Schrijven: stijl - Objectief en subjectief

8 belangrijke vragen over Schrijven: stijl - Objectief en subjectief

  1. De rentestand is nog nooit zo laag geweest als nu.
  2. De rentestand is nu dramatisch laag.
Wat zijn de kenmerken van deze zinnen?

  1. Geeft een feit weer; de inhoud van deze zin is controleerbaar, objectief.
  2. Geeft een mening. Dat komt hier door het woord dramatisch. Dat is subjectief.

Hoe komt het verschil tussen subjectief en objectief in de taal vaak tot uitdrukking?

Door het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden. Subjectieve bijvoeglijke naamwoorden zijn bijvoorbeeld aardig, nuttig, deftig of vervelend. Objectieve bijvoeglijke naamwoorden zijn bijvoorbeeld kleuren of eigenschappen zoals dik, warm, vloeibaar, enzovoort.

Hoe worden feiten beschreven en hoe worden meningen beschreven?

Feiten vragen om objectieve(neutrale) woorden. Voor het beschrijven van meningen kunnen subjectieve woorden toepasselijk zijn die een mening aangeven. Bv.: dramatisch
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wanneer je de tekst objectief wil laten zijn, welke woorden moet je laten?

Kies niet te snel voor woorden als; uniek, onvergetelijk, beeldschoon, indrukwekkend, adembenemend of bloedstollend. Zo kan de lezer zelf zijn conclusie trekken.

Noem enkele objectieve bijvoeglijke naamwoorden.

Enkele eigenschapswoorden zijn dik, hoog, warm, lang, vloeibaar. Of abstracte eigenschapsaanduidingen als doelmatig, verschillend en soortgelijk, en ook stofaanduidingen zoals houten, gouden enz.

Welke woorden hebben een subjectieve betekenis?

Eigenschapswoorden als mooi, nuttig, aardig, deftig, interessant en vervelend.

Noem enkele zelfstandig naamwoorden die gevoelens ten opzichte van feiten kunnen uitdrukken?

Woorden zoals verrassing, verbazing, blijdschap teleurstelling, schrik, afschuw of medelijden.

Welke woordsoorten kunnen naast bijvoeglijke- en zelfstandige naamwoorden gebruikt worden subjectief gebruikt worden?

Bijwoorden, tussenwerpsels, persoonlijk voornaamwoord, werkwoord en bijvoeglijk naamwoord als naamwoordelijk deel van het gezegde (bv.: het is betreurenswaardig dat het zo moest aflopen).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo