Systemen - J.in 't Veld , B. Slatius en M. in 't Veld , analyse van bedrijfsprocessen :een toepassingvan denken in systemen

Question

Noem enkele, volgens J. in 't Veld,essentiele kenmerken van een systeem.

Answer 1

Enkele essentiele kenmerken van een systeem zijn:

- het willen bereiken van een doel,

- het bevatten van een verzameling elementen,

- de samenhang die er bestaat tussen deze elementen.

Answer 2

Een structuur is de opsomming van de verzameling relaties in een systeem . De verzameling relaties binnen het systeem heet: interne structuur.

Als we de relaties met de buitenwereld daar bij betrekken spreken we van een externe structuur.

Answer 3

- elementen: de kleinste delen die de onderzoeker, ivm zijn doel wil bekijken.
- relaties: de samenhang tussen de elementen. De elementen beinvloeden elkaar en zo kan de eigenschap van een element een verandering teweegbrengen bij de eigenschappen van andere elementen.
- buitenwereld: hiermee wordt de totale werkelijkheid bedoeld, ofwel het universum. Zelden zal een bepaald systeem relaties hebben met het universum. Wel met bepaalde delen die tot de omgeving van het systeem behoren.

Answer 4

Een subsysteem is een deelverzameling van de elementen van een systeem, waarbij alle oorspronkelijke relaties tussen de elementen onveranderd behouden blijven .

Answer 5

De Open Universiteit als organisatie is een dynamisch systeem. Als de waarde van de eigenschappen van een element in het systeem verandert dan wijzigt de toestand van het systeem en vindt er een gebeurtenis plaats. Als niet alleen de waarde van de eigenschappen van de elementen veranderen maar ook de relaties tussen de elementen dan spreken we van een veranderende structuur.

Als zich binnen een systeem activiteiten of processen afspelen dan zijn dit dynamische systemen. Als er binnen een systeem geen gebeurtenissen plaats vinden spreken we van statische systemen. Een gebouw is een statisch systeem.

Answer 6

Binnen een systeem gebeuren transformaties waardoor ingevoerde elementen veranderen. Deze verandering kan betrekking hebben op plaats, stand, vorm, afmeting, functie, eigenschap of andere kenmerken .

Answer 7

Om een systeem te kunnen bestuderen moet het afgegrensd zijn. Het bepalen van deze systeemgrens wordt voorgeschreven door het doel van het onderzoek. Het is zaak om deze grens zo goed mogelijk vast te stellen.

Answer 8

Invoer, doorvoer, uitvoer (input, throughput, output)

Answer 9

Door middel van een open, dubbele pijl. Invoer-doorvoer-uitvoer.
Materie = mensen, middelen
Alleen tijdelijke elementen (bijvb studenten) worden weergegeven omdat deze transformeren tot de gewenste uitvoer.

Answer 10

Het systeem (alle elementen en subsystemen) vervult bepaalde functies in de omgeving van het systeem.

Answer 11

De functie van een element is datgene wat door het element teweeg wordt gebracht en waaraan het grotere geheel behoefte heeft. (de werking)
Functie is de output van een systeem. ( Malotaux 1997)
Iets is een functie als men dezelfde bijdrage kan leveren met verschillende middelen. (stroom: kan via een batterij of via een aggregaat)
In de systeemkunde worden de functies als de samenstellende elementen in het systeem gezien.

Answer 12

De taak van een element houdt datgene in wat gedaan moet worden. (de doorvoer, het werk zelf)
De taak wordt uitgevoerd zodat de functie wordt vervuld. (Malotaux 1997)