Perspectieven - A. van Gennep: Een orthopedagogisch perspectief op psychosociale gedragsproblemen bij mensen met een verstandelijke handicap

8 belangrijke vragen over Perspectieven - A. van Gennep: Een orthopedagogisch perspectief op psychosociale gedragsproblemen bij mensen met een verstandelijke handicap

Uit welke vier elementen bestaat de omschrijving van psychische en gedragsproblemen?

  1. De aard van het gedrag
  2. De aard van de persoon
  3. De aard van de situatie waarin het gedrag voorkomt
  4. De waarnemer van het gedrag (wie noemt het gedrag een probleem en waarom)

Wat is het verschil tussen pathologie, deviantie en psychosociale gedragsproblemen?

Pathologie is een afwijking volgens de medisch-biologische norm. De nadruk ligt op problemen in de persoon (bv. emotionele problemen). 
Deviantie is een sociaal-wetenschappelijk begrip met nadruk op 'conflict', afwijkingen van een sociaal-culturele norm. De problemen van de persoon met de omgeving staan centraal (bv. afwijkend gedrag, onaangepast gedrag).
Psychosociale gedragsproblemen ligt hiertussen in, met nadruk op het gedrag (bv. opvallend gedrag, beperkingen in het gedrag). Het is een symptoom van een onderliggende stoornis. Zowel het psychische als het sociale staat centraal.  

Wat is het verschil tussen een psychische stoornis en een gedragsprobleem?

Een psychische stoornis is klinisch betekenisvol gedrags- of psychisch syndroom/patroon in een individu dat samengaat met lijden of beperking of met een betekenisvol verhoogd risico op lijden, dood, pijn, beperking of belangrijk verlies van vrijheid. 
Een gedragsprobleem is cultureel abnormaal gedrag van zodanige intensiteit, frequentie of duur dat de fysieke veiligheid van de betrokken persoon of van andere personen bedreigd wordt.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Op welke manier kun je de aard van de persoon omschrijven en noem daarvan drie voorbeelden.

Aanlegfactoren die voor grotere kwetsbaarheid zorgen (medisch-psychiatrische stoornis).
  1. Temperament: biologisch verankerde gedragsdispositie, die kan leiden tot psychische stoornissen in extreme situaties.
  2. Genetische aanlegfactor: gedragsfenotypen. Syndromen die zich manifesteren als karakteristiek patroon van motorische kenmerken, cognitieve eigenschappen, taal- en spraakkenmerken en sociaal gedrag (Down syndroom). Vaak echter is er sprake van partiele specificiteit: het patroon van kenmerken is niet zo karakteristiek.
  3. Organische beschadigingen, zoals lichte beschadigingen van de hersenen, motoriek, zintuigen, onhandigheid, emotionele labiliteit, verminderde angst, inhibitiezwakte. 

Op welke manier kun je de aard van de situatie omschrijven en noem daarvan drie groepen.

Omgevingsfactoren, dit zijn bedreigende factoren (sociaal-cultureel conflict)
  1. Gezinsfactoren (onveilige hechting, gebrekkige discipline, huwelijksproblemen, slechte huisvesting, gering inkomen)
  2. Instellingsfactoren (grote groepen, weinig personeel, weinig gewone ervaringen, inadequate deskundigheid)
  3. Kritische levensgebeurtenissen (overlijden van een dierbare, herhaalde of langdurige ziekte, frequentie personeelswisselingen)

Wat is het verschil tussen de dimensies narrow-band en broad-band bij de empirische benadering van classificatie?

De narrow-band deelt de resultaten in in vier dimensies (gedragsstoornissen, angstig-teruggetrokken gedrag, onrijp gedrag en gesocialiseerde agressie).
De broad-band deelt de resultaten in twee dimensies in: ondergecontroleerd gedrag en overgecontroleerd gedrag (geremd, internaliserend, angstig)

Welke twee begrippen vallen onder de beeldvorming en wat wordt hiermee bedoeld?

  • Diagnostiek: de precieze beschrijving van de aard van de psychosociale gedragsproblemen, van de onderlinge samenhang van de problemen, van de samenhang van de problemen met bepaalde aanleg- of omgevingsfactoren en van de onderlinge samenhang van deze factoren. Klinische diagnostiek (geobserveerde beeld relateren aan klinisch gedefinieerde stoornissen van DSM/ICD) en probleemgerichte diagnostiek (geobserveerde beeld relateren aan statistisch gedefinieerde gedragsdimensies). Gericht op behandeling.
  • Assessment (beoordeling):gericht op begeleiding. Op basis van systematisch individueel onderzoek een oordeel vormen over de mate van persoonlijke ontwikkeling en sociale participatie van de betrokken persoon.

Wat wordt verstaan onder behandeling in de orthopedagogiek en klinische psychologie?

Zodanig handelen met betrekking tot psychosociale gedragsproblemen dat het lijden van de persoon aan deze problemen en de bedreiging van de fysieke veiligheid van deze persoon of van anderen verdwijnen of zo verminderen dat het leven weer draaglijk wordt en de betrokkene weer toegang krijgt tot samenlevingsvoorzieningen.
Behandeling kan op basis van psychodynamische-, gedrags- of sociaalecologische benaderingen. Medicatie kan alleen door de psychiatrie.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo