Samenvatting: Profiel Specialisatie Kinderergotherapeut | 9789082302707 | Margo van Hartingsveldt, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Profiel specialisatie kinderergotherapeut | 9789082302707 | Margo van Hartingsveldt, Jolien van den Houten, Inge van der Leij-Hemmen & Marjon ten Velden
-
1 Ergotherapie en kinderen
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het risico bij kinderen met fysieke, psychische of verstandelijke beperking en of leer of ontwikkelingsproblemen hebben?
Zij lopen het risico om verminderde participatie in alledaagse handelingen thuis, op school en in hun vrije tijd. -
Benoem de handelingsgebieden waar een ergotherapeut naar kijkt
Een ergotherapeut kijkt naar zorgen/wonen, werken/leren en spelen/vrijetijd -
Benoem specifiek de factoren waar een ergotherapeut naar kijkt in de 3 handelingsgebieden
1. Factoren van het kind: spiritualiteit, sensomotorische cognitieve en sociaal- emotionele handelingsvoorwaarden van het kind.
2. De directie fysieke en sociale omgeving waar het handelen plaats vind
3. De elementen die bij het dagelijks handelen een rol spelen, zoals de mate van fysieke inspanning om de activiteit te kunnen uitvoeren, en veiligheid van het handelen en of het kind het handelen zelfstandig kan uitvoeren. -
Met wat voor kinderen werken kinderergotherapeuten mee? Benoem ze alle 3
1. Lichamelijke, psychische en/of verstandelijke beperking
2. Leer, gedrags- of ontwikkelingsproblemen
3. Belemmeringen in hun sociale, fysieke en/of culturele omgeving. -
Wat houd het persoonlijk perspectief in?
Komt voort uit humanitaire denken: Gezond en welzijn word beïnvloed door ouders en kinderen. Kinderen zijn handelende personen en hebben invloed op het handelen. Handelen is een persoonlijke ervaring -
4 Activiteiten
-
In welke omgeving worden deze activiteiten uitgevoerd?
Deze actitviteiten worden in een sociale- en fysieke omgeving uitgevoerd en leveren kinderen ervaringen en betekenis op. Kinderen voeren activiteteiten uit die zij graag willen doen en activitteiten die van hen verwacht worden dat zij ze doen. -
Licht het Taxonomic Code Occupational Performance (TCOP) toe ?
Deze taxonomie deel het handelen in vijf op niveaus. ieder niveau onderscheid zich in mate van complexiteit. Deze taxonomie maakt duidelijk dat voor het dagelijks handelen willekeurige bewegingen en mentale processen nodig De ergotherapeut kan met deze taxonomie de handelingsvraag analyseren en wordt duidelijk op welke niveau de beperking aanwezig zijn en waar de interventie zal plaatsvinden. nodig zijn. -
Ergotherapeuten werken vooral top-down, maar ook Bottom-up, beschrijf deze twee werkwijzen
Top-down is door Trombley geïntroduceerd en wordt in het kader van een top-down assessment beschreven. Bij top-down word uitgegaan van de mogelijke handelingsproblemen en de consequenties daarvan voor de rollen die de client in het dagelijks en maatschappelijk leven uitvoert.
Bottom-up benadering gaat echter uit van de voorwaarden voor het handelen
Beide benaderingen komen in ergotherapie aan bod en staan nooit los van elkaar omdat ergotherapie uiteindelijk altijd gericht is op het handelen en participatie. -
5 Context
Dit is een preview. Er zijn 23 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
Laat hier meer flashcards zien -
dagelijks handelen vraagt van kinderen dat ze voortdurend in interactie zijn met de context; hoe wordt de context gedefinieerd ?
De context wordt als de som van alle factoren die een kind en zijn familie, organisatie of populatie omringen en die zijn bestaan, ontwikkeling en handelen beïnvloeden. De context en het handelen van kinderen hebben een wederkerige relatie en hebben beide invloed op elkaar (context op handelen <--> handelen op context). -
In ergotherapie worden context en omgeving vaak door elkaar gehaald, wat is het verschil
dit profiel gebruikt Terminologie en indeling van het occupational Therapy Practice Framework.
Met fysieke en sociale omgeving worden de meer nabije concrete elementen van de omgeving aangegeven.
De culturele, temporele en virtuele context zijn groter, minder grijpbaar en minder verweven. Culturele en temporele context zijn ook onderdeel van het kind.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden