Samenvatting: Psyche & Soma (Hoorcolleges)
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Psyche & Soma (hoorcolleges)
-
1 Week 1
-
1.1 Hoorcollege 1.1: introductie
Dit is een preview. Er zijn 26 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
‘Gezondheid is volgens de WHO een toestand van volledig, fysiek, mentaal en sociaal welzijn en niet alleen van de afwezigheid van ziekte of gebreken (WHO, 1992). Als we kijken naar de modellen met betrekking tot de gezondheid, wat is dan het verschil tussen het biomedisch model en het bio-psychosociaal model?
-Biomedisch model: ziekte kan volledig verklaard worden vanuitfysiologische processen (zeer belangrijk voor onzegezondheidzorg )
-Biopsychosociaal model: het effect vanbiologische ,psychologische en sociale factoren op ziekte engezondheid wordtmeegenomen (volgensSuls &Rothman ookculturele enetnische factoren) -
Het biomedisch model omschrijft dat ziekte volledig verklaard kan worden vanuit fysiologische processen. Het biopsychosociaal model neemt het effect van biologische, psychologische en sociale factoren op ziekte en gezondheid mee (volgens Suls & Rothman ook culturele en etnische factoren). Wat zijn drie kritiekpunten (of eigenlijk vragen) op het biopsychosociale model?
Kritiek op het biopsychosociale model is als volgt:
- Hoe beïnvloeden deze biologische, psychologische en sociale factoren elkaar precies?
- Is het geen vaag model?
- Is het geen leeg model? -
Oorzaken en risicofactoren zijn voor veel aandoeningen al vanaf de conceptie of vroege kindertijd aanwezig. Er zijn drie factoren die een rol spelen, licht ze toe
1.Genetische risicofactoren .
2. Socialerisicofactoren : zoals armoede, verwaarlozing, misbruik.
3.Leefstijlfactoren : zoals voeding, beweging enmiddelenmisbruik . -
Oorzaken en risicofactoren zijn voor veel aandoeningen al vanaf de conceptie of vroege kindertijd aanwezig, waaronder genetische factoren. Welke twee dingen kunnen we zeggen over genetische factoren?
Genetische risicofactoren
-Genetische risicofactoren komen vaak totuiting ininteractie metomgevingsfactoren .
- Soms verklarengenen 100% van de variatie in depopulatie (bijvoorbeeld ziekte vanHuntington ), maar meestal verklaren meerderegenen samen slechts een deel van de variatie en is de overige variatie toe teschrijven aanomgevingsfactoren . -
De kritiek op het biopsychosociale model was dat het vaag leek en niet duidelijk was hoe biologische, psychologische en sociale factoren elkaar precies beïnvloeden. Wat zijn twee antwoorden hierop?
- Het biopsychosociale model is niet één model, maar moet opgevat worden als een verzameling specifieke modellen, elk met de oorzaken en risicofactoren van een specifieke aandoening of zelfs fase van een aandoening
- Vaak zijn er andere biopsychosociale risicofactoren voor het ontstaan en het verloop van een aandoening. -
Het biopsychosociale model is niet één model, maar moet opgevat worden als een verzameling specifieke modellen, elk met de oorzaken en risicofactoren van een specifieke aandoening of zelfs fase van een aandoening. Tevens zouden er vaak andere biopsychosociale risicofactoren voor het ontstaan en het verloop van een aandoening zijn. Licht de verschillen toe tussen het biomedisch en biopsychosociaal model aan de hand van 1) relatie lichaam-geest, 2) oorzaak ziekte, 3) causaliteit, 4) psychosociale factoren 5) verantwoordelijkheid 6) focus van behandeling en 7) focus van gezondheidsverbetering
Biomedisch
- Relatie lichaam-geest: onafhankelijk
- Oorzaak ziekte: pathogenen
- Causaliteit: lineair
- Psychosociale factoren: irrelevant
- Verantwoordelijkheid: medische professionals
- Focus behandeling: verminderen pathologie
- Focus van gezondheidsverbetering: vermijden pathogenen
Biopsychosociaal
- Relatie lichaam-geest: beïnvloeden elkaar
- Oorzaak ziekte: vele factoren
- Causaliteit: circulair
- Psychosociale factoren: essentieel
- Verantwoordelijkheid: individu en samenleving
- Focus behandeling: allerlei factoren die bijdragen aan ziekte
- Focus van gezondheidsverbetering: verminderen fysieke, psychologische en sociale risicofactoren -
Wat houdt gezondheidspsychologie en behavioral medicine in? Noem minimaal 2 voorbeelden
Gezondheidspsychologie en behavioral medicine: Een interdisciplinaire benadering die zich bezighoudt met de relatie tussen gedrag, gezondheid en ziekte, zowel op het gebied van onderzoek als op het gebied van behandeling, preventie en revalidatie.
Bijvoorbeeld:
- De relatie tussen chronische stress, fysiologische reacties en het optreden van lichamelijke symptomen.
- De rol van gedragsstijlen bij het optreden en in stand houden van lichamelijke ziekten.
- De invloed van ziekte en medische ingrepen op kwaliteit van leven, angst- en depressieve klachten, of gevoel van zelfwaardering.
- Wat is het effect van een specifieke psychologische interventie op depressieve klachten bij ziekte? -
Wat is evidence based practice? Noem tevens een voorbeeld
Evidence based practice = Individuele klinische expertise integreren met het beste beschikbare externe klinische bewijs uit systematisch onderzoek (Sackett et al., 1996)
- Voorbeeld: M. heeft ongeneeslijke kanker en is somber. Vraag: “Kan ik de somberheid van M. beter behandelen met ACT of life review therapie?” -
Evidence-based practice is gebaseerd op het principe dat beslissingen over gezondheidszorg gebaseerd moeten zijn op het best beschikbare, recente, valide en relevante bewijs. Deze beslissingen moeten gemaakt worden door het individu dat de zorg ontvangt en deze moet geïnformeerd zijn door de expliciete kennis van de zorgverlener. Het bestaat uit een feedback-loop van vijf stappen. Licht toe
1. Formuleer een vraag
2. Vind bewijs dat antwoord geeft op de vraag
3. Evalueer het relevante bewijs
4. Gebruik klinische expertise en bewijs om een beslissing te nemen
5. Evalueer de vorige stappen en de uitkomst van de beslissing
etc. -
Evidence based practice is volgens Sackett et al., (1996) individuele klinische expertise integreren met het beste beschikbare externe klinische bewijs uit systematisch onderzoek. Er is een bepaalde hierarchie van bewijs in wetenschappelijk onderzoek. Licht de eerste vier vijf toe op volgorde van laag naar hoog
- Case reports: bij kleine groepen patiënten kijken of er een probleem is
- Kwalitatieve studies: door middel van interviews of focusgroepen wordt gekeken naar hoe mensen een probleem ervaren (subjectiviteit)
- Cross-sectionele studies: eenmalige metingen waarbij gekeken wordt hoe groot het probleem is en wat precies het probleem is
- Case-control studies: patiënten worden met gezonde mensen vergeleken met betrekking tot hoe groot het probleem is en wat precies het probleem is
- Cohortstudies: groepen worden over langere periode vergeleken, waarbij gekeken wordt naar het verloop over tijd
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Psyche & Soma (Hoorcolleges)
-
Bio-psychosociale stress respons
-
Depressie en somatische comorbiditeit
-
Psychosociale oncologie
-
Post-intensive care syndroom
-
Angst bij kanker
-
Psychologische behandeling bij kanker
-
Ziekte en zingeving
-
Seksuologie binnen de medische psychologie
-
Educatie en psychotherapie voor persisterende pijn
-
Diabetes en zelfmanagement