaties van de stoornis die hij/zijveinst . -
Andere Ideeen van Merkelbach over de psychologie en de rechtspraak
- Psychologen moeten veel prominenter aanwezig zijn in het politieaparaat.
- Rechters moeten vaker een beroep doen op wetenschappelijke psychologen en niet alleen psychologen met een hulpverleningsachtergrond.
- Fascinatie voor driehoek van liegen, simuleren en echte (traumatische) herinneringen. -> is dit een continuüm? Vloeiende lijnen. Geen dikke muren.
- Ons autobiografisch geheugen is niet altijd even betrouwbaar
- Biologie: we moeten niet denken dat de biologie overal het antwoord op heeft, psychologie blijft heel relevant. Het moet elkaar aanvullen. Psychologie is zeker niet passé.
- Hoge Raad gaat te verkrampt om met herzieningen -> ruimte voor verbetering.
- Psychologen moeten veel prominenter aanwezig zijn in het politieaparaat.
-
2 P2: Ontwikkelings- & Levensloopcriminologie
-
2.1 Wat zijn risicofactoren voor criminaliteit? (verschil risicofactoren en oorzaken)
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat voor soorten risicofactoren zijn er?
- Individuele factoren: lage
intelligentie , lagescholing ,hyperactiviteit /impulsiviteit, het nemen van risico,antisociaal gedrag als kind,agressie enpesten . Familiefactoren: slechte supervisie van de ouders, te hardediscipline , fysieke mishandeling,inconsistente discipline, koudehouding ouders, verwaarlozing, weinigbetrokkenheid van ouders, conflict tussen ouders, gebroken families, criminele ouders endelinquente broers/zussen.Socio-economische factoren: laag familieinkomen &grote families;- De buurt factor: hoge criminaliteit in de buurt.
kritiek op de risicofactoren:- bepaalde factoren moeilijk te veranderen
- soms meerdere risicofactoren
- steekproef gebaseerd op meten heel veel individuen
- Individuele factoren: lage
-
‘Life events’ die ervoor zorgen dat je stopt met criminaliteit (na 20ste levensjaar)
- Het krijgen van een bevredigende baan.
- Het verhuizen naar een betere plek
- Militair worden
- Trouwen
-
2.2 Wat is ontwikkelings- en levensloopcriminologie?
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is ontwikkelingen/levensloop criminologie?
De stroming binnen de criminologie die streeft naar het onderzoeken van de effecten vanlevensgebeurtenissen op de ontwikkeling vanantisociaal gedrag. (microniveau )
het heeft betrekking op 3 onderwerpen- de ontwikkeling van crimineel en
antisociaal gedrag van de geboorte tot de dood - de invloed van risico- en beschermende factoren op verschillende leeftijden
- het effect van
levensgebeurtenissen tijdens de ontwikkeling.
kritiek:- focus op mannen
- focus op risicofactor ipv oorzaak -> je voorspelt dus criminaliteit ipv dat je het verklaart.
- de ontwikkeling van crimineel en
-
2.3 Welke theorieën vallen er onder de ontwikkelings- en levensloopcriminologie?
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
Laat hier meer flashcards zien -
De ontwikkeling van de levensloop criminologie
- het begon met Loeber & Leblanc's analyse uit 1990 van de individuele criminele carrières als een middel om de paden van criminaliteit te begrijpen.
- Glueck & Glueck longitudinaal onderzoek
- aging out proces
- hoe eerder begint hoe langer je doorgaat
- stabiele familiefactor zorgt voor minder criminaliteit
- Sampson & Laub -> re analyse Glueck & Glueck data set. Belang sociaal kapitaal.
-
2.4.3 Schellen, M., Apel, R. & Nieuwbeerta. P. (2010). Het huwelijk als keerpunt? De invloed van trouwen en partnerselectie op de ontwikkeling van crimineel gedrag.
-
Wat is de kern van het artikel van Schellen
Een onderzoek naar de invloed van trouwen op crimineel gedrag.
er zijn verschillende verklaringen over trouwen:- sociale binding: vermindert criminaliteit
- criminele activiteiten
- socialisatie: crimineel gedrag aanleren
- cognitieve transformatie.
trouwen kan voor afname criminaliteit zorgen
mannen met niet criminele partner -> afname criminaliteit.
mannen met wel criminele partner -> geen effect.
vrouwen -> altijd afname ongeacht criminele of niet criminele partner.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden