Verlichting en kleur
20 belangrijke vragen over Verlichting en kleur
Je kunt daglicht verdelen in warm en koud licht. Leg uit wat hieronder verstaan wordt.
Koud licht is licht uit het noorden en oosten en heeft een 'koudere' kleur; blauw/wit (ochtend & middag)
Welke zijde van de ruimte is optimaal voor een galerij?
We onderscheiden 2 soorten lichtverspreiding. Welke zijn dit?
Diffuus licht --> hiermee bekom je algemene verlichting; de volledige ruimte wordt uitgelicht.
Gebundeld licht --> deze armaturen hebben een gebundelde lichtstraal, waardoor er maar een kleine oppervlakte uitgelicht kan worden.
2. INDIRECT LICHT
De lichtbron wordt niet rechtstreeks waargenomen door de ogen.
Je ziet reflecties van de oorspronkelijke lichtstralen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke soorten kunstmatige verlichting bestaan er?
2. functionele verlichting
3. accentverlichting
4. oriëntatieverlichting
Beschrijf wat voor een licht basisverlichting oplevert.
Wat is functionele verlichting?
Welke vlakken en materialen absorberen licht?
Er zijn 4 verschillende ledlampen op de markt. Welke zijn dit?
2. lampen met mat glas: minder verbinding, geven meer diffuus licht
3. lampen met een verzilverde top: geven indirect licht
4. lampen met gekleurd glas: geven gekleurd licht
Waar staat de afkorting LED voor?
Waar moet je rekening mee houden bij inbouwverlichtingsarmaturen?
Wat is het voordeel van opbouwarmaturen t.o.v. inbouwarmaturen?
Wat zijn de voordelen van grondspots?
De interactie bij de waarneming van kleur bestaat uit 4 elementen. Beschrijf deze 4 elementen.
2. Absorptie/remissie: het licht wordt geabsorbeerd of gereflecteerd en teruggezonden.
3. Transmissie: waarneming via de ooglens en de oogzenuw.
4. Interpretatie: verwerking van de binnengekomen data in onze hersenen.
Hoe ontstaat kleur vanuit licht?
Noem enkele toonaangevende filosofen en kleurwetenschappers die zich met het fenomeen kleur en licht bezig hebben gehouden.
Over welke conclusies zijn de wetenschappers het in grote lijnen eens met elkaar?
2. Kleur bestaat uit drie karakteristieke elementen: tint, helderheid en intensiteit.
3. Elke kleur kan binnen een logisch geordend kleurenlichaam geordend worden.
Wat zijn de tertiaire kleuren en hoe worden ze verkregen?
Roodoranje (rood-oranje)
Roodviolet (rood-violet)
Blauwviolet (blauw-violet)
Blauwgroen (blauw-groen)
Geelgroen (geel -groen)
Hierbij wordt er een primaire kleur met een tertiaire kleur gemengd.
Wat voor een effect creëren complementaire kleuren?
Deze kleuren liggen recht tegenover elkaar op de kleurencirkel.
De meeste kleursystemen zijn gebaseerd op drie karakteristieke elementen. Welke zijn dit?
2. Helderheid (Dit slaat op de grijswaarde van de kleur. De helderheid van een kleur varieert tussen de extremen wit en zwart.)
3. Verzadiging (De zuiverheid van de kleur.)
Welke vragen zijn belangrijk om met de klant door te nemen als je een kleurenplan gaat maken?
2. De oriëntatie van de ruimten. Komt er warm of koud licht binnen?
3. Hoeveel daglicht is er aanwezig?
4. Welke kleuren zijn reeds gegeven? Bijvoorbeeld de vloer of bepaalde meubelstukken?
5. Wat zijn de vormen, materialen en oppervlakten die je wilt voorzien van een kleur?
6. Zijn er elementen aanwezig die je wenst te accentueren of net wenst te camoufleren?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden