Samenvatting: Proefexamen

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van proefexamen

  • 1 spieren en botten

    Dit is een preview. Er zijn 106 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • welk soort spierweefsel zorgt voor de willekeurige beheersing?

    De skeletspieren uit het spierstelsel
  • wat zijn de vier stappen van het contractieproces?

    Aanhechten, (glijden) draaien, losmaken en terugkeren.
  • wat is de functie van acetylcholine binnen het spierstelsel?

    activeren van het sarcoplasmatischreticulum tot het afgeven van calciumionen
  • wat is het verschil tussen isotonische contractie en isometrische contractie?


    Isotonischecontractie:  De spanning (belasting) op een spier blijft constant (iso = gelijk, tonos = spanning) tijdens een beweging en de lengte van de spier verandert.

    bijv.: Optillen van voorwerpen, wandelen en hardlopen.


    Isometrische contractie:  De lengte van een spier blijft constant (iso = gelijk, metrisch = lengte) tijdens een contractie.

    bijv.: duwen tegen een dichte deur, rechtop houden van het lichaam Dus acties tegen de zwaartekracht in. 

    Het verschil is dan; het onderdeel wat constant blijft van de spier bij de contractie. Bij isotonisch is dit de spanning op de spier, bij isometrisch is dit de lengte. 
  • Wat is het verschil tussen hartspierweefsel en skeletspierweefsel?

    1. hartspierweefsel heeft maar 1 celkern per cel, skeletspierweefsel heeft meerdere celkernen per cel. 
    2. hartspierweefsel heeft korte vezels, skeletspierweefsel lange vezels.
    3. skeletspier heeft prikkels aangestuurd door het zenuwstelsel, hartspier heeft dit niet. 
    4. skeletspier heeft kortdurende contractie, hartspier lange contracties.
    5. hartspier komt niet in een kramptoestand (tetanustoestand), skeletspier wel. 
    6. bij hartspier komt er energie vanuit de aerobe afbraak, bij skeletspier komt energie uit aerobe en anaerobe afbraak. 
  • wat zijn de twee spier groepen van het appendiculaire spierstelsel?

    1. spieren van schouders en armen
    2. spieren van benen en bekken. 
  • de wervelkolom telt 26 beenderen, welke zijn dit?

    24 wervels: 7 cervicaal, 12 thoracaal, 5 lumbaal, 
    os sacrum = heiligbeen
    os coccygis = staartbeen
  • de wervelkolom kent vier krommingen, welke?

    twee primaire krommingen, thoracaal en sacraal, deze zijn voor de geboorte al vast gelegd. 
    twee secundaire krommingen, cervicaal en lumbaal, deze worden pas na de geboorte ontwikkeld. 
  • wat is het os coccygis?

    het staartbeen
  • wat is het os frontale?

    voorhoofdsbeen

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart