Hulpmodellen bij loopbaancoaching: een theoretische verkenning - Wat hoort bij 'zijn
18 belangrijke vragen over Hulpmodellen bij loopbaancoaching: een theoretische verkenning - Wat hoort bij 'zijn
Leg de fysiologische basis van extraversie uit
Leg uit waarom het kernkwadrantenmodel van Ofman een goed hulpmiddel is om een loopbaanvraag goed in kaart te brengen
Hulpmodellen bij Loopbaancoaching, welke 2 hoofdgroepen worden ze onderscheiden Paffen 1991
- Matchings theorieën
- Keuzeproces
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Beschrijf de basis van het kernkwadrantenmodel van Ofman
Kernkwaliteiten komen van binnenuit, in tegenstelling tot aangeleerde vaardigheden. Negatieve eigenschappen zijn vaak de vervorming, valkuilen of, in termen van Ofman, ‘het te veel van het goede’ van de kernkwaliteiten, en daarmee te gebruiken voor het benoemen van persoonlijke uitdagingen. De toegang tot onbewustere lagen van de persoonlijkheid vormt het element allergie uit het kernkwadrantenmodel. Een allergie is een eigenschap van een ander waardoor men negatief en heftig wordt geraakt.
Kernkwaliteiten > teveel van het goede > valkuil
Valkuil > positief tegenovergestelde > uitdaging
uitdaging > teveel van het goede > allergie
Allergie > negatief tegenovergestelde van > kernkwaliteit
Welke 7 vormen van intelligentie heeft Gardner (1985) onderscheiden
1. verbale intelligentie: vermogen om goed te kunnen schrijven, lezen, luisteren en spreken
2. Ruimtelijke intelligentie: vermogen om zich te oriënteren in de ruimte en visualisatievermogen
3. Logisch-wiskundige intelligentie: Vermogen om te kunnen rekenen, logisch te exact denken
4. Muzikale intelligentie
5. Lichamelijke bewegingsintelligentie
6. Interpersoonlijke intelligentie: non-verbale signalen van anderen begrijpen en beoordelen
7. Intrapersoonlijke intelligentie: reflectievermogen
Waarom is intelligentie een belangrijke factor voor de cliënt
Welk model is het meest compleet en best gefundeerde persoonlijkheidsmodel.
Noem de domeinen van het big five model
- Negatieve emotionaliteit of emotionele instabiliteit
- Extraversie
- Openheid, intellectuele autonomie of originaliteit
- Altruïsme of vriendelijkheid
- Consciëntieus of gewetensvolheid
Welke 2 domeinen binnen de big five model laat fysiologische systemen zien
- Emotionele instabiliteit
- Extraversie
Wat is de 'Hollandcode' bij het model van Holland?
Hoe heet het nieuwe persoonlijkheidsmodel dat grotendeels gebaseerd is op de big five
Basisbehoeften zijn elementaire drijfveren die een persoonlijkheid kleuren. McClelland onderscheid de volgende basisbehoeften:
1. Prestatiebehoeften: Iemand wil graag hoog scoren, de lat hoog leggen, uitdagende doelen stellen, enig risico nemen
2. Behoefte aan macht: controle en invloed willen uitoefenen, voortouw nemen, mensen voor zich winnen, veel argumentatie- en overtuigingskracht
3. Erbij willen horen (behoefte aan affiliatie): behoefte aan plezierige werksfeer, kwaliteit en betrouwbaarheid relaties met anderen staat centraal, sociale steun en acceptatie zijn belangrijk, neiging tot conformatie
4. Behoefte aan autonomie: Persoonlijke vrijheid en zelfstandigheid belangrijk, werkt graag alleen, hanteert eigen normen.
Deze basisbehoeften geven goed aan wat voor type functie en functiecontext bij iemand passen
Waar staan de letters voor uit het HEXACO MODEL
- Honesty
- Emotional
- extraversion
- Agreeableness
- Conscientiousness
- Opennes
Zeer populair model is Myers Briggs Type Indicator, wie is de bedenker
MBTI welke 4 dimensies worden er onderscheiden
- Waar krijgt iemand energie van: Extravert of Introvert ( E of I)
- Informatie verwerven: Sensing (zintuigelijk) of intuition S of N
- Hoe neemt iemand beslissingen: Thinking of Feeling T of F
- Hoe gaat iemand om met de buitenwereld. Judging of P rceiving J of P ( planmatig versus organsisch gericht op het hier en nu )
Intelligentie, welke primaire en secundaire onderscheid ken je
flexibiliteit in denken ( abstract beredeneren, leggen van relaties/verbanden
Secundair
visueel voor kunnen stellen van informatie
Welke 7 vormen van intelligentie onderscheid Gardner 1985
- Verbale intelligentie
- ruimtelijke
- Logische wiskundige
- Muzikale
- Lichamelijke
- Interpersoonlijke ( vaardigheid om non-verbaal gedrag)
- Intrapersoonlijke ( reflectievermogen eigen)
Basisbehoeften McClelland 1961 ,Een relatie gebracht kunnen worden met gedrag in de organisaties; welke zijn dat
- Prestatiebehoefte
- Behoefte aan Macht
- Erbij willen horen
- Behoefte aan autonomie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden