Multidimensioneel model van persoonlijkheidsontwikkeling en emotionele ontwikkeling betekenis voor de diagnostiek - Specifieke aspecten van de psychosociale ontwikkeling van een persoon met een verstandelijke handicap
3 belangrijke vragen over Multidimensioneel model van persoonlijkheidsontwikkeling en emotionele ontwikkeling betekenis voor de diagnostiek - Specifieke aspecten van de psychosociale ontwikkeling van een persoon met een verstandelijke handicap
Welke twee mogelijke neurofysiologische oorzaken van een verstandelijke handicap zijn bekend?
- Genetische oorzaken: afwijkingen van het genetisch materiaal (wel of niet geërfd). Chromosomale afwijkingen veroorzaken afwijkingen in de aanleg van het centrale zenuwstelsel en in de ontwikkeling van de functies van het CZS.
- Organische oorzaken: verstoorde ontwikkeling van hersenstructuren, vertraagde rijpingsprocessen, een kleiner aantal zenuwcellen, ontoereikende verbindingen tussen cellen,verstoring van activiteit van bepaalde neurotransmittersystemen. Het kan in de zwangerschap ontstaan (bv. toxische oorzaken) maar ook door extreem ongunstige omgevingsomstandigheden na de geboorte (ernstige lichamelijke en sociale verwaarlozing).
Welke twee soorten van beschadigingen in de hersenen qua tijd onderscheidt Ebels?
- Primaire beschadiging van het centrale zenuwstelsel in de eerste drie maanden van zwangerschap (profileratiefase). Dit zorgt voor destructie van bestaande structuren en verstoring van de ontwikkeling van structuren die later tot stand komen.
- Secundaire beschadiging van al min of meer vaste structuren (bijvoorbeeld beschadiging van cerebrale cortex) in de laatste maanden van zwangerschap.
Hoe verloopt de persoonlijkheidsvorming per ontwikkelingsfase bij mensen met een verstandelijke handicap?
- Zeer ernstige verstandelijke handicap (IQ<20, ontw. tot 2 jaar)
- Emotionele ontwikkeling: adaptatie- en socialisatiefase
- Persoonlijkheidsontwikkeling: psychofysiologische homeostaselaag en mogelijk vorming van basale veiligheidslaag.
- Ernstige verstandelijke handicap (20-35, ontw. 2-4 jaar)
- Emotionele ontwikkeling: individuatiefase
- Persoonlijkheidsontwikkeling: vorming van de autonomielaag
- Matige verstandelijke handicap (35-50, ontw. 4-7 jaar)
- Emotionele ontwikkeling: indentificatiefase
- Persoonlijkheidsontwikkeling: egolaag (impulsief ego)
- Lichte verstandelijke handicap (50-70, ontw.7-12 jaar)
- Emotionele ontwikkeling: realiteitsbesef
- Persoonlijkheidsontwikkeling: egodifferentiatie (moreel en religieus ego)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden