Samenvatting: Proefdierkunde Ex Artikel 9 Wod | Rob Steenmans
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Proefdierkunde Ex artikel 9 Wod | Rob Steenmans
-
1 Inleiding
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke dieren worden het meest voor dierproeven gebruikt?
Muizen, Ratten, Kippen, Vissen
-
Hoeveel van alle proefdieren zijn genetisch gemodificeert?
15,8% in 2011
-
Hoe wordt een dierproef wettelijk gedefinieerd?
Levend dier met risico op ongerief,
-
Wat is de richtlijn voor proefdierkunde?
Vervanging (cellculturen, weefselculturen, orgaansysteemmodellen, slachtmateriaal, computermodellen)
vermindering (opzet van de proef, standardisatie, diermodel)
verfijning (anesthesia, huisvesting, microbiologie, steriel werken)
-
2 Wetgeving
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn betrokken partijen bij de wetgeving van dierproeven?
Overheid, onderzoekers en maatschappij
-
Wat is de Code of Practice?
een invulling voor de wetgeving.
-
3 Biologie en Technieken
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe kunnen stoffen worden toegedient?
via slijmvliezen, enteraal (darm) of parenteraal (injectie)
-
Wat zijn nadelen van enteraal toedienen?
onnauwkeurig, dieren moeten het zelf opnemen
-
Wat zijn nadelen van via slijmvliezen toedienen?
irritatie, onnauwkeurig
-
Hoeveel bloed heeft een levend wezen en hoeveel ervan mag afgenomen worden?
6-8% van het totale lichaamsgewicht, waarvan ik 2 weken 10% gebruikt kan worden.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden