Herstelgericht werken

12 belangrijke vragen over Herstelgericht werken

De internationale definitie verwijst naar de kern van sociaal werk

· Sociale inclusie – niemand word buitengesloten
· Sociale gelijkheid – iedereen is gelijk of tenminste gelijkwaardig
· Sociale cohesie – iedereen is ingebed en vebonden met de samenleving

Wat wordt in het kader van het werken met ouderen verstaan onder co-creatie, welke twee maatschappelijke terreinen worden daarmee vooral bestreken, en waarom wordt co-creatie juist in het werken met ouderen steeds belangrijker?

co-creatie houd in dat er samen gewerkt word met de ouderen ipv voor hen te beslissen.

het leren kennen van de doelgroep en luisteren

ouderen van nu zijn veel kritischer en willen niet alleen meer goede zorg, zij willen ook participeren in de huidige samenleving

Psychiater Jim van Os heeft een alternatief voor DSM-V ontwikkeld. Wat is het uitgangspunt van dit alternatief en beschrijf de methode waarbij u minstens drie aspecten noemt.







Een blauwdruk voor een meer persoonlijke diagnostiek.Hij vind dat de eenzijdige toetsing op globale criteria en de specifieke problematiek niet bovenwater krijgt van indviduele patienten

de methode is een app waarbij de patient zelf zijn diagnostische data verzameld middels een app.
- inzicht in ervaringsnetwerk
- inzicht in kwetsbaarheid en weerbaarheid
- behoeften
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Prof. Wolf noemt vier condities (voorwaarden) voor sociale kwaliteit als maatstaf voor het risico om dak- of thuisloos te worden. Noem én beschrijf deze vier condities.

Sociaaleconomische zekerheid: de mate waarin mensen toegang hebben tot materiele bronnen en omgevingsbronnen die nodig zijn voor participatie en veiligheid


Sociale cohesie: de mate waarin relaties worden gedeeld en onderling verband hebben. gebasseerd op waarden, normen en identiteiten


Sociale inclusie: de mate waarin mensen toegang hebben tot/ geintegreerd zijn in diverse instituties en sociale relaties van het dagelijks leven


Sociale empoweerment: de mate waarin capaciteiten en handelingsmogelijkheden worden ondersteund en versterkt door sociale structuren en relaties

Het sociaal werk is volgens Donkers de integratie van twee benaderingen: competentieversterking en conditieverbetering. Leg uit wat deze twee begrippen betekenen.

Competentieversterking: het direct beinvloeden van sociaal gedrag van individuen in sociale verbanden
Conditieverbetering: het beinvloeden van omgevingscondities

Subsystemen sociaal netwerk methodiek

Bevorderen en belemmerende factoren

Welke drie doelgroepen van het sociaal werk lopen een verhoogd risico op huisuitzetting? Beschrijf bij elk van de drie doelgroepen een situatie waarin zij dakloos kunnen raken.







Mensen met een lichtverstandelijke beperking: de samenleving word steeds complexer. Zij kennen niet meer al hun rechten en plichten waardoor huurbetaling in het geding kan raken


verslaafden: lopen een hoog risico hun geld aan hun verslaving op te maken (lvb mensen hebben een verhoogd risico op verslaving)


mensen met een psychische stoornis: zorgen voor overlast voor buren waardoor uithuiszetting dreigt (zelfde geld voor verslaafden die bijv ook dealen)

Bij het werken met mensen met een beperking kan een sociaal werker onder andere ingezet worden als groepsbegeleider of zorgconsulent. Geef bij zowel groepsbegeleider als zorgconsulent aan in welke setting(s) het werk plaatsvindt en leg uw antwoord uit. Let op: een setting is iets anders dan een werkplek of functie.

groepsbegeleider: De groepsbegeleider werkt in een instelling op een groep en maakt samen met client en eventueel de ouders een plan van aanpak en stelt doelen om te bereiken.


zorgconsulent: heeft een coordinerende rol binnen en buiten de ggz. Hij heeft overleg met andere hulpverleners en betrokkenen. hij blijft op de hoogte van de ontwikkelingen rondom de patient

Psychische stoornissen ontstaan door interne en externe factoren.
  1. Welke drie factoren hebben met de psychologische (on)gezondheid te maken?
  2. Een van deze drie factoren heeft weer te maken met de fysieke en sociale kwetsbaarheid. Welke is dat en welke drie kenmerken bepalen deze kwetsbaarheid?

1
Persoonsgebonden factoren
ervaringsgebonden factoren
omgevingsfactoren, fysiek en sociaal

2
de omgevingsfactoren:
Sociale steun vanuit de omgeving
de sociaaleconomische status
de leefsituatei - waar iemand woont

Het diagnostische handboek DSM-V hanteert elf criteria voor het bepalen of iemand echt verslaafd is. Er moeten meerdere criteria zijn vervuld om van een echte verslaving te kunnen spreken.
  1. U kunt acht criteria vrij makkelijk indelen in psychische, lichamelijk en sociale gevolgen van verslaving. Welk criterium hoort bij welk gevolg?
  2. Drie criteria kunnen niet eenvoudig onder één gevolg worden ingedeeld. Welke criteria zijn dat?

A
psychische
vaker en grotere hoeveelheden gebruiken dan je van plan was
voortdurend gebruiken, zelfs als men daardoor in gevaar komt
blijven gebruiken ondanks de kennis dat het schadelijk is
blijven gebruiken ondanks problemen die hieruit voortkomen op het relationele vlak


lichamelijk
gevoel van onthoudingsverschijnselen die verdwijnen door meer te gebruiken
gebruik en herstel kost veel tijd


Sociale
opheffen van Hobby's en sociale activiteiten
tekort schieten op werk en/of school

B
mislukte pogingen om te stoppen of minderen
sterk verlangen om te gebruiken
Steeds meer moeten gebruikenn om te kunnen voelen

In justitiële jeugdinrichtingen sluiten jonge gedetineerden en begeleiders in een ideaal geval een 'pedagogische alliantie'.
  1. Wat is de basis van deze alliantie? Leg uw antwoord uit.
  2. Wat is volgens de gedetineerde jongeren het belangrijkste kenmerk van een groepsbegeleider en uit welke drie aspecten bestaat dit kenmerk?

A
een pedagogische alliantie is de samenwerking tussen gedetineerden en pedagogische medewerkers. De basis van deze samenwerking is echtheid, eerlijkheid, rechtvaardigheid en aandacht en vertrouwen van de begeleider
B
echtheid, eerlijkheid, aandacht,

De reclassering begeleidt mensen voor, tijdens en na hun detentie.
  1. Wat zijn de vier hoofdtaken van de reclassering?
  2. De reclassering werkt ook met vrijwilligers, onder andere in het COSA-project. Leg in het kort uit wat het COSA-project is en geef vervolgens twee redenen waarom dit project omstreden is.

A
begeleiden van verdachten en veroordeelden
toezichthouden op uitvoering werkstraf en maatregelen voorwaardelijke straf
nazorg
verdelen in diagnose en advies
gedragsinterventies
B
Het COSA project is een vrijwilligersproject dat veroordeelde van een zedendelict helpt bij de rehabilitatie. Het doel is "geen nieuwe slachtoffers" door te helpen voorkomen dat de dader na terugkomst in een sociaal isolement komt waardoor de kans op recidive vergroot.
dit project is omstreden omdat juist de dader door vrijwilligers wordt begeleid en omdat de de vraag heerst: mogen en kunnen zedendaders wel terugkeren in de samenleving

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo