Samenvatting: Psychiatrie | Ziektebeelden, et al

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Psychiatrie | Ziektebeelden/klachten

  • 1 Kinderpsychiatrie

  • 1.1 Pervasieve ontwikkelingsstoornissen

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Jongens of meisjes vaker voorkomen?

    Jongens
  • Wat wordt verstaan onder de pervasieve ontwikkelingsstoornissen?

    PDD: pervasive developmental disorders --> term in de psychiatrie waarmee vier ontwikkelingsstoornissen plus een restgroep worden aangeduid 
    Pervasief = diepdoordringend
  • Welke vier ziektebeelden (+ restgroep) vallen onder de pervasieve ontwikkelingsstoornissen

    Tegenwoordig synoniem: autismespectrumstoornissen (pervasieve ontwikkelingsstoornissen) of autisme: 
    1. autistische stoornis
    2. syndroom van rett
    3. desintegratiestoornis van de kinderleeftijd
    4. syndroom van asperger
    5. PDD-nos --> pervasieve ontwikkelingsstoornis, niet anderszins omschreven (restcategorie)
  • Stoornissen op drie gebieden (bij pervasieve ontwikkelingsstoornissen)

    1. stoornissen in sociale interactie
    - geen nonverbaal gedrag (oogcontact, mimiek etc)
    - onvermogen om met leeftijdsgenoten een relatie passend bij het ontwikkelingsniveau op te bouwen
    - delen hun interesses niet
    - ontbreken van sociale wederkerigheid
    2. Stoornissen in de communicatie
    - vertraagde/geen taalontwikkeling
    - kunne gesprekken niet onderhouden/aangaan
    - verzinnen nieuwe woorden
    - zeggen anderen na
    - gebrek aan fantasie
    3. beperkt repertoire van interesses en/of gedragingen:
    - preoccupatie met bepaalde gedragingen
    -rigiditeit in rituelen (insistence on sameness)
    - stereotype bewegingen
    - preoccupatie met delenm van voorwerpen (bijv deuren, wielen etc)

    75% heeft IQ lager dan <70, en vaak hypo of hyperresponsiviteit op bepaalde prikkels 
  • Syndroom van Asperger (hoog-functionerende autisten)

    - geen gestoorde taalontwikkeling
    - geen cognitieve achterstand
    - vaak is er wel behoefte aan sociaal contact, maar is er een onvermogen om daar vorm aan te geven
  • 1.2 ADHD

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Drie typen ADHD

    - gecombineerd type: als in de afgelopen 6 maanden aan zowel criterium A1  (aandachtstekort ) en A2 (hyperactiviteit-impulsiviteit) is voldaan
    - overwegend onoplettend type: als in de afgelopen 6 maanden aan criteriumA1 en iet criterium A1 voldaan is
    - overwegend hyperactief-impulsief type: als in de afgelopen 6 maanden aan criterium A2 en niet aan criterium A1 is voldaan 
  • 1.3 Syndroom van Gilles de la Tourette

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Belangrijke tics (spreek uit: "tieks")

    - motorisch:
    oogknipperen
    krabben
    copropraxie (obscene gebaren maken)
    coprografie (obscene dingen opschrijven)
    automutilatie
    - vocaal:
    keelschrapen
    pallilalie (eigen woorden herhalen)
    echolalie (andermans woorden herhalen)
    coprolalie 
    kreten slaken
    snuiven
    blazen


  • Therapie syndroom van gilles de la tourette

    - gedragstherapie, meestal aangevuld met:
    - medicatie
    -> clonidine (eerste keus)
    -> antipsychotica
  • 2 Labwaarden & psychiatrie

    Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Magnesium verlaagd (vervolg elektrolyten)

    - agressief gedrag en alcoholgebruik 
  • 4 Behandelingen

  • 4.1 Antidepressiva

    Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Indeling antidepressiva (obv bijwerkingenprofiel en werkingsmechanisme) 

    1. Klassieke antidepressiva: o.a. tricyclische antidepressiva (TCA)
    2. Moderne antidepressiva: SSRI's (selectieve serotonine heropnameremmers
    Enkele middelen: SNRI's ; remmen ook de heropname van norepinefrine (serotonine- noradrenaline heropname remmers)
    3. klassieke maoremmers: mao= mono-amino-oxidase

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart