Samenvatting: Proeftoets

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Proeftoets

• 1 Proeftoets

  Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is een eetpatroon, menupatroom en maaltijdpatroon?

  • Eetpatroon zijn gewoonten uit het ouderlijk huis, de status, de individuele waardering voor gerechten en de bereidingswijze hebben invloed op het eetpatroon
    
  • Menupatroon betekent dat maaltijdcomponenten in een bepaalde volgorde geserveerd worden.
  • Maaltijdpatroon betekent de aard van verschillende maaltijden en het ritme waarin ze genuttigd worden.  

• Noem 4 sociale en/of psychologische functies van voeding en geef van elk een voorbeeld.

  • De communicatieve functie: In een huishouden is de avondmaaltijd een moment van samenkomen om de dag door te spreken.
  • Voeding als middel om zich veilig te voelen: In een nieuwe situatie kan het eten van onbekend voedsel tot nog meer onzekerheid lijden, terwijl als je nu juist bekend voedsel eet geeft het je een vertrouwd gevoel.
  • De magische functie: Als er aan voedingsmiddel krachten worden toegekend.
  • De statusfunctie: door het voedingsgedrag laat men zien wie men is. 

• De jaartallen rond 1850 en 1950 zijn belangrijk in de geschiedenis van de voeding. Leg uit waarom en geef een voorbeeld.

  1850: industriële revolutie: fabrieken worden gebouwd en producten worden daar gemaakt, handel zorgt ook voor de komst van steeds meer producten vanuit de hele wereld.
  1950: na de oorlog economisch herstel , nieuwe producten, convenience food (gemaksvoedsel).

• Leg uit wat het Koksmodel is, welk doel het heeft en welke stappen daarbij horen.

  Koksmodel is een voorlichtingsmodel met gedragsverandering als doel. Aandacht- begrip- attitudeverandering-intentieverandering- gedragsverandering- gedragsbehoud.

• Wat is ADI en hoe staat dit in verhouding tot NOAEL?

  ADI (acceptable daily intake) is afgeleid van de NOAEL , een honderdste deel. Dit kan een mens tot zich nemen, zonder dat er negatieve gevolgen voor de mens worden verwacht.

• Geef van de volgende bacteriën aan of het een voedselvergiftiging of een voedselinfectie tot gevolg heeft en wat een veel voorkomende voedingsbron is:Staphylococcus AureusBasillius CereusCampylobactor jejuniClostridium prefringensListeria Salmonella

  • VV = Staphylococcus Aureus kan overal, zit op handen van mensen 
    
  • VI-VV = Bacillus Cereus bereide rijstgerechten  
  • VI = Campylobacter jejuni rauwe kip, rauwe melk  
  • VI = Clostridium perfringens vlees en vleesproducten  
  • VI = Listeria rauwemelkse zachte kaas, rauwe groenten, rauw vlees
  • VI =Salmonella rauw vlees, rauw ei, schaal ei. 

• Er zijn 3 hoofdgroepen in preventiemaatregelen om ziekte door bacteriën te voorkomen. De eerste is besmetting voorkomen. Wat zijn de andere maatregelen en geef van alle hoofdgroepen een voorbeeld.

  • Voorkomen van besmetting voorbeeld: gebruik van kant-en-klaar productie wordt kruisbesmetting kleiner.
  • Voorkomen van groei van micro-organismen voorbeeld: temperatuurregeling
  • Afnemen van micro-organismen voorbeeld: voedsel conserveren.
    

• Noem 6 methoden van voedselconservering en geef bij elke methode een voorbeeld van een toepassing op een levensmiddel.

  • Zouten bij eiwitrijk voedsel zoals haring
  • Suiker gaat vorming schimmels tegen bijvoorbeeld cake
  • Roken dehydraterende werking, vis en vlees
  • gecontroleerde atmosfeer groei van rottingsbacterie tegen gaan, zoals stikstof toevoegen
  • Duurstofbeperking zonder zuurstof geen oxidatie, vacuum producten
  • Doorstralen voeding dosis ioniserende straling, vernietiging micro-organismen, insecten enz bijvoorbeeld vis en fruit
  • Pasteuriseren (melk) en steriliseren (melk), hoge druk (vitaminen intact), pulserende elektrische velden (doden micro-organismen)
    

• A. Op verpakkingen staan E-nummers. Wat is de Nederlandse verzamelnaam voor deze E-nummers?B. Op de verpakkingen vind je ook vaak een e waar staat deze voor?

  a. Additieven/ toevoegingen
  b. Ongeveer de hoeveelheid

• Laat een volledige berekening zien van een BLMI waarbij de persoon ondergewicht heeft?

  60 kilo, lengte 1.85 lengte x lengte = 3.42 60: 3.42 = 17,5 alles minder dan 18 is ondergewicht.